De sociale verworvenheden van de naoorlogse periode: wat is er van over?

Dit is Deel 3 van 3 delen. Zie ook Deel 1 en Deel 2

Raoul Marc Jennar (België)

Raoul Marc Jennar analyseert de manier waarop de economische, sociale en politieke voorstellen, opgenomen in het Manifest van de Nationale Raad van Verzet [Conseil National de Résistance, CNR; Frankrijk 1943] uit 1944, zijn ontmanteld door de neoliberalen. In diskrediet gebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog en geconfronteerd met de krachtiger linkse partijen en de vakbonden, gaven de Franse ondernemers toe ten gunste van de arbeiders. Maar niet voor lang... (deel 3/slot)

Praten over waarden leidt onvermijdelijk tot een debat over ideeën en, door de manier waarop de samenleving is georganiseerd, lijkt dat debat al snel meer op een gevecht.

Natuurlijk zijn er waarden die algemeen worden gedeeld tussen verschillende stromingen. Als het er echter op aankomt deze waarden in de praktijk toe te passen, dan komen de verschillen naar voren en worden tot scherpe tegenstellingen.

Deel drie: zijn de waarden die de inspiratie vormden voor het CNR-programma nog steeds geldig?

Het is duidelijk dat de waarden die de intellectuele, financiële, economische en politieke elite eropna houden zeer weinig gemeen hebben met de waarden die de inspiratie vormden voor het Programma van de Nationale Raad van Verzet (CNR). Vandaag de dag zijn de dominante waarden die waarden die worden verspreid door de media en de zogenoemde 'opinieleiders', de nieuwe regisseurs van het bewustzijn, die ons bombarderen met hun voorgekauwde denkbeelden in de geschreven pers en op de radio en televisie. De propagandisten van dit 'nieuwe geloof', dat de soevereiniteit van de volkeren verwerpt, aarzelen niet om als de mensen niet naar hen luisteren ons, de 'ketters', daarvan te beschuldigen. Herinnert u zich nog de termen die zij gebruikten om diegenen in diskrediet te brengen die het niet eens waren met hun steun voor het Verdrag voor een Europese Grondwet in 2005, waarbij ze zelfs zo ver gingen om de mensen die hen niet volgden te beledigen? Dan komen al snel de woorden in herinnering van Bertold Brecht, na de arbeidersopstand in Oost-Berlijn in 1953: "Waarom, daar de bevolking geen vertrouwen meer heeft in de regering, ontbindt de regering de bevolking niet en kiest een andere?"

In het pensioendebat zijn we getuige van een zeer vergelijkbaar mediabombardement om, ten behoeve van een gunstige publieke opinie, de onrechtvaardigheid te rechtvaardigen van een hervorming die door de meerderheid van de bevolking wordt aangevochten.

Maar het probleem is niet alleen de kloof tussen de media en de bevolking. Nee, het hele landschap is veranderd. Ten tijde van de bevrijding na WO II was het voor een individueel land nog mogelijk om een samenleving op te bouwen gebaseerd op solidariteit en de waarden die de basis vormden voor het CNR-programma. Terwijl nu op basis van de Europese en internationale regelgeving, uitonderhandeld en geaccepteerd door onze regeringen, het niet is toegestaan af te wijken van Europese en internationale invloedssferen. Om de problemen op te lossen is het niet genoeg om te zeggen "laten we uit de WTO (Wereldhandelsorganisatie) stappen, of uit de Europese Unie". De globalisering van de handel, waarnaar alle regeringen gestreefd hebben sinds de jaren '80 van de vorige eeuw, verandert volledig de voorwaarden van het debat.

Deze verandering zet alles in een ander perspectief. Alle maatregelen die zijn genomen om ons te beschermen zijn weer afgebroken. Het hele concept van bescherming is uitgebannen. Om bescherming vragen zou tegen de geschiedenis ingaan! Bij de WTO gaat men zelfs zo ver dat men beweert dat protectionisme de oorzaak was van de Tweede Wereldoorlog! De heersende regel van nu is concurrentie, iedereen tegen iedereen. Nationale en internationale concurrentie. We moeten ons de beroemde discussie herinneren over de Bolkestein-richtlijn, die draait om het organiseren van concurrentie op het terrein van alle diensten en activiteiten binnen de Europese Unie. Of de WTO-overeenkomsten die iedere staat ertoe dwingen om alle obstakels weg te werken die de vrije circulatie van goederen en kapitaal in de weg staan, alle obstakels, inclusief sociale, gezondheidszorg en ecologische bescherming. Dat is de nieuwe wereldorde die onze regeringen hebben gebouwd in minder dan dertig jaar.

Kunnen de waarden die de basis vormden voor het CNR-programma nog steeds worden toegepast in deze nieuwe wereldorde?

Wij mogen geen moment twijfelen aan de relevantie van deze waarden. Het zijn universele waarden die zijn voortgekomen uit een groeiend bewustzijn, door de eeuwen heen en in het bijzonder sinds de Verlichting, dat mensen niets zijn zonder de maatschappij waarin zij leven, dat mens zijn boven alles betekent: een burger zijn. Deze waarden kunnen in drie woorden worden samengevat, woorden die meer dan welke slogan dan ook doorklinken maar nog steeds bereikt moeten worden: vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Onze begrijpelijke wens om de krachten te verenigen met anderen moet er niet toe leiden dat we vergeten dat deze waarden niet op dezelfde manier zijn en worden ervaren door de verschillende delen/groepen in onze samenleving. Voor sommigen, de minderheid maar met de meeste macht, zijn het gewoon woorden, gegraveerd in steen misschien, maar die hen tot niets verplichten en op geen enkele manier hun gedrag beïnvloeden. Voor anderen, de meerderheid maar het meest kwetsbaar, zijn het woorden van hoop, die vertellen over een wereld die nog gebouwd moet worden.

