Mondiale systeemcrisis

De toekomst van de eurozone

draghi.jpg
Barroso (EU, onder) en Draghi (ECB, boven), handlangers van het (groot)kapitaal die de schade voor de speculanten beperken ten koste van de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking.
macht2.jpg thes3.jpg
In Griekenland neemt het verzet tegen de Trojka (EU, ECB en IMF) steeds meer toe. De KKE verbrandt in Thessaloniki de vlag van de EU (Foto: KKE).

Toelichting bij GEAB artikelen:

De redactie van Manifest vindt het zinvol om eventuele verwarring bij de Manifestlezer over de status van GEAB weg te nemen. Zeker gezien de analyse die we in deze krant plaatsen.

LEAP/E2020 (GEAB) is een burgerlijk/kapitalistisch, niet marxistisch onderzoeksbureau. Wij schreven dat al eerder. Twee zaken maken dat we hun analyses toch publiceren:

  1. GEAB biedt enig tegenwicht tegen de Angelsaksische overkill aan informatie die de Nederlandse media domineert.
  2. In de afgelopen jaren zijn gemiddeld vier van de vijf voorspellingen van LEAP/E2020 juist gebleken.

Dat het bureau positief staat ten opzichte van de Duitse dominantie in Europa en bovendien onverkort de zijde kiest van de Europese kapitalistische integratie ligt voor de hand. Het is hun handelskenmerk.

De NCPN heeft hierover totaal andere gedachten. Wij (er)kennen maar één Europa: een socialistisch Europa.

Maar LEAP/E2020 beschrijft de huidige ontwikkelingen wel messcherp juist. Wij zijn daar niet blij mee, maar dat doet niets af aan het feit dat kapitalistisch Europa zich weet te handhaven en dat de rol van Duitsland in dat proces dominant is.

Feiten blijven feiten, ook al zijn ze niet leuk.

Noot:

Een vooruitblik van LEAP/E2020 is te vergelijken met een weersverwachting van het KNMI of een economische verkenning van het CPB: het is geen beschrijving of verklaring van de bestaande situatie, maar een toekomstvoorspelling waarmee de lezer al dan niet rekening wenst te houden.

De verschillende instituten werken op basis van burgerlijk-wetenschappelijke methoden van rationele en objectieve analyses (politieke anticipatie, meteorologie en economie).

De waarde van elke voorspelling moet uit de praktijk blijken en dat is dus achteraf.

Volgens de onafhankelijke Europese denktank LEAP/E2020 begint de mondiale systeemcrisis aan een fase waarin wereldwijd nieuwe geopolitieke evenwichten tot stand komen en waarin Europa steeds meer afstand neemt van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Het onderzoeksteam voorspelt dat de eurozone in de periode 2012-2016 uitgroeit tot een nieuwe volwaardige wereldmacht, mits de Europese elite bereid en in staat is om - tegen de invloed van de Europese technocraten en de nationalistische bewegingen in - aan het proces van de Europese integratie een democratische basis te geven. Onderstaand persbericht bespreekt de verwachte ontwikkelingen in de jaren 2012 en 2013, waarin op institutioneel en financieel-economisch gebied de eerste voorbereidende stappen worden gezet.

Persbericht bij GEAB nr. 62 (17 februari 2012)

Zoals wij hadden voorspeld, is de - vooral door de City van Londen en Wall Street gevoede - angst dat de eurozone uiteen zou vallen als gevolg van de Griekse schuldencrisis ongegrond gebleken. Zij is juist versterkt uit dit hevig conflict met haar 'natuurlijke bondgenoten' tevoorschijn gekomen. Inde periode 2012-2016 zal volgens ons stapsgewijs een nieuwe volwaardige wereldmacht tot stand komen: 'Euroland' met alle attributen van een soevereine staat, zoals een eigen munt, begroting, economie, buitenlands beleid en defensie. Voorwaarde voor deze ontwikkeling is evenwel dat er eindelijk werk gemaakt wordt van de democratisering van het Europees integratieproces. Ondanks de vele economische, financiële, strategische en politieke uitdagingen zullen de Europeanen enerzijds dus in de komende vijf jaar een belangrijke rol spelen bij het tot stand komen van een nieuw mondiaal geopolitiek evenwicht, terwijl anderzijds in de komende maanden intern een radicaal nieuwe fase van de Europese integratie van start zal gaan.

Halverwege 2012 zal een groot aantal landen van de eurozone nieuwe nationale politieke leiders hebben (Spanje, Italië, Griekenland, Frankrijk, Slovenië en België) of kort daarna krijgen (Duitsland). De eurozone wordt vanaf dan geleid door mannen en vrouwen waarvan de meesten aan de macht gekomen zijn na het begin van de crisis. Tot eind 2011 was het tegendeel het geval, de meeste leiders in de eurozone waren de winnaars van verkiezingen in de wereld-voor-de-crisis. Zij waren over het algemeen middelmatige politici en in het geheel niet voorbereid op de teloorgang van de waarden en opvattingen die hun wereld tot 2008 hadden gevormd. Desondanks hebben ze redelijk goed gereageerd op de mondiale crisis en daarna de Griekse crisis (en hun beider gevolgen) tegen de achtergrond van een felle aanval op de gemeenschappelijke Europese munt door de City van Londen en Wall Street. Dit is eens temeer een bewijs voor de grote integratiedynamiek die in de eurozone aanwezig is. Zij vormden eigenlijk een generatie van politici die het minst voorbereid was om 'de Europese integratie te redden', omdat zij meestal niet zo erg in Europa geïnteresseerd waren en hun loyaliteit meer uitging naar de banken en Washington. Zij worden nu opgevolgd door een generatie van politici die geboren zijn na de ondertekening van het Verdrag van Rome (1957) en voor wie Europa, in tegenstelling tot de babyboomgeneratie, het natuurlijk sociaal-politiek terrein vormt.

