'Ik strijd voor toekomstige generaties arbeiders'

Interview met Herman de Haas, medewerker Stichting Veilige Haven (SVH)

herman.jpg
Herman de Haas (Foto Manifest/WvdK).

Wil van der Klift en Maarten Muis

Herman de Haas is sinds anderhalf jaar aanwezig bij de vergaderingen van FNV Vecht Voor Je Recht. Hij is 'Policy Officer' bij de Stichting Veilige Haven, een stichting voortgekomen uit de wens van de vakbonden voor een verdere bewustwording onder havenarbeiders m.b.t. veilige arbeidsomstandigheden in de Nederlandse zeehavens.

Herman is niet spaarzaam met zijn kritiek op vakbondscollega's die niet volledig gaan voor een strijdbare, brede en democratische vakbeweging. Het hoofdbestuur van FNV Bondgenoten, dat zegt te willen vernieuwen en de verenigingsdemocratie daarbij ondergraaft, vindt hem als kritisch bondsraadslid tegenover zich.

Je komt zelf uit de havens. Wanneer en hoe ben je actief geworden voor vakbeweging?
Herman de Haas
De vakbondsbestuurders van sector Havens in dit gebouw hebben allemaal een werkachtergrond, in tegenstelling tot veel academisch geschoolde bestuurders die hier ook zitten. Ik kom van de Havenpool SHB en ben tot aan het faillissement in 2009 voorzitter van de ondernemingsraad geweest. Ik heb 41 jaar in de havens gewerkt en heb markante arbeidersleiders als Flip Schults, Sjors Klaassen en Jim Stavinga meegemaakt. Zij waren voor mij voorbeelden van strijdbare vakbondsmensen die op het juiste moment de leiding namen. In 1989, bij de reorganisatie van het stukgoed 'De kus van Delft', ben ik kaderlid geworden. Ik ben ook sinds acht jaar bondsraadslid bij FNV Bondgenoten.
Wat is de doelstelling van Stichting Veilige Haven (SVH) en welke acties organiseren jullie?
HdH
Er is een afspraak in de cao's in de havens gemaakt over het invoeren van een Veiligheidscertificaat Havens (VCH), dat alle havenarbeiders zouden moeten bezitten. In de haven van vandaag de dag is door het gebruik van groot en zwaar materieel een ongeluk fataal of heeft zwaar letsel tot gevolg. Toezien op veilig werken is dus een zaak van iedere arbeider. Voor het implementeren van dit certificaat is een onafhankelijke stichting opgericht die paritair, dus zowel door vakbeweging als werkgevers, bestuurd wordt. De stichting geeft gevraagd en ongevraagd adviezen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. We hebben acties georganiseerd rondom anti-insectengas dat in containers gespoten wordt en aandacht besteed aan mogelijke atoomstraling en fall-out op lading en containers na de ramp in Fukushima.
De werkende klasse heeft veel arbeidsrechten moeten inleveren de laatste dertig jaar en heeft aan macht ingeboet. Wat zijn jouw ervaringen in de haven daarmee?
HdH
Tot nu toe tolereren havenarbeiders geen inzet van onbekwame, onbevoegde en onderbetaalde collega's. We merken wel dat onder druk van de EU de arbowetgeving afgebroken en de arbeidsinspectie bijna compleet ontmanteld is. Ook wat betreft deelname aan het certificaat laat de overheid weten niet te belemmerend voor de economie te willen zijn en liever 'een pas op de plaats' te willen maken.

Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe de haven rond 1989 in volle vaart veranderde. Eerst gedomineerd door het stukgoed dat veel mensen nodig had, daarna veranderd in een fabrieksmatige containeroverslag. Op de Maasvlakte is op - en zeker niet de kleinste - terminals een minimale inzet van havenarbeiders. Het zijn bijna spookterminals. Alles wordt gedaan door een aantal kraanmeesters en iemand die beneden controleert of de containers vaststaan of losgemaakt moeten worden.

Het verder verwerken van de inhoud van containers is vooral naar terminals in het binnenland verplaatst. Het uit- en inladen en verder verwerken van goederen moest volgens werkgevers en eigenaren van de goederen uit de, volgens hen, dure arbeidskostenomgeving van de Rotterdamse haven worden gehaald. In het provinciale 'achterland' staan grote loodsen waar goedkope(re) arbeidskrachten uit onder meer Oost-Europa nu de containers uit- en inladen. Daar hoeven ze de cao Havens niet te betalen. Zo is het spel gespeeld.

