Werkgevers willen lonen en pensioenen sneller versoberen

Oude plannen worden versneld doorgevoerd

Wil van der Klift

Ondernemend Nederland wil de loon- en arbeidskosten nog sneller verlagen dan al sinds decennia gebeurt. Geheel in de lijn van de plannen uit 1999 van de Europese Ronde Tafel van Industriëlen (ERT) en de daaropvolgende top van Lissabon in 2000 worden de aanvallen op inkomen en pensioenen versneld doorgevoerd.

Ondernemers en hun politieke hulpjes willen de Nederlandse pensioenen snel versoberen en later laten ingaan. Volgens koepelorganisatie VNO-NCW moet een eind komen aan grote premiestijgingen en bijstortingen in pensioenfondsen door werkgevers. In de SER dreigen de bonden alleen komen te staan in hun strijd tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. Op de achtergrond dreigt een uitruil tussen (tijdelijk) uitstel van die verhoging en aanzienlijke versobering van de lonen. De werkgevers zitten zo altijd goed.

Pensioenakkoord met vakbeweging

Verheij van VNO-NCW wil komende maanden een pensioenakkoord sluiten met de vakbeweging. Anders kiezen volgens hem de grote multinationals voor goedkopere, individuele regelingen die werknemers opzadelen met bijvoorbeeld de beleggingsrisico's van hun pensioen. Maar waar het echt om gaat is: "Wij willen de risico's van pensioenregelingen voor de werkgevers beter beheersen en de kosten omlaag brengen. Maar het gaat nu precies de andere kant uit." Uiteraard als steeds meer mensen gebruikmaken van hun recht op pensioen. Verheij vreest ook verdere uitbreiding van medezeggenschap voor bijvoorbeeld gepensioneerden. Van democratie wil men in de Malietoren niet weten.

VNO-NCW is trouw lid van de ERT. Deze Europese lobbygroep van industriëlen met grote macht in Brussel fabriceerde menig rapport, bedoeld om hún Europa vorm te geven; een Europa waarin de concurrentiekracht van de economie centraal staat en niet de belangen van de werkenden en uitkeringsgerechtigden [1].

Huidige maatregelen passen in staand beleid

In Brussel zijn veel lobbygroepen actief om hun voorkeuren door te duwen. Lobbygroepen zoals de ERT zijn bepalend geweest bij de ontwikkeling van het Europese beleid. De 'doortastendheid' van een minister als Donner komt voort uit de macht van deze lobbygroepen die met name toegang hebben tot fracties als die van de christendemocraten. Donner voert trouw de Brusselse bevelen uit en voelt zich voldoende in de rug gedekt. De verbanden tussen de ondernemersbelangen en de politieke besluitvorming moeten veel duidelijker en effectiever onder de aandacht van de bevolking worden gebracht. Zeker nu blijkt dat anders Wilders met de eer gaat strijken het meest anti-Europa te zijn. De ontmaskering van de EU als een ondemocratisch instituut dat voornamelijk de economische belangen van de grote bedrijven vertegenwoordigt, is dan ook een belangrijke taak voor linkse partijen en groeperingen, maar vooral voor de 'sociale partner' vakbeweging. Het directe verband tussen het Europese bedrijfsleven en het beleid van de EU moet worden geopenbaard. De wensen van de multinationals worden meestal voor zoete koek aangenomen en de adviezen worden overgenomen.

Maar het zijn juist deze bedrijven die zich volop inzetten voor het openbreken van markten en een verdere liberalisering van de wereldhandel. Zij hebben er ook het meeste bij te winnen. Zij hebben schaalvoordelen waardoor ze goedkoper kunnen produceren, zij profiteren van hun kennis en technische ontwikkeling waar ze patentrecht op hebben en zij profiteren van hun grote economische en dus politieke macht waarmee ze staten kunnen dwingen tot goede deals.