Alles hangt af van onze wil. De wil om privileges te geven aan een kleine groep of juist de wil om andere menselijke en sociale verhoudingen tot stand te brengen. De geschiedenis van de mensheid is een voortdurende confrontatie tussen de wensen van verschillende groepen: een ideologische confrontatie, in het bijzonder in de maatschappijen waar de publieke opinie geuit kan worden. En het is ook een politieke, economische en sociale confrontatie, in de zin van de ideeën en de machtsverhoudingen die ontstaan.

Het kan niet ontkend worden dat in de afgelopen dertig jaar de waarden die het CNR-programma hebben geïnspireerd naar de achtergrond zijn verdwenen. We hebben de ideeënstrijd verloren. Degenen die op basis van hun verantwoordelijkheden deze waarden hadden moeten verdedigen hebben dat nagelaten.

Maar ik ben een van diegenen die vindt dat het verliezen van een veldslag, hoe zwaar het verlies ook mag zijn, geen terugtrekking rechtvaardigt. Jaurès zei ooit: "De geschiedenis leert mensen dat grote opdrachten moeilijk zijn en dat resultaten daarbij langzaam worden bereikt, maar de geschiedenis rechtvaardigt ook onnoemelijke hoop." Deze woorden weerklinken in de woorden van de 'Man van 18 juni 1940' (Generaal de Gaulle) "die nooit moe wordt van het wachten in de schaduwen op het gloren van hoop."

In deze context hebben 13 grote verzetsstrijders een oproep gelanceerd op 8 maart 2004. In de wrede tijd waarin wij leven moeten degenen onder ons die geen moment accepteren dat alles verloren is, zich de waardevolle nalatenschap herinneren van deze strijders. Zij werden ook geleid door hoop. Zij engageerden zich. Zij deden mee. Om, zelfs met de grootste opoffering, de waarden te verdedigen en te propageren die hen motiveerden, toen zij geconfronteerd werden met hen die ze probeerden te vernietigen. "Wij willen mensen opnieuw ontdekken als we achterhalen wat hen vernietigd heeft," zoals Malraux zei.

Dus, zonder de geringste twijfel, antwoord ik: ja, de waarden die de auteurs van het CNR-programma motiveerden zijn nog even waardevol als ze altijd waren. Ik zou zelfs zeggen dat we ze nog meer nodig hebben dan voorheen. Ondanks of zelfs omdat we in de afgelopen 30 jaar zoveel terrein hebben verloren. Er is niets vaststaands aan zulke ontwikkelingen. De mensheid maakt vooruitgang en tegenslagen mee. Soms kan de vooruitgang alleen ontstaan onder de druk van extreme gebeurtenissen: hongersnoden, oorlog, revoluties. Soms is vooruitgang het resultaat van een volhardende wil om te hervormen, dat wil zeggen het inperken van onrechtvaardigheid door het systeem te veranderen.

Er is verzet, zelfs een groeiend verzet, in veel Europese landen waar degenen die niet verantwoordelijk zijn voor de crisis wel gedwongen worden voor die crisis te betalen. In Latijns-Amerika, na eeuwen van kolonisatie en onderwerping aan de Verenigde Staten, na decennia van bloedige dictaturen, hebben sterke, democratische bewegingen de loop der dingen veranderd.

Tegenwoordig worden de waarden die de verzetsstrijders motiveerden niet overgebracht via de kanalen die de publieke opinie vormen. Maar daar waar langzamerhand alternatieven ontstaan, zoals Médiapart, waar mannen en vrouwen samenkomen en als een gezamenlijke kracht die waarden hooghouden, houdt hoop hen op de been. Met vereende krachten, zoals gebeurde toen de linkse tegenstanders (in Frankrijk, nvdr) van de Europese Grondwet zich verenigden in 2005, wordt alles mogelijk. Tachtig procent van de arbeiders, 71 procent van de werklozen, 67 procent van de werknemers zei NEE tegen dit neoliberale project. Het was een echt klassenstandpunt. Het was de eerste glimp van hoop en het kwam van onderop. Laten we ervoor zorgen dat het zichtbaar wordt voor de elite en hen licht brengt.

Meer dan ooit tevoren hebben we een Internationale nodig van mensen die zich verzetten tegen de nieuwe orde, die ons al dertig jaar wordt opgelegd. Meer dan ooit tevoren moeten we ons ertegen verzetten dat we ons in onszelf terugtrekken, want dat speelt de dominante krachten in de hand, de krachten die hun voordeel doen met onze zwakheid op Europees en internationaal niveau.

De taak voor degenen die trouw willen blijven aan de idealen van de CNR-verzetsmensen is niet alleen om in opstand te komen maar ook om een sterke beweging te organiseren om deze idealen hoog te houden in Frankrijk, Europa en de hele wereld. Alleen op die manier kunnen ouders voor hun kinderen een betere wereld achterlaten dan de wereld die zij van hun ouders hebben gekregen.

Geconfronteerd met de waarden die mannen en vrouwen vernietigen en waarmee de mensheid en de aarde worden uitgebuit, moeten we de waarden van het CNR-programma sterker dan ooit tevoren verdedigen.

Bron: http://www.michelcollon.info. Vertaling Frans naar Engels Victoria Bawtree.
Vertaling uit het Engels J.Bernaven, 28 februari 2011.