Niek Stam: "Het is tijd voor de wake up call"

Niek Stam, bestuurder FNV Bondgenoten: Vakbondsmacht in de haven valt niet te breken. (Foto Manifest)

Succes havenpensioen

Het succes in de strijd om het havenpensioen

FNV Bondgenoten heeft een overwinning geboekt in het conflict over het havenpensioen. Sinds 2000 organiseert FNV-bestuurder Niek Stam acties voor zeggenschap over het gespaarde pensioen van de havenwerkers. Dat was in beheer bij Stichting Optas en sinds de opkoop van de aandelen nu bij de internationale verzekeraar Aegon. Stichting Optas, die 700 miljoen aan pensioengeld in beheer had, had plannen om een deel van het fonds voor andere zaken te gebruiken dan de pensioenuitkering van de havenwerkers.

Met acties, onder meer voor het hoofdkantoor van Aegon in juni 2008, voerden de havenwerkers de druk op. Uiteindelijk ging Stichting Optas door de knieën en verhoogde de pensioenuitkering.

Niek Stam: "De overwinning is een succes voor de hele vakbeweging. We gaan nu er weer hard tegenaan ook Aegon te dwingen tot een rechtvaardige schikking. We onderzoeken nu in internationaal verband bij welke bedrijven de verzekeringen van Aegon zitten en gaan daar druk op zetten. Ook dit zullen we winnen."

Interview met Niek Stam, bestuurder sector havens van FNV Bondgenoten

Wil van der Klift en Maarten Muis (*)

Manifest interviewde op maandag 24 januari jongstleden in het FNV-kantoorpand in Rotterdam Niek Stam voor de tweede keer. Het eerste interview 'Niet polderen, maar strijden' vond plaats in september 2009 daags na Prinsjesdag. "Er is een nieuw Museumplein nodig om de regeringsplannen te torpederen. Met minder redden we het niet, vond Niek Stam toen. En "De vakbeweging moet mobiliseren om massaal de strijd aan te gaan." Terwijl er deze keer druk gewerkt werd aan het mobiliseren van brede vakbondssteun voor de vijftien Zeeuwse bootlieden, vertelde FNV-bestuurder Havens, dat er nu zeker geen tijd meer is voor gepolder, het is vijf voor twaalf. Het is noodzakelijk om wakker te worden en posities in te nemen om de vakbondsmacht op de werkvloer te beschermen en verder uit te breiden.

FNV Bondgenoten bereidt zich voor op een congres in mei. Is er kans op een omslag richting meer strijdbaarheid zoals dat zich bij de Abvakabo FNV heeft voorgedaan?
Niek Stam
"Het congres gaat over de 'levendige vereniging', maar de vereniging is allesbehalve levendig, dus dat gaat op het congres ook niet komen. In 1998 zijn vier totaal verschillende vakbonden gefuseerd tot FNV Bondgenoten. De sectoren die daarvóór altijd een strijdbare positie innamen en altijd op de trom hebben geslagen, bijvoorbeeld het openbaar vervoer en de havens, hebben nu een positie binnen FNV Bondgenoten die twee keer niks is. De kritische vakbondsmensen uit die strijdbare sectoren lukt het nu nog niet de bakens te verzetten."
Is de boodschap van de titel van het vorige interview in Manifest: 'niet polderen, maar strijden' doorgedrongen tot de bondsraad van FNV Bondgenoten?
NS
"De huidige bondsraad van FNV Bondgenoten is niet in staat het beleid te controleren, laat staan vorm te geven. Er zitten veel ja-knikkers en de leden die wel zitten te wikken en te wegen vallen na een beetje druk om. Er is een kleine groep, waarvan de anderen zeggen dat het notoire dwarsliggers zijn, die wel bereid is na te denken over wat dit vakbondsbeleid op de lange termijn betekent. Het is steeds bewezen, zoals ook in het pensioenverhaal, dat deze criticasters gelijk krijgen. Na de uitslag van het referendum over het pensioenakkoord hadden de bondsraadsleden de ballen moeten hebben om de logische volgende te stap zetten en het weigerende bestuur weg te sturen. Maar dat bewustzijn is er nog niet."
Hoe is dat bewustzijn binnen FNV Bondgenoten te verhogen?
NS
"Als de bondsleiding zelf niet sterk is op de inhoud, zoals ook nu weer in de discussie over het ontslagrecht en blijft hangen in algemene stellingen 'dat het beter wordt', dan gaat het nat. Als je je herinnert hoe het is gegaan met het openstellen van grenzen in 2006 voor arbeiders uit Oost-Europa, dan wordt veel duidelijk. Toen ik in de discussie wou brengen wat het doel is van de achterliggende Lissabon-strategie van de EU en dat er in Nederland onvoldoende wettelijke bescherming is van de arbeidsrechten, werd mij door de bondsleiding de mond gesnoerd. Voor elk FNV-lid is de nieuwsbrief van FNV-Vecht-voor-je-Recht verplichte lees- en studiekost. Daar stond het helder in uitgelegd.