Het gaat feitelijk dus om meer werkelijke directe democratie in Europa in plaats van het ondoorzichtige, afstandelijke apparaat dat mensen nu in Brussel zien zitten. Een sociale en dus een duurzame maatschappij gaat nooit samen met het huidige neoliberale, op winst en groei gebaseerde, economisch systeem. Om Europa voor de grote ondernemers concurrerend te houden in de wereldeconomie, wordt onze omgeving omgetoverd tot een speeltuin voor de multinationals, terwijl de lonen en pensioenen worden uitgekleed en de werknemer een flexwerker wordt die zich voortdurend zal moeten aanpassen aan de eisen van de markt.

De Top in Lissabon in 2000 was een mijlpaal op de weg van een neoliberale herstructurering van de Europese Unie. De 'Job Summit' aanvaardde het actieplan om de EU om te vormen tot 'de meest concurrerende en dynamische op kennis gebaseerde economie ter wereld' in 2010. Tot de overeengekomen vergaande maatregelen behoren een neoliberale herziening van de arbeidsmarkt en de pensioenfondsen.

In het rapport van de ERT 'European Pensions, an Appeal for reform' (25-10-1999) worden de lijnen uitgezet waarlangs de pensioenen moeten worden versoberd en meer rendement moeten gaan opleveren voor het bedrijfsleven. De kern is te komen tot een pan-Europees pensioenstelsel en flexibele pensioenarrangementen. Voor landen als Nederland met een relatief goed (en dus duurder) publiek pensioenstelsel betekent dit forse stappen terug voor de werknemers. Pogingen om het stelsel uit te hollen, door de leeftijd te verhogen en mensen te dwingen privé-pensioenen te sluiten, maken we dagelijks mee. De vakbeweging moet absoluut de hakken in het zand zetten. De komende periode zou wel eens van doorslaggevend belang kunnen zijn. [2]

Geen uitruil pensioenrechten met inleveren lonen

Maar dat mag niet ten koste van de lonen gaan. Steeds vaker proberen bedrijven kosten omlaag te krijgen door reeds in de cao afgesproken loonsverhogingen niet door te betalen of door te pogen onder cao-afspraken uit te komen. Daarnaast hebben diverse ondernemingen hun personeel gevraagd salaris of vakantie- of atv-dagen in te leveren.

De roep om loonoffers is ongehoord groot. De crisis wordt terecht of onterecht opgevoerd als argument. Loonoffers worden gebracht als een hele mooie maatregel vanuit het oogpunt van solidariteit: samen de recessie door.

De vakbonden zien dat anders. Zij noemen het openbreken van cao's terecht een brug te ver. Maar als de nood echt hoog is bij een bedrijf, willen de bonden wel meedenken over 'onorthodoxe maatregelen', aldus een woordvoerder van de vakcentrale FNV. Het fenijn zit in de staart. Uiteraard kan er maatwerk op de werkvloer worden geleverd waarbij de werknemers geen of zeer beperkt schade oplopen, maar deze instelling dreigt ook te worden toegepast als het gaat om centrale afspraken. Dat is levensgevaarlijk nu de druk op de lonen toeneemt.

Wie loon inlevert en daarna alsnog zijn baan verliest, krijgt een lagere WW-uitkering, omdat de hoogte daarvan is gebaseerd op het laatstverdiende loon. Het openbreken van cao's en het afzien van loonsverhoging heeft bovendien langetermijngevolgen die tot in lengte van dagen doorwerken.

Bovendien is lang niet bij alle bedrijven de nood even hoog. De crisis wordt ook gebruikt als excuus om de loonkosten omlaag te krijgen of personeel heel snel te ontslaan.

Dus: handen af van pensioenen, pensioenleeftijd op 65 jaar houden en afblijven van de lonen. Met deze eisen kan de vakbeweging de komende periode successen boeken. Toegeven betekent toegeven aan plannen die worden gedicteerd door de multinationals en al ruim tien jaar stap voor stap worden uitgevoerd. Het wordt echt tijd dat de vakbeweging 'Nee, niet nog langer' zegt, de leden goed informeert en de aarzelend begonnen mobilisatie versterkt.

Noten


[1] zie ook www.aseed.net/cefic-action/broch-nl.htm
[2] zie ook http://www.ptb.be/scripts/article.phtml?lang=2&obid=5903 (Belgisch pensioenpact 2001)