Over de rol van het EVV en de positie van de FNV

FNV en EVV moeten dringend onder de knoet van het Europese kapitaal vandaan.

Wil van der Klift

Het grootkapitaal en de regeringen in heel Europa lanceren een nieuw offensief (EU2020), terwijl er sprake is van een kapitalistische economische crisis. In Nederland hebben 20 werkgroepen een bezuinigingspaasei gelegd. Vooraan staan bij dit offensief drastische vermindering van de lonen, nieuwe belastingen, verlaging van de pensioenen, de verdere ontmanteling van de sociale zekerheid en lonen en nieuwe aanvallen op de arbeidsverhoudingen.

Deze maatregelen worden gepromoot onder verwijzing naar de crisis, maar zullen niet van tijdelijke aard zijn. Het gaat om permanente maatregelen waartoe al jaren geleden werd besloten en die werden vastgelegd in verschillende EU-verdragen, zoals het Verdrag van Maastricht en de Lissabon-strategie 2010 (vastgesteld in 2000). Het nieuwe initiatief, EU2020, is een - mede door de crisis bijgesteld - vervolg op de Lissabon-strategie.

De komende jaren zullen, meer en heviger dan we de laatste decennia gewend zijn, in het teken staan van aanvallen op de positie van de werkenden en uitkeringsafhankelijken. Een defensieve of behoudende, laat staan onrealistische houding van de vakbeweging zal funest zijn.

Te lang al speelt de vakbeweging een schadelijke rol door daadwerkelijk inhoud te geven aan het idee dat werknemers en werkgevers gezamenlijke belangen hebben die een sociaal partnerschap rechtvaardigen.

Het EVV (Het Verbond van de Europese vakbeweging), waarvan de FNV deel uitmaakt, reageerde eind 2009 op de eerste versie van de nieuwe EU-Strategie 'EU2020' (inmiddels is er een bijgestelde tweede versie in omloop) met de vaststelling dat het teleurgesteld was in de Lissabon-strategie. Het tekende daarbij aan dat de diepe crisis aan het einde van het decennium een rol zal hebben gespeeld bij het mislukken van de Lissabon-strategie, maar wees er ook op dat de strategie al vanaf 2005 teveel alleen was gericht op economische aspecten, zonder voldoende rekening te houden met sociale en milieudimensies. Deze benadering maakte het mogelijk voor het EVV om enige afstand te scheppen tot de sterke steun die het vanaf het begin van de Lissabon-strategie gaf aan de plannen. Het EVV merkte op dat teveel mensen in de EU, waaronder veel werkenden, de Europese Unie nu zien als marktunie, niet als sociale unie. Dit nieuwe inzicht van het EVV is een stap voorwaarts.

Het EVV, volledig gesteund door de FNV, heeft echter jarenlang officieel deelgenomen aan de besprekingen met de EU en de andere imperialistische organisaties. Het werkte plannen uit en besliste samen met de monopolies hoe de maatregelen, gericht tegen de bevolking, in elk land konden worden uitgevoerd. Het zal niemand intussen meer verbazen dat Wim Kok, die het socialisme aan de wilgen hing en de sociaaldemocratie salonfähig maakte voor het neoliberalisme, een van de architecten was van de Lissabon-agenda. Deze klassensamenwerking wordt volledig gesteund door allerlei sociaaldemocratische stichtingen, zoals de 'Ebert stichting' die de vakbeweging manipuleren om de lijn van maatschappelijke consensus te omarmen.

Ze deden er alles aan om de vakbeweging te ontwapenen en de rechten van de werkenden aan te vallen. Jarenlang ondertekenden de leidingen van de vakbeweging, samen met de kapitalisten, overeenkomsten tot vermindering van de lonen en pensioenen, vermindering van ontslagbescherming en belastingvoordelen voor het kapitaal. Zij verspreidden illusies over de mogelijkheid van een kapitalisme met een menselijk gezicht, over de mogelijkheid van het reguleren en controleren van de markten en de mogelijkheid om speculatie te kunnen aanpakken, terwijl dat juist het kenmerk en de basis is van het kapitalistische exploitatie-systeem.

Zij stelden eisen die de winstgevendheid van de werkgevers hebben vergroot en stelden zich in de praktijk helemaal op de lijn van de noodzakelijke versterking van het ondernemerschap als remedie voor alle vooruitgang en verbetering. De reformistische en opportunistische krachten spelen op dit moment een belangrijke matigende rol in het Griekse conflict tussen het grootste deel van de bevolking en de regerende sociaaldemocratische Pasok, die de belangen van de EU en het Griekse grootkapitaal vertegenwoordigt.

Deze krachten zijn niet in staat het verzet van de werknemers te organiseren. Zij willen dat ook niet. Zij streven naar de voortzetting van de klassensamenwerking in de rangen van de werkenden. Zij zijn trots op hun samenwerking met de machtigen. Zij achten het mogelijk om stap voor stap te komen tot verbetering van de positie van werkenden en uitkeringsafhankelijken. Daardoor desoriënteren zij de mensen en ondersteunen feitelijk de belangen van het grootkapitaal. Waar deze misvattingen op uitdraaien maken we op dit moment mee.

Elke strategie van de arbeidersklasse die niet uitgaat van de noodzaak van een ander maatschappelijk systeem, die op welke wijze dan ook tracht binnen het kapitalistische systeem oplossingen voor te stellen of na te streven, schept verwarring en is daarom gedoemd te mislukken. Alle pogingen om het kapitalisme te verbeteren of menselijker te maken zijn onrealistisch en onhaalbaar. Vooral nu het kapitalisme zelf in een hevige overlevingsstrijd is gewikkeld. De strijd voor het behoud en waar mogelijk de verbetering van het levenspeil van de bevolking moet hand in hand gaan met de strijd voor een socialistische maatschappij, waarin planmatig wordt gewerkt aan de verbetering van de bevolking en concurrentie en winstmaximalisatie gericht zijn op verbetering van de hele bevolking en niet slechts op een klein deel: de rijken, bezitters en speculanten.

Tegen deze achtergrond is het van het grootste belang om de recente voorstellen van EVV en FNV tegen het licht te houden. We komen daar in de komende nummers van Manifest op terug.