Werkgevers bepalen uiteindelijk of een algemeenverbindendverklaring van een cao doorgaat. Veel werkgevers laten toe dat er onder de prijs van de cao wordt gewerkt, zoals ook de directeur van Deltalinqs in het interview in het Algemeen Dagblad aangaf. Hij heeft dan zelfs de gore moed om te zeggen dat wil je als Nederlander werk hebben, je net zo goedkoop, flexibel en hard aan het werk moet als de Polen. Dat is de harde realiteit en niet de mooie praatjes over een 'moderne arbeidsmarkt' in het polderoverleg met werkgeversvoorzitter Wientjes en de regering. De tegenstellingen groeien; het wordt steeds meer een echte oorlog, zoals zichtbaar in de Rotterdamse en Vlissingse haven".

De brutaliteit van de werkgevers neemt duidelijk toe. Wat zou het antwoord moeten zijn van de vakbond?
NS
"De werkgevers hebben nu de moed dingen zo te zeggen en te doen, zoals ook de uitsluiting van de Zeeuwse bootlieden, omdat ze zien dat de vakbond weinig meer voorstelt. Wat mij betreft zou je alle ondernemers die lid zijn van werkgeversorganisatie VNO-NCW één voor één ter verantwoording moeten roepen. 't Is hom of kuit.

We gaan naar de werkgevers in het havencomplex toe en vragen hun persoonlijk of zij instemmen met de lijn van de directeur van Deltalinqs. Of dat ze het ook een broodje-aap-verhaal vinden. We hebben al een brief gestuurd aan Deltalinqs. En als er geen antwoord komt dan gaan we de kantine even masseren en maken dan een afspraak."

En wat maakt de strijd in Zeeland rond de uitsluiting van de vijftien bootlieden zo belangrijk?
NS
"We moeten als vakbond niet alleen ruziemaken over dat halve procent meer of minder loonsverhoging, maar veel meer bezig zijn met fundamentele rechten. Nu moet er collectief opgetreden worden want we weten wat het voorland is. We hebben gezien bij de Rüffert-zaak en de Viking-zaak (twee Europese rechtszaken vanuit de vakbeweging tegen sociale dumping) waar het qua vakbondsrechten in Europa heengaat. Het gaat nu om de basisrechten.

Het arbeidsconflict in Zeeland is niet een zaak van vijftien bootlieden en een bondsbestuurder. Als ze deze mensen er nu kunnen uitwerken, zijn het er bij een volgende werkgever dertig en daarna zestig en ga zo maar door. Het is een gevecht dat de hele vakbeweging aangaat. Er komen al langer signalen uit Zeeland dat er aan gewerkt wordt om er een vakbondsvrije zone van te maken. Er zijn Nederlandse werkgevers die een situatie zoals in de Amerikaanse staat South Carolina nastreven, waar de vakbond bijna compleet verdreven is uit de bedrijven. Die tendens moet worden gestopt."

En wat voor vakbond heb je daar voor nodig?
NS
"De vakbond moet niet alleen gaan om zoveel mogelijk leden te hebben, zodat we als FNV in dit soort dure bedrijfspanden kunnen blijven zitten. De vakbeweging is er voor om mensen op de werkvloer die voor hun belangen willen opkomen te steunen. Om mensen aan elkaar te verbinden om de strijd aan te gaan. De werkgever mag dan meer geld hebben, wij zijn met veel mensen. Als de werknemers elkaar helpen, zoals bij de actie van de Zeeuwse bootlieden, dan kan er nog een gelijkwaardige strijd van gemaakt worden.

Ik vind de zaak van de bootlieden in Zeeland een omkeerpunt in de polder. FNV-voorzitter Agnes Jongerius zou nu in plaats van over pensioenrechten te onderhandelen, dit dossier moeten nemen en daarmee naar werkgeversvoorzitter Wientjes gaan en hem op de man af vragen: wat vindt je hier nu van? Dan is er de keuze tussen: ja, ik vind het goed, of: nee, ik vind het verwerpelijk. Daar zit niets tussenin.

Zo schep je duidelijkheid in de polder, waar de ene helft van de mensen denkt dat de vakbond het wel regelt terwijl ze helemaal de macht daarvoor niet meer heeft en de andere helft denkt dat de werkgevers wel meevallen. Het is tijd voor de wake up call."

