Formatie in Nederland sleept zich voort

Land van kooplieden en dominees in spagaat

Kenmerkend voor de uitkomst van de verkiezingen van 9 juni jl. zijn een verdere versnippering van het politieke landschap en een verschuiving naar 'rechts'. Ook populistische en nationalistische tendensen steken steeds meer de kop op. De politieke strijd gaat om zeer belangrijke onderwerpen. Wie krijgen de schuld van de crisis en wie gaan de gevolgen ervan betalen? Voor links wordt de noodzaak van sterke coalities aan de basis van de samenleving met een strijdbare vakbeweging als kern steeds dwingender. Het is van het grootste belang dat offensieve, socialistische oplossingen voor de crisis worden geformuleerd waarmee kapitalistische en racistische voorstellen kunnen worden bestreden.

Sinds enige jaren is het politieke landschap qua vorm en inhoud aanzienlijk veranderd. De kiezer is wispelturig geworden. Hij heeft zich bevrijd van de traditionele politieke zuilen die maatschappelijk ongenoegen veelal wisten te kanaliseren. De geïndividualiseerde mens wil snel oplossingen voor persoonlijke problemen en maatschappelijke onvrede. Solidariteit en gemeenschapszin staan onder druk en worden door individualisme en verdeeldheid, resultaat van kapitalistische maatschappij- en productieverhoudingen, verder uitgehold. Vooral jongeren lijken gevoelig voor dit ideologische offensief van individualisme en voelen zich daarbij vaak aangesproken door populistische oplossingen. Het creëren van nodeloze tegenstellingen tussen de verschillende generaties blokkeert de eenheid van alle loonafhankelijken, ongeacht leeftijd. De traditionele partijen die decennialang in verschillende coalities de macht uitoefenden hebben geen antwoorden meer die aanspreken. Zij bieden oplossingen die alleen maar meer van hetzelfde betekenen. Daardoor brokkelt het vertrouwen van grote delen van de bevolking in deze partijen sterk af en daarmee de electorale steun.

Het politieke gat dat daardoor ontstaat wordt op dit moment vooral gevuld door de extreem-rechtse en anti-islam-partij PVV van Geert Wilders. De PVV profileert zich als anti-establishment partij, dus als een alternatief. Geert Wilders richt zich op mensen die zorgen hebben over hun directe bestaan en die zich door de traditionele politiek in de steek gelaten voelen. De PVV buit latente en feitelijke vreemdelingenangst uit en draagt daarmee belangrijk bij aan de verdeeldheid onder de werkende bevolking door (groepen van) mensen tegen elkaar op te zetten. Juist nu de verslechterde sociaaleconomische omstandigheden eenheid vereisen is dat een levensgevaarlijke politiek. Zijn opstelling wordt echter door een aanzienlijk aantal kiezers beloond.

De liberale VVD werd bij de laatste verkiezingen de grootste partij met 31 van de 150 zetels. Als grootste (of beter de minst kleine) partij kreeg de VVD de opdracht een coalitie te formeren. Na twee formatiepogingen probeert de VVD opnieuw om samen met het CDA een minderheidsregering te vormen met gedoogsteun van de PVV.

Koopman-dominee in spagaat

Op vrijdag 3 september liepen de onderhandelingen over een coalitie tussen VVD, CDA en PVV vast. De koopman en de dominee die een langdurige innige relatie hebben in het polderland Nederland konden het onder druk van de populist Geert Wilders niet eens worden. De bom barstte binnen het CDA. CDA-onderhandelaar Ab Klink schreef in een later uitgelekte brief dat hij onoverbrugbare verschillen zag tussen het CDA en de PVV. De partijen hebben volgens hem volstrekt uiteenlopende motieven voor allerlei maatregelen die zij voorstaan. Die verschillen zouden niet uit te leggen zijn aan de bevolking als het tot een kabinet zou komen. Hij bleek in het zwaar verdeelde CDA een minderheidsstandpunt in te nemen en is inmiddels afgehaakt. Nu wordt het formatiespel opnieuw voortgezet. Maar het verzet binnen het CDA is nog lang niet weggeëbd en kan elk moment weer opnieuw leiden tot stagnatie of zelfs afketsen van de formatieonderhandelingen.

Voor de PVV lijkt een oppositionele positie veruit het aantrekkelijkst. Vanuit een kritische, oppositierol groeit zijn partij. Daardoor krijgt Wilders de gelegenheid nieuwe kandidaten voor zijn partij te vinden. Inmiddels heeft hij al laten zien dat een gedoogrol hem niet verhindert om voort te gaan met polariseren en zijn populistische opvattingen te ventileren.

Hij weet politiek behendig gebruik te maken van het ongenoegen onder de bevolking. De onderbreking van deze formatiepoging leverde hem in de peilingen meteen weer 10 zetels op. Met een grotere aanhang kan hij met nog meer kracht oppositie kiezen door extreme eisen te stellen. Zijn wispelturige gedrag - hij gaf eerst te kennen liever niet meer mee te willen doen maar na zijn versterkte positie door de val van de CDA-politicus Klink achtte hij samenwerking weer mogelijk - schaadt hem kennelijk niet. Hij spreekt ook als eerste duidelijk over het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Dat is echter precies wat geen van de traditionele partijen op dit moment wil. Met deze positie houdt hij alle traditionele partijen in de tang.

Formatie duurt al drie maanden

De formatie duurt inmiddels al ruim drie maanden, langer dan de gemiddelde duur van formaties de afgelopen jaren. Van doorslaggevend belang was en blijft het sociaaleconomische programma dat de drie partijen die aan de formatie deelnemen voorstaan.

VVD, CDA en, zoals uit de onderhandelingen blijkt, ook de PVV willen 18 miljard euro bezuinigen tot 2015. De hoogte van de bezuinigingen de komende jaren, dus wie de crisis zal moeten betalen, is net als elders in Europa, de kernkwestie in het politieke spel dat in Nederland wordt gespeeld. De Brusselse Lissabonagenda van 2000 bepaalt in hoge mate de mogelijkheden en onmogelijkheden van nationale staten. Wilders probeert de schuldvraag af te schuiven op de allochtone Nederlanders. Hij leidt daarmee af van de juiste analyse die het kapitalisme als oorzaak van de crisis aangeeft en onderscheidt zich daarmee niet van de andere burgerlijke partijen. Bovendien belemmert hij daarmee een eensgezind verzet tegen de kapitalistische snoeimaatregelen.

De meest ingrijpende sociaaleconomische hervormingen sinds de Tweede Wereldoorlog staan voor de deur. Die hervormingen en het immigratiebeleid in Nederland hangen op deze manier samen. Kiest Nederland voor harde bezuinigingen en een hard immigratie- en integratiebeleid dat mensen weert en tegen elkaar uitspeelt, of volgt men de weg van het samenbinden en aanwijzen van de ware schuldigen aan de crisis?

De PvdA en met haar de FNV als traditionele bondgenoot zijn in een spagaat geraakt. Met name de opstelling rond de AOW en pensioenen heeft bij de achterban vertrouwen doen afbrokkelen.

De onwil van de PvdA om voor de verkiezingen een keuze te maken voor een brede linkse samenwerking met de SP en GroenLinks heeft het perspectief van de kiezer op een gematigd links kabinet de grond in geboord.

Wilders en de PVV hebben hier maximaal van geprofiteerd.

Alleen een gezamenlijk strijdplan op basis van brede linkse samenwerking met de vakbeweging kan nieuwe perspectieven bieden.

Partijbestuur NCPN 15-9-2010.