Concurrentiestrijd tussen dollar en euro

ruppfoto.jpg

Rainer Rupp (*)

In de nacht van maandag 19 op dinsdag 20 september jl. heeft een nieuw stukje slecht nieuws de financiële markten opgeschud. Het Amerikaanse ratingbureau Standard & Poor's heeft de ratings op Italië, van 'A+' naar 'A' verlaagd. De verdere vooruitzichten zijn negatief.

Italië is de derde grootste economie in de eurozone en wordt letterlijk verstikt door een schuldenberg van 1900 miljard euro (120 procent van het bbp). Daarom zal deze afwaardering de toch al gehavende euro nog verder onder druk zetten, terwijl de dollar en het Britse pond van deze ontwikkeling nu reeds profiteren. Alsof de VS en Groot-Brittannië tijdens de wereldwijde financiële en economische crisis de enige stabiele veilige havens zouden zijn. Dit fantasiebeeld wordt inderdaad sterk gepromoot door de Angelsaksische media die voorzien in het merendeel van de wereldwijde financiële marktinformatie.

Ondanks al het gepraat over de noodzaak van een politiek van bezuinigingen hebben de landen van Europa en de VS in deze en de komende jaren nog miljarden euro's en dollars nodig om hun tekorten te financieren tegen de laagst mogelijke rente. Tegelijkertijd zijn de besparingen van de traditionele export-overschotlanden kleiner geworden. Ze zijn allang niet meer toereikend om alle tekorten te dekken.

Het ongebreidelde gebruik van de gelddrukpersen door de Europese en Amerikaanse centrale banken (ECB en Fed) heeft geleid tot een toegenomen wereldwijd wantrouwen in de solvabiliteit van de euro en de dollar, met het gevolg dat meer wordt geïnvesteerd in alternatieve beleggingen. Daarom bestaan er tussen de schuldverslaafde VS, Groot-Brittannië en eurozone rechtstreekse en verscherpte concurrentieverhoudingen om de krimpende pool van de wereldwijde besparingen met de laagst mogelijke rente aan te boren.

Dat lijkt voor de VS het meest profijtelijk door de euro wormstekig voor te stellen. "Het streven van investeerders naar zekerheid drijft de vraag naar Amerikaanse staatsobligaties op", schreef de Financial Times bijvoorbeeld op dinsdag 20 september jl. De rente die moet worden betaald voor effecten met een looptijd van twee jaar zou daarbij op een diepterecord van 0,1431 procent staan, terwijl de rente voor Italiaanse schuldpapieren steeg tot 5,73 procent.

De Italiaanse premier Berlusconi verwijt Standard & Poor's "politieke overwegingen" als de reden voor de verlaging en scheldt op de media. Zelfs als zijn Bunga-Bunga-verslaving zijn hersenen heeft beneveld, heeft hij in dit geval een punt. Omdat de argumenten die de Standard & Poor's gebruikt om de verlaging te rechtvaardigen allemaal ook van toepassing zijn op de Verenigde Staten. De prognose van het ratingbureau "zwakke groeivooruitzichten' zijn niet alleen van toepassing op Italië, maar ook op de VS.

In Rome wordt het herstel van de overheidsfinanciën inderdaad bedreigd door de politieke passiviteit van de regering, maar dat is in Washington nog duidelijker het geval. Maar hiervoor schijnen alle Amerikaanse ratingbureaus blind te zijn, als de dollar kan worden versterkt ten koste van de euro.

SBG., 20-09-2011, vert. wvdk.