Je bent lid van de bondsraad van FNV Bondgenoten. Je hebt openlijk kritiek op het functioneren daarvan. Welke ervaringen heb je daar opgedaan?
HdH
Ik heb in die acht jaar dat ik in de bondsraad zit vooral de teloorgang van de sociale agenda van de vakbeweging gezien. Toen ik eens vroeg in een discussie wat de bondsraad in die acht jaar had binnengehaald, kwam ze niet verder dan een half procent meer loonruimte. We hebben van alles meegemaakt: de afbraak van de WW, WAO, arbeidstijdenwet, arbowetgeving en kort geleden de AOW en de pensioenen. Een nieuwe aanval op het ontslagrecht komt er aan. Ik heb plaatsvervangende schaamte voor de 86 leden van de bondsraad. Zij mogen het zich wel aantrekken dat ze al die verslechteringen in Nederland hebben laten passeren. Te vaak maakten de bondsraadsleden een terugtrekkende beweging als het nodig was door te pakken.
De boel zit aardig vast in de FNV. Hoe komt dat volgens jou en wat moet er gebeuren om er weer beweging in te krijgen?
HdH
Door steeds maar aan te sturen op compromissen is er een geïndividualiseerde maatschappij ontstaan waar iedereen maar in zijn eentje calculerend zijn hachje zit te redden. Er wordt nu nog vooral aangestuurd op het binnenhalen van deelbelangen voor de huidige groepen vakbondsleden, terwijl er meer gedacht zou moeten worden aan toekomstige generaties arbeiders. De vakcentrale FNV gaat nu zonder enige invloed van de achterban zijn gang in het sluiten van akkoorden. De vakbond moet terug naar de corebusiness en dat is zorgen dat er moedige en mondige mensen op de werkvloer rondlopen. Er moet een BOM onder: Bewustwording, Organiseren en Mobiliseren. Dus niet een organisatie zijn van bestuurders die zenuwachtig worden als ze de confrontatie moeten aangaan.
Het polderen moet stoppen?
HdH
Het probleem is vooral het polderen geweest. Het is het omdijken van de arbeiders, ze controleren. Tot polderen werd besloten omdat werkgevers nooit meer een, in hun ogen, 'losgeslagen' bende arbeiders wilden hebben die, zoals in 1979, het werk zes weken platgooide. Het polderen moet gestopt worden, want het is het indammen van de macht van de arbeidersmassa.

Als ik nu zie wat er voor verslechteringen bijvoorbeeld worden doorgevoerd in de zorgverzekeringen, dan is me duidelijk dat we de brede sociale agenda van de vroegere vakbeweging weer als leidraad moeten nemen. Nu zien we overal nog het doordouwen van de vrije markt-doctrine van Milton Friedman. De huidige crisis wordt alleen maar aangegrepen om nog harder door te pakken in het afbreken van de verzorgingsstaat. Je zou maar jong zijn vandaag de dag, denk ik soms. We moeten echt weer in het offensief.

Jongeren betrekken bij vakbondswerk is van groot belang. Wat is jouw visie daarop?
HdH
Ik werk er hard aan om de fakkel te kunnen overdragen aan jongere arbeiders. En nodig ze uit als mondige leden posities binnen de verenigingin te nemen. Daarom is de democratie van de vereniging zo belangrijk, zodat het geen klapvee wordt. Het idee dat verspreid wordt als zouden de oudjes de jongeren tegenhouden is onzin. Het probleem is het gebrek aan profilering van de vakbond als organisatie om de positie van de werkenden en uitkeringsgerechtigden te verbeteren.

Sinds het Akkoord van Wassenaar (Wim Kok, 1982) zien de mensen een vakbond die vooral duidelijk maakt dat we maar rustig moeten gaan slapen, dat alles vanzelf goed komt. Dat polderen heeft ons nergens gebracht. Binnen de haven worden de jongeren wel lid, omdat we duidelijk maken dat het noodzaak is om lid te worden. Als ze zien dat de vakbond effect heeft, worden ook jongeren lid. En dat gebeurt in de havens.

FNV Bondgenoten heeft net een turbulent congres achter de rug. Wat is jouw oordeel over de door het hoofdbestuur gewenste 'vernieuwing'?
HdH
De vernieuwing is de vereniging afpakken van de leden. Het is het optuigen van een nieuwe organisatie ter meerdere glorie van het hoofdbestuur, de werkorganisatie en het almachtige FNV-verhaal in de toekomst. Ik ben blij dat dit proces op het congres deels gekeerd is. Dat de vereniging toch nog wat te vertellen houdt. Ik vond het zo eng dat het hoofdbestuur met deze vernieuwing zijn tentakels over de vereniging uitstrekt. Er zou in de plaats daarvan een greep naar macht van onderaf moeten plaatsvinden.
Een redelijk nieuw fenomeen is de methode 'organizing' binnen de FNV. Hoe kijk jij daar tegenaan?
HdH
De kracht van organizing vind ik dat ze als vakbondsbestuurders echt een bedrijfstak induiken. Ze staan gelijk met de enkels in de klei. Enkele aspecten van de praktijk van organizing vind ik minder goed. De methode bestaat vooral uit het opjutten van arbeiders dat ze het zelf moeten doen. Collectieve boosheid ontwikkelen is goed, maar je moet de mensen hulp en goede begeleiding niet ontzeggen. Bij vakbondsstrijd gaat het ook om het structureren van de vakbondsorganisatie op de werkvloer. Daarbij hoort de vakbond verder te kijken dan alleen arbeidsvoorwaarden.
Jij ziet het strijdterrein van de vakbeweging breder dan alleen opkomen voor goede arbeidsvoorwaarden?
HdH
De vakbond moet mensen ook bewust maken van wat hen kan overkomen, zoals bedrijfssluitingen en bedrijfsongevallen. Dat je weet dat je een goed sociaal vangnet moet hebben. Een brede sociale agenda moet leidend zijn. Naast goede arbeidsvoorwaarden moeten we ook eisen dat de energie betaalbaar is en dat de prijs van je boterham niet afhankelijk mag zijn van schommelingen op de wereldmarkt voor graan. En dat we ons niet een poot laten uitrukken als de prijs van aardappels opeens uit de klauwen loopt. Wij moeten ons bewust zijn dat we het allemaal betalen moeten van de arbeid die we verkopen. De vakbond moet meer offensieve eisen stellen zolang het grootste stuk van de te verdelen arbeidsopbrengsten, onze taart, voor onze neus weg gegraaid wordt.

uitwerking interview Maarten Muis