En hoe krijg je de mensen op de werkvloer wakker?
NS
"Als werknemer moet je acht uur per dag op het werk zijn, vijf dagen per week, dat ongeveer achtenveertig weken per jaar, en dat nog een keer maal vijfenveertig levensjaren: dan wil je toch wel een keer het idee krijgen dat je daar onderdeel van bent. Dus dan heb je ook het recht als werkende om wat te zeggen over de organisatie van het bedrijf en de wijze waarop gewerkt wordt. Collectief als vakbond.

We mogen als vakbondsbestuurder wel komen opdraven als er mensen uitgeschopt moeten worden. Dan moeten wij als bescherming voor het baasje gaan staan en een mager sociaal plan positief verkopen. Maar op het moment dat er weer vacatures zijn dan hebben we er niets over te zeggen. Dan bepaalt de baas wie er op welke voorwaarden aangenomen wordt. Dan worden vaak niet de ontslagen collega's weer opnieuw aangenomen maar dan duiken er goedkope Oost-Europeanen op. Ik vind dat daar de vakbond wat over te zeggen zou moeten hebben. Met dat doel, het realiseren van echte inspraak, kan je succesvol vakbondswerk bedrijven. Dat willen we in de havens laten zien."

En zie jij al FNV-breed een ontwikkeling in die richting?
NS
"Nee, hiervan zie ik voorbeelden in de haven, maar nog niet binnen de nationale vakbeweging. Ik hoop echt dat ik ongelijk krijg. Maar het gebrek aan visie, het gebrek aan bravoure, het ondernemertje spelen dat het hoofdbestuur doet, dat bij fusies zoals tussen FNV Bondgenoten en FNV Bouw niet het beleid vooropstaat maar de kostenbesparing, het polderen van Agnes Jongerius met de werkgevers: dat alles maakt dat ik me concentreer op de haven. Zodat als de andere delen van de vakbeweging wakker worden er een stevige vakbondsmacht in de havens is."
De havensector als voorbeeld van internationale solidariteit tussen de werkers en als voorbeeld van vakbondsmacht?
NS
"De internationale ontwikkelingen in de havensector, waarbij binnenkort vier mondiale terminalbedrijven meer dan vijftig procent van de totale containeroverslag verwerken, maken het noodzakelijk dáár vakbondsmacht te hebben. We zijn bezig de kaderleden bij te spijkeren over deze ontwikkelingen om er een rol in te kunnen spelen. De kaderleden moeten in staat zijn snel te schakelen en beslissingen te nemen om besmet werk niet te doen. Dat lukt nu, zoals bij de ECT-terminal. De werkgever weet daar dat hij geen gekkigheid moet uithalen, omdat de cao-acties nog op zijn netvlies staan."
En hoe ga je die vakbondsmacht verder versterken?
NS
"Het besef van het internationale karakter van de ontwikkelingen groeit onder de havenwerkers. Daar sluiten we op aan. We maken er werk van dat kaderleden zelfstandig kunnen handelen. Ik werd ooit gebeld door een kaderlid dat me vertelde dat er wat Bulgaren bij Uniport zaten te stekkeren en of ik even langs kon komen om die gasten weg te sturen. Ik zei: ik zit niet opeen kinderdagverblijf. Stuur ze zelf weg en als dat niet werkt ga dan met je maten er een kwartier zitten. Zij eruit of jij en je vijfendertig collega's werken niet. Als de baas dan gaat dreigen, dan bel je mij en dan kom ik. We zullen de havenwerkers nooit op dit soort punten achteraf laten vallen, maar ze moeten het eerst wel zelf doen."
De vakbond waarbij de organisatiekracht bij de werkvloer ligt?
NS
"Ja, ik vind dat het komende congres van FNV Bondgenoten vooral zou moeten gaan over wie de macht in de bond heeft. En dat het nu nodig is posities in te nemen binnen de bedrijven. Het zijn de kaderleden die nieuwe vakbondsleden inschrijven, niet de marketingafdeling.

Nu de werkgevers met dit soort uitspraken komen weet je dat het vijf voor twaalf is. Met een agenda als de hunne ga je niet met ze in overleg. Dan heb je geen tijd om kopjes thee met elkaar te drinken en praatjes over hoe de boel bij elkaar te houden. Je gaat dan in gevechtstraining.

In Vlissingen is de strijd pas goed losgebrand. En als deze regering een meerderheid in de Eerste Kamer weet te winnen bij de komende verkiezingen, dan worden we als werknemers aan alle kanten opengehaald. Mijn advies: stop met polderen en neem de strijdposities in bij de strategische bedrijven. Laat zien waar de werkelijke economische macht in Nederland ligt en de boodschap is voor iedereen duidelijk."

(*) Uitwerking interview Maarten Muis.