KLASSIEK EN ACTUEEL

(...) Daar berstte de deugniet uit in gelach - Frits meen ik - en ook Marie begon te lachen. Zelfs meende ik iets wat naar lachen geleek te bespeuren op 't gelaat van mijn vrouw. Maar toen ben ik Wawelaar te hulp gekomen, ik heb Frits gestraft met een boete uit zijn spaarpot, aan 't zendelingengenootschap. Och, lezer dat alles treft me diep. En men zou, bij zulk lijden, zich kunnen vermaken met het aanhoren van vertelsels over buffels en Javanen? Wat is een buffel in vergelijk met de zaligheid van Frits? Wat gaan mij die zaken aan van die mensen in de verte, als ik vrezen moet dat Frits door zijn ongeloof mijn zaken zal bederven, en dat hij nooit een flink makelaar worden zal? Want Wawelaar zelf heeft gezegd dat God alles zo bestiert, dat rechtzinnigheid tot rijkdom voert. "Zie maar", zeide hij, "is er niet veel rijkdom in Nederland? Dat komt door 't geloof. Is niet in Frankrijk telkens moord en doodslag. Dat is omdat ze daar katholiek zijn. Zijn niet de Javanen arm? 't Zijn heidenen. Hoe langer de Hollanders met de Javanen omgaan, hoe meer rijkdom er zal komen hier, en hoe meer armoede daarginder. Dat is Gods wil zo'(...)"

Uit:Max Havelaar, Multatuli, 1860.