Partij, individualisme en noodzaak van werken onder de massa

Wil van der Klift

Dit zou het ideologische thema voor een volgende conferentie kunnen zijn. Het kan ook goed dienen als ideologische discussie op de deelterreinen. Hoe ziet deze kwestie eruit in relatie tot jongeren, in het bedrijvenwerk, m.b.t. de bondgenotenpolitiek? Wat betekent het voor de krant?

Door deze invalshoek te kiezen wordt een uiterst actueel maatschappelijk en invloedrijk thema behandeld en wordt het mogelijk zinvolle, actuele en dringende kwesties aan de orde te stellen. De rol van de partij komt aan de orde zonder dat allereerst wordt ingegaan op de organisatorische kwesties (zoals genoemd in het (nog) niet aangenomen hoofdstuk 2 van het partijprogramma) zoals democratisch-centralisme, discipline, etc.

Thema's die (nog steeds/steeds meer) een grote drempel vormen voor een zinvolle discussie. De keuze voor het thema 'partij, individualisme en de noodzaak van het werken onder de massa' maakt de discussie inhoudelijker en brengt de werkelijkheid van alle dag dichterbij dan een louter organisatorische insteek.

Immers de dagelijkse strijd moet steeds opnieuw de noodzaak tonen van solidariteit en gemeenschappelijkheid. Moet de relatie tussen individuele groei en collectieve stappen vooruit duidelijk maken. De theoretische kennis uit het verleden moet steeds opnieuw aan de nieuwe praktijk worden getoetst. Dat geldt zeker nu in het Westen aanzienlijke delen van het proletariaat deel zijn gaan uitmaken van de middengroepen en hun denken en handelen daarmee veranderden. De voorliggende tekst is zeker niet rijp, noch theoretisch voldoende uitgewerkt, maar de noodzaak van een gezamenlijke discussie over het onderwerp is erg urgent. De tekst is een bewerking van een deel van het niet aangenomen hoofdstuk 2 van het partijprogramma, zoals dat nu wordt toegezonden aan nieuwe leden. Alleen al om die reden moeten we aan de slag met de discussie.

Partij, individualisme en de noodzaak van werken onder de massa

De overheersende burgerlijk-kapitalistische ideologie heeft zich gericht op een proces van voortgaande individualisering. Ideologische klassenstrijd is daarmee voor alles een kwestie geworden om deze aanval op het wezenlijk collectieve karakter van de menselijke samenleving te bestrijden. Het gevolg van het eenzijdig benadrukken van het individuele, van het persoonlijke is een ontkenning van het belang van saamhorigheid, gemeenschapszin, solidariteit en de noodzaak van gezamenlijke actie. Mede hierdoor laten mensen zich veel minder makkelijk langdurig organiseren of willen zij in hun organisaties slechts kortstondig verantwoordelijkheden dragen. In de dagelijkse economie en sociale leefwereld is onder andere een gevolg dat er sterk wordt ingezet op flexibilisering en (informele) netwerkvorming.

Communisten zijn het principieel oneens met deze eenzijdige, overgewaardeerde individualisering, die leidt tot kortetermijndenken, ongezonde vormen van flexibiliteit en radicalisering. Individualisering, marktdenken en consumentisme vormen de basis van de heersende klasse voor haar pogingen om te overleven. Daarmee is de ideologie van de individualisering een van de belangrijkste wapens geworden in de handen van het kapitaal.

De partijorganisatie moet hier passende antwoorden op vinden.

Antwoorden op deze vragen houden in ieder geval in dat de partij zich naar buiten (en binnen) openstelt en organisatievormen zoekt die eigentijds, democratisch én doeltreffend zijn om de banden met de arbeidersklasse en de werkende massa op te bouwen. Daarbij moet met de beperkte actieradius van de partij uiteraard rekening worden gehouden.

