Faillissement vooruitslepen

Rainer Rupp

"De taal van de politici is niet meer in staat om de werkelijkheid te vangen", schreef kortgeleden de auteur en letterkundige Ingo Schulze in de 'Süddeutschen Zeitung'. Dat geldt ook voor onze media, in het bijzonder als zij kritiekloos bazelen over de steeds nieuwe acties om de euro te redden.

In plaats van de in zwarte streepjespakken naar Athene reizende 'liquidatoren' van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Unie (EU) op zijn minst journalistiek aan te klagen, en ze hun schandelijke werk te bemoeilijken, moedigt onze pers de liquidatie van de laatste resten van de verzorgingsstaat van die 'luie' Grieken door de neoliberale doodseskaders ook nog aan.

In plaats van een beroep te doen op de solidariteit onder de volkeren tegen de klassenstrijd van boven, doen onze media verslag van banaliteiten. In plaats van verontwaardigd te zijn over de door de heersende klasse opgelegde massale verarming van de volkeren van Europa, stimuleren zij alleen maar de Duitse grootheidswaanzin, bijvoorbeeld door krantenkoppen als "Jaloezie over Superduitsland".

Nog schandelijker is echter het zwijgen van de media over het bijzonder onmenselijke project dat de 'EU-elite', onder aanvoering van onze 'ijzeren' kanselier, voor de 'redding' van Griekenland bedacht heeft. Hoewel het land bankroet is, hoe men de zaken ook wendt of keert, en alleen een radicale en uitgebreide schuldsanering hoop en verlichting kan brengen voor de massa van de Griekse bevolking, probeert de EU-elite die massa van de bevolking in een jarenlange, renteslavernij vol ontberingen te onderwerpen, waarbij aan het eind van de afbetaling het land nog steeds bankroet is. Daarvan profiteren alleen de banken en het neoliberaal Europroject, terwijl de sociale kosten van deze criminele verschuiving van het faillissement op de massa van de Griekse bevolking wordt afgewenteld.

Over het overleg van de EU-ministers in Brussel, vorige week, berichtten de media de volgende feiten: als de private banken instemmen met een Griekse schuldsanering van 100 miljard euro en de regering in Athene nog hardere bezuinigingsmaatregelen doordrukt dan tot nu toe, zal het land in maart niet bankroet gaan maar uit het EU-hulpfonds nog een hulplening van 130 miljard euro ontvangen. Dankzij ongekend scherpe ingrepen in het sociaal vangnet van het land, een enorme korting op rente en uitgaven voor scholen en universiteiten enzovoort, zou het Griekenland kunnen lukken om zijn schuldenlast terug te brengen van de huidige circa 160 procent van het bnp naar 120 procent in 2020. En dat moet de redding zijn?

Zelfs als de vanuit Berlijn gedicteerde EU-sanering volgens plan zou verlopen, dan is Griekenland na acht tot negen jaar van zware ontberingen pas in 2020 in de situatie waarin Italië zich nu bevindt: een schuld van 120 procent van het bnp en daarmee nog altijd op de rand van de afgrond. Hoewel de economie van Italië veel sterker is en een evenwichtiger structuur heeft dan die van Griekenland, kon Italië tot voor kort op de financiële markten alleen nog tegen afschrikwekkende rente geld lenen. Zal de redding van Griekenland er in 2020 zo uitzien? Een kind kan zien dat dat niet kan werken. Maar waarom doet de Europese elite dan toch zulke grote inspanningen?

Het gaat er niet om Griekenland te redden maar om het onvermijdelijke bankroet van Griekenland te vertragen. De banken en verzekeringen hebben zoveel geld in Griekenland geïnvesteerd dat zij bij een grote betalingsachterstand van Griekenland zelf bankroet kunnen gaan. Bovendien kan bij een bankroet van Griekenland ook Portugal omvallen. Om tegen deze storm gewapend te zijn moet het Europees bankensysteem dringend zijn schulden afbouwen en de verhouding tussen vreemd kapitaal en eigen kapitaal van ongeveer 50:1 naar 9:1 terugbrengen. Daarvoor moeten de Europese banken volgens de EU-toezichthouder zo snel mogelijk 114,7 miljard euro aan eigen kapitaal vergaren. Daarbij kunnen de banken wel gewoon verder gaan met sjoemelen, door de zogenaamde 'Schrottpapiere' (1), die ze nog niet voor de nominale waarde hebben verkocht aan de ECB, voor een zelf geschatte hoogste waarde in hun vervalste balansen kunnen opvoeren.

De daadwerkelijke sanering van de banken is een lang proces, dat nog veel jaren zal duren. Tot dat proces is afgerond mag Griekenland niet bankroet gaan en moeten de Grieken verder bloeden voor de banken.

Eind 2011 kwam het toch bijna tot een crash, toen de Europese financiële sector dreigde te bevriezen door een 'ijstijd' vergelijkbaar met de Lehman crisis. Half december gaf de nieuwe president van de ECB, Mario Draghi, waarschijnlijk tegen de statuten in, de Europese banken 500 miljard euro, tegen een rente van één procent en met een looptijd van drie jaar. De Europese Centrale Bank vond het voldoende zekerheid geven dat de banken hun 'Schrottpapiere' aan de ECB verkochten, die ze aannam tegen de nominale waarde. Recente statistieken laten echter zien dat deze enorme uitbreiding van de bankliquiditeit vrijwel niet ten goede is gekomen aan de kredietverstrekking ten gunste van de werkelijke economie, de producenten of consumenten.

In plaats daarvan hebben de banken bijvoorbeeld heftig meegedaan aan het verkrijgen van schuldbekentenissen voor leningen aan 'probleemlanden' in de Eurozone. In bijvoorbeeld Italië heeft dat geleid tot een rentedaling van ruim zeven procent naar vijf procent, dat was voor de banken als 'manna uit de hemel'. Na aftrek van de ECB-rentekosten blijft voor de banken nog altijd vier procent over, wat bijvoorbeeld bij een bedrag van 100 miljard euro over een jaar berekend een geschenk betekent van de ECB aan de banken van een bedrag van vier miljard euro. Op deze manier wordt geld verdienen weer leuk en lonkt ook weer een aanzienlijke bonus.

(1) [nvdr: 'Schrottpapiere' zijn schuldpapieren voor vrijwel waardeloos geworden leningen van banken, in het leven geroepenom het financieel verkeer weer op gang te helpen. Zie voor meer informatie o.a. http://www.duitslandweb.nl/dossiers/overzicht/financiele+crisis/banken

3 februari 2012, vert. J.Bernaven.