'Bondgenootschap' basis revolutie Bolivia

Een campagneoverleg van de MAS. Rechts op de foto: Soledad Delgadillo. (Foto Jan. I./Manifest)

Jan llsink

De MAS (Movimiento al Socialismo) is de drijvende kracht achter het huidige revolutionaire proces dat gaande is in Bolivia. Zij is de politieke uitdrukking van een sociale beweging aan de basis van de Boliviaanse maatschappij die heel diepe, historische wortels heeft. De bevolkingsgroep in Bolivia van directe indiaanse afkomst vormt nog steeds veruit de grote meerderheid.

Deze bevolkingsgroep heeft pas na de burgerlijke revolutie van 1952 burgerrechten gekregen, maar in de praktijk bleef zij vrijwel geheel uitgesloten van politieke invloed. Pas nu, met de verkiezing in 2006 van Evo Morales tot president, heeft deze bevolkingsgroep daadwerkelijk toegang gekregen tot alle politieke instituties van het land. Maar toegang tot de instituties is niet voldoende. Die moet ook worden geëffectueerd. Om de indiaanse meerderheid van de bevolking daadwerkelijk te laten deelnemen aan de instituties en deze zelfs 'over te nemen' blijken bondgenootschappen van groot belang!

Groei zelfbewustzijn

Begin jaren '80, toen de laatste militaire dictatuur was verdwenen, bleek het land totaal veranderd: de oorspronkelijk bevolking had gaandeweg 'bezit genomen van de stad' en beheerste het straatbeeld. Zelfs na de revolutie van '52, die grote landbouwhervormingen doorvoerde, was de oorspronkelijke bevolking in de stad nooit zichtbaar. Die woonde en werkte op het platteland, in de mijnen in de Andes of was dienstbode of bediende bij een 'blanke' familie in de stad. Die 'indiaanse' meerderheid van de bevolking manifesteerde zich niet 'op straat'. Het straatbeeld werd bepaald door de 'blanke', oude 'koloniale' families en hun nazaten.

Het proces dat in de jaren '80 zichtbaar werd op straat, was zowel uitdrukking van als bijdrage aan het zelfbewustzijn van de arme, autochtone bevolking. Met de vorming van de MAS heeft dat proces nu een politieke vorm gekregen.

Neoliberalisme en links

Soledad Delgadillo, een vrouw van in de vijftig, heeft haar politieke scholing gekregen in de protestbeweging tegen de militaire dictaturen van de jaren '70. Soledad is kandidaat van de MAS voor de assemblee van het autonome bestuur van het departement Cochabamba in Bolivia. Met deze verkiezingen in april wordt een einde gemaakt aan het centralistische staatssysteem met benoemde prefecten voor de regionale departementen van het land.

Soledad typeert zichzelf als representant van de 'middenklasse' in Bolivia. Als jongere groeide ze op tijdens de militaire dictaturen in de jaren '70 en begin '80, waarvan de inspiratie door en ondergeschiktheid aan buitenlandse belangen overduidelijk was. Min of meer vanzelfsprekend sloot zij zich aan bij een van de linkse groeperingen die zich tegen de opeenvolgende militaire dictaturen verzetten. Groeperingen die zowel politiek actief waren als gewapend verzet pleegden. Maar directe successen bleven uit. Na 'herstel van de democratie' bleven deze linkse groeperingen vaak steken in theoretische discussies, hoe het imperialisme bestreden moest worden en socialisme opgebouwd.

In de politieke praktijk van Bolivia waren inmiddels 'vrij gekozen democratische' regeringen aan de macht gekomen die een keiharde neoliberale politiek voerden: privatisering van alle staatsbedrijven, terugtrekking van overheidsbemoeienis uit de 'economie'. Een politiek die duidelijk maakte dat de multinationals hun tactiek hadden veranderd van het aanmoedigen van militaire staatsgrepen en vestiging van dictaturen naar massieve steun aan 'democratische neoliberale regeringen'. De linkse clubs kregen 'geen poot aan de grond' in dit beleid.

Bondgenootschap met arme, werkende massa's

De discussies in het 'linkse kamp' in de negentiger jaren werden uiteraard mede beïnvloed door veranderde perspectieven als gevolg van de ineenstorting van het stelsel van socialistische staten eind jaren tachtig. De politieke realiteit van keihard neoliberaal beleid en geen realistisch links alternatief leidde tot grote verdeeldheid in het kamp van 'linkse intellectuele middengroepen'. Overigens bleef Cuba voor Latijns-Amerika een belangrijk en inspirerend voorbeeld.

De MAS, de beweging van de arme, soms nog ongeletterde bevolking van Bolivia, heeft zich ontwikkeld in de strijd tegen onderdrukking en voor erkenning. Deze bevolking mist de ervaring van de trucs en valkuilen om het staatsapparaat te doordringen en aan zich ondergeschikt te maken. Het is hoopgevend dat intellectuelen als Soledad zich inzetten om hierbij te helpen en de bevolking door de onvermijdelijke brij van bureaucratie te loodsen. Niet uit liefdadigheid, maar uit politieke overtuiging.

Linkse intellectuelen als Soledad zien in de komst van de MAS de hefboom om echte politieke, sociale en economische veranderingen tot stand te brengen. Soledad vat zichzelf dan ook op als 'natuurlijke bondgenoot' van die beweging. Het is eveneens hoopgevend dat de MAS niet kritiekloos achter intellectuelen aanloopt, maar hen consequent en streng toetst op standvastigheid en onkreukbaarheid.

Bondgenootschap tussen bevolkingsgroepen

Als gevolg van de neoliberale politiek werden veel, hoog in de Andes gelegen, mijnen gesloten of super geautomatiseerd. De tienduizenden ontslagen mijnwerkers zijn met een armzalige ontslagvergoeding naar de lagergelegen, leefbaardere gebieden van Bolivia 'afgedaald'. O.a. naar de tropische gebieden waar velen gingen werken in de teelt van cocabladeren. Ervaringen uit de mijnwerkersvakbonden namen ze mee waarmee ze sterke organisaties opbouwden.

Die verzetten zich krachtig tegen de campagnes van de Amerikaanse DEA (antidrugseenheid), die in Bolivia van de neoliberale regeringen vrij spel gekregen hadden, om hun akkers en oogsten met chemicaliën te vernietigen. In Bolivia zijn cocabladeren een geaccepteerd en in de cultuur verweven genees- en genotmiddel. Deze organisaties van 'cocaleros' vormen nog steeds een van de 'motoren' van de MAS. Zij hebben aan de emancipatiebeweging van de arme, oorspronkelijke bevolking scherpte en kracht gegeven. Deze 'cocaleros' vormen binnen de MAS een krachtig bondgenootschap met de autochtone, vaak nog in dorpscommunes wonende, bevolking. Beide bevolkingsgroepen baseren zich op organisatieprincipes van 'collectiviteit', die aan de MAS een sterke, verenigende kracht geven.