Als zelfs onvoorbereide en onbetrouwbare leiders midden in een historische crisis antwoorden wisten te vinden die de fundamenten voor 'Euroland' versterkten, dan is het alleszins redelijk te veronderstellen dat meer geïnspireerde en beter voorbereide leiders - zij hebben immers zelf deze crisis meegemaakt voordat ze aan de macht kwamen - in staat zullen zijn het minstens evengoed, zo niet beter te doen. Daarbij komt nog een andere factor die het Europees besluitvormingsproces bepaalt: omdat er geen sprake is van een gedemocratiseerd systeem zijn de technocraten de werkelijke spelleiders in het EU-circuit van Frankfurt (ECB), Brussel en de nationale hoofdsteden. Zij hebben sinds de oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en Staal) in 1953 de Europese integratie stapje voor stapje opgebouwd, zij hebben in de afgelopen twee jaar onze zwalkende leiders de oplossingen aangereikt, en zij zijn alweer de plannen voor de komende paar jaar aan het voorbereiden. Maar om een stap vooruit te zetten in de Europese integratie hebben deze bureaucraten wel steeds de politici nodig en die zijn alleen bereid om risico's te nemen als ze bang zijn (en dan kan er slechts sprake zijn van reactie zoals het geval was in 2010-2011) of als ze een echte toekomstvisie hebben (en dan levert dat actie, dus plannen en projecten op zoals in 2012-2016).

Na een periode van 'het aandraaien van de duimschroeven' - zoals terecht geëist door de overschotlanden Duitsland, Nederland en Finland - ontwikkelt zich overal in de eurozone onder de elite het idee dat het ook noodzakelijk is om op een positieve manier met de toekomst aan de slag te gaan middels conjunctuurplannen en investeringsprojecten. Het doormaken van een bezuinigingsfase was volgens ons onvermijdelijk, want de verdere integratie van de eurozone vereist gemeenschappelijke regels die ook werkelijk worden toegepast, en een einde aan de politiek van alsmaar groeiende overheidsschulden (zoals de afgelopen decennia gepromoot door de bankiers en de financiële centra van de City en Wall Street). In 2012 en 2013 zullen de nieuwe regels voor de begroting, de belastingen en het economisch beleid van de eurozone hun beslag krijgen: gemeenschappelijke begrotingscontrole, stappen in de richting van fiscale harmonisatie, het onderbrengen van de financiële euromarkten in de eurozone, versterkte financiële regulering, een Europees kredietbeoordelingsbureau, een financiële transactiebelasting, euro-obligaties, invoering van een maximumgrens voor de mate waarin overheidsschuld afhankelijk mag zijn van financiële markten buiten de eurozone, ... allemaal stappen in de richting van een soeverein 'Euroland'.

Voor de politici die in de eurozone aan de macht gaan komen zijn deze ontwikkelingen vanzelfsprekend, voor hun voorgangers waren ze revolutionair. Op deze basis zullen de komende twee jaar dan ook verschillende belangrijke gemeenschappelijke initiatieven genomen gaan worden die bedoeld zijn om aan de toekomst te bouwen: een gemeenschappelijk programma van overheidsinvesteringen in een gemeenschappelijke infrastructuur op het gebied van transport, onderwijs, opleiding, gezondheidszorg, en wetenschap en technologie. De financiering hiervan zal een van de grote debatten van de komende twee jaar uitlokken, want volgens ons zal men geen andere keuze hebben dan rechtstreeks te lenen van de Europese burgers om zo de banken en de financiering via de financiële markten te omzeilen. Het gaat dan om een bedrag van rond de 500 miljard euro, vergelijkbaar met de omvang van het permanent noodfonds ESM (Europees Stabiliteitsmechanisme, de opvolger van het tijdelijk fonds EFSF). De helft van dit bedrag zal worden gebruikt om (met behulp van euro-obligaties) de overheidsschulden minder afhankelijk te maken van de internationale financiële markten en de andere helft voor de financiering van de belangrijke toekomstprojecten. Zoals het ESM de voorloper vormt van een Europees Monetair Fonds, zo is deze grote lening het fundament voor een Europees ministerie van Financiën. En zij zal een onderdeel gaan vormen van een geheel van Europese sociale solidariteitsinstrumenten die vanaf 2014 geleidelijk de vele bestaande structuur- en regionale fondsen van de EU moeten vervangen.

Vanaf de tweede helft van 2012 zal ook Frankrijk weer een constructieve bijdrage aan het Europees project gaan leveren. Velen zijn vergeten dat dit land zich 17 jaar geleden verregaand uit het Europees besluitvormingsproces heeft teruggetrokken. Of het nu Jacques Chirac of Nