Hopenhagen en de waterprins

Van de redactie

Dat er door een aanzienlijk aantal mensen een pas op de plaats moet en ook kan worden gemaakt met het consumeren lijkt evident. De Cubanen doen terecht een beroep om overconsumptie en overproductie te stoppen. Overigens kan lang niet iedereen in het Westen en kunnen vanwege de crisis ook steeds minder mensen aan dat appel voldoen. En zeker niet afgedwongen of onder valse voorwendsels.

Het spel dat in Kopenhagen wordt gespeeld gaat om de knikkers. Of beter gezegd om de verdeling ervan. Gaan de rijken in de rijke landen de armen in de arme landen weer een loer draaien, ja of nee? Moeten de armen in de arme landen opdraaien voor de vervuiling door het grootkapitaal in de rijke landen? In Kopenhagen vindt dus klassenstrijd plaats. De vrag is, wie gaat er opdraaien voor de noodzakelijke vermindering van de CO2 uitstoot?

Ons motto is en blijft laat de rijken de crisis én de milieuschade die ze veroorzaken zelf betalen. Zolang de Nederlandse waterprins - hoe durft ie zich met dat vraagstuk te bemoeien! - zich van het ene financiële schandaal in het andere stort en van het ene deel van de wereld naar het andere vliegt in privéjets, zal de hoop op het vinden van oplossingen voor de schade aan het klimaat steeds weer vervliegen. Het kapitalisme kan dit vraagstuk niet oplossen. Het optreden van ons prinselijke paar en ook van de andere rijken in dit land die doorgaan met mateloze aankopen en uitgaven getuigt van hun vaste wil geen millimeter van hun rijkdom en graaizucht op te geven. Onmacht, onkunde, maar vooral onwil!

Onder socialistische verhoudingen, zoals in China en Cuba, zijn er wel oplossingen te vinden. Hoe moeizaam soms ook bereikt en hoeveel geduld de bevolkingen in die landen ook moeten opbrengen. Kopenhagen zal daarom voorlopig alleen maar Hopenhagen blijven. Zolang hypocrisie en graaizucht aan de macht zijn loopt de aarde en haar bevolking grote risico's. Ook voor de oplossing van dit probleem is socialisme nodig, zoals in China en Cuba dagelijks wordt bewezen.

Onder socialistische verhoudingen wordt het consumptiepatroon gevoed door behoeften die op veel punten verschillen met de kapitalistische. Het wordt dan niet langer eenzijdig bepaald door de marketing van het bedrijfsleven, maar door de economische, culturele en sociale behoeften van de werkende klasse zelf.