Bijdrage van Meindert van den Berg aan de herdenking van de Februaristaking van 1941, georganiseerd door het Amsterdamse Abvakabo FNV-comité op 25 februari 2011.

Guus Duppen houdt korte toespraak als inleiding op de herdenking. Achter de tafel: Emile Roemer, Max van den Berg, Jan Moelee, Meindert van den Berg en Lotte Dunselman (Foto Wim Lankamp).

Beste mensen,

Dank aan het comité om mij de eer te gunnen dit jaar een bijdrage te leveren aan deze herdenking.

Dit jaar wil ik mijn bijdrage opdragen aan Jan Moelee. Ik heb hem niet gevraagd of dat mocht. Hij zou hebben gezegd dat het bij de herdenking van de Februaristaking van 1941 niet om hem gaat. Hij zou mij ervan overtuigd hebben dat ik een ander thema moest kiezen. Dan zou het voorspelbaar gaan over moed en solidariteit over opofferingsgezindheid en over vakbondswerk in de loop van de jaren en in het huidige tijdsgewricht. Over strijd tegen onrecht, discriminatie, antisemitisme en vreemdelingenhaat. Het zou dus voorspelbaar gaan over mensen zoals Jan Moelee.

Mijn eerste directe kennismaking met Jan was tijdens de acties van Gemeenteambtenaren onder de leus Vecht voor je Recht in 1993. Ik was net aangetreden als woordvoerder van de bond bij de Gemeente Amsterdam toen ik met mijn neus in de boter viel in de strijd om een goede cao.

In een demonstratieve optocht hadden wij de beschikking over een geluidswagen en achteraf kan ik zeggen dat er niemand meer geschikt was dan Jan Moelee om via de microfoon alle actievoerders een hart onder de riem te steken en te enthousiasmeren in hun verzet tegen de werkgevers en bij hun inzet om een eerlijke loonsverhoging af te dwingen. Klinkt bekend in de oren hè? Daarna heb ik Jan regelmatig, ondanks zijn hoge leeftijd een inspirerende bijdrage zien leveren aan het werk van de bond. Met als jaarlijks hoogtepunt de herdenking van de Februaristaking van 1941.

In het Amsterdamse Abvakabo FNV-comité dat die herdenking ook vandaag weer organiseert is Jan vanaf het begin een belangrijke en inspirerende kracht. De Februaristaking is nu 70 jaar geleden en Jan was toen 19. Vijf Jaar geleden heeft ons bondsblad Aaneen Jan geïnterviewd over zijn waarnemingen uit die tijd. Onze afdeling Repro heeft een aantal overdrukken van dat interview geproduceerd, die ik vandaag heb meegenomen.

Het gaat om een ooggetuigenverslag van die toen 19-jarige "hangjongere".
Het zijn zijn eigen woorden.
Hij heeft ook altijd beweerd dat hij zich beperkte tot het weergeven van de feiten, want die feiten spraken voor zich en hoefden niet aangedikt te worden.

"Met heldendom had het niks te maken" luidt de kop van dat interview.
Het is een citaat dat je van Jan kan verwachten. Maar ik zeg:
"Als mensen als Jan al geen helden zijn, wie zijn het dan?"

De stakers van februari 1941 hebben niet alleen een historische daad verricht, die elk jaar weer herdacht moet worden. Ze zijn mede dankzij die herdenking een belangrijke inspiratiebron voor mensen die zich er niet bij willen neerleggen dat er onrecht gedaan wordt.
Onrecht met als kenmerk dat mensen tegen elkaar uitgespeeld worden.
Onrecht dat zichtbaar gemaakt kan worden door te bewijzen dat het indruist tegen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Als lid van het bestuur van Abvakabo FNV ben ik er trots op dat ons comité de herdenking van deze daad levend houdt. Ik kom hier elk jaar om inspiratie op te doen en na te denken over de vraag wat van mij en van onze bond verwacht mag worden om een bijdrage te leveren aan de strijd tegen onrecht. De kerntaak van onze bond mag zich niet beperken tot het maken van juridisch afdwingbare afspraken voor werknemers en uitkeringsgerechtigden.

Het bondscongres van mei 2010 heeft er bewust voor gekozen om aan de voorgestelde kernwaarden van onze bond: betrokken, betrouwbaar en deskundig, de kernwaarde van solidariteit toe te voegen. Ik ervaar solidariteit als een vorm van welbegrepen eigenbelang. Als wij er niet voor blijven opkomen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen; als wij er niet aan blijven werken, dat degenen die zichzelf niet kunnen redden in staat gesteld worden om volwaardig deel te nemen aan onze samenleving; als wij ons niet zichtbaar en effectief inzetten voor het beschermen van degenen die met onredelijk geweld bedreigd worden, dan gaan we vroeg of laat met z'n allen naar de bliksem.

Ik ben wat ik noem geboren in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog en dat houdt voor mij in dat ik de lessen uit die meest zwarte bladzijde uit de wereldgeschiedenis ter harte wil nemen. De herdenking van de Februaristaking van 1941 is daarbij voor mij een belangrijke gebeurtenis. Ik dank het comité en in het bijzonder Jan Moelee, dat zij mij elk jaar weer inspireren om de afwegingen en de keuzes waar onze bond voor staat beter te maken.

Zoals gezegd: Jan zou me aangeraden hebben het over iets anders te hebben dan over zijn persoon, maar bij wijze van uitzondering mag ik u van hem vast wel vragen om onze waardering voor Jan Moelee in de vorm van een warm applaus te laten blijken.

Ik dank u voor uw aandacht.

Meindert van den Berg
Amsterdam, 25 februari 2011