Concreet kan men denken aan:

  1. De partij moet contact onderhouden met de verschillende lagen van de bevolking, o.a. door open discussies, thema-avonden, conferenties en andere eigentijdse vormen van overleg en discussie. Doelen hierbij zijn niet-leden politiek op de hoogte stellen en te activeren, en zo mogelijk niet-leden op een aantrekkelijke en goed georganiseerde wijze een eigen weg te bieden naar de communistische partij. Omgekeerd moet de partij (ook) via regelmatig contact zich op de hoogte stellen van actuele ontwikkelingen en standpunten. Ook dat kan via thema-avonden, zowel door de NCPN belegd als samen met of door anderen.
  2. Veel (soms openbare) basis- en kaderscholing, om de emancipatie, het ontwikkelen van een van het kapitalisme onafhankelijk bewustzijn bij de massa te bevorderen.
  3. Niet alleen propageren, maar evenzeer zich lerend, open opstellen in contacten met de massa, het doelbewust organiseren van reacties uit de bevolking op onze standpunten.
  4. Actief optreden en deelnemen in de vakbonden en andere maatschappelijke massaorganisaties en partijleden in hun optreden daar inhoudelijk steunen. Kijken hoe grenzen kunnen worden verlegd in progressieve richting. Partijleden brengen hun mening en ideeën in en houden zich aan democratische structuren van massaorganisaties. Dit laatste sluit niet uit dat aan veranderingen van die structuren op een actieve manier kan worden bijgedragen.
  5. De partij treedt openlijk op voor democratische coalities met anti-imperialistische en progressieve groepen en personen, zonder de eigen principieel socialistische inzet te verloochenen. Deze coalities kunnen ook resulteren in progressieve netwerken, al dan niet met gebruikmaking van moderne communicatiemiddelen, zoals internet.
  6. Actiecomités op deelterreinen van het programma, waar velen kunnen kennismaken met de partij (en andersom) zijn onontbeerlijk. De partij kan niet zonder de nodige samenwerkingsvormen, waarmee bondgenoten in de strijd kunnen worden gemaakt.

Collectiviteit, 'teamgeest' en de macht van het kleine

Tot de grondslagen van het partijleven behoort ook de geest van collectiviteit tussen de leden van de partij en in het bijzonder tussen de leden van de besturen en uitvoerende organen van de partij. Dit is wat men een aan de sport ontleende uitdrukking 'teamgeest' zou kunnen noemen, wanneer men er op uit is zijn eigen persoon op de voorgrond te stellen, zonder de andere leden van het team te helpen en ermee rekening te houden. Het eigen optreden moet de collectiviteit versterken, moet in dienst staan van de collectiviteit, anders kunnen er gezamenlijk geen goede resultaten worden behaald.

Individueel optreden is een typische eigenschap van de kleinburgerij en hetkleinburgerlijke intellectualisme; het proletariaat heeft meer ervaring met en baat bij collectief optreden en is daarom onmisbaar voor vruchtbaar werk in de proletarische partij.

Collectiviteit of teamgeest betekent echter niet dat er geen leiding moet zijn in de bestuurs- en werkorganen, dat iedereen gelijk is en dat niemand persoonlijke verantwoordelijkheid draagt. Collectiviteit komt niet spontaan tot stand, zij moet georganiseerd en geleid worden. Teamgeest betekent dat de hele ploeg besluiten neemt over de wijze van werken en het te bereiken doel. Daarbij moet elk lid van de ploeg verantwoordelijk zijn voor de hem door het team opgelegde taak en tevens voor de gehele ploeg.

Eén van de belangrijkste voorwaarden voor het succes van de strijd van de partij en voor het partijleven is de aandacht voor het kleine, dagelijkse werk. Elke grote taak bestaat uit de som van vele kleine taken. Indien de partij niet de grootste aandacht aan het kleine werk schenkt, indien dit niet met volharding en stiptheid verricht wordt, zal de partij ook niet in staat zijn haar grootste taak te volbrengen, het verwezenlijken van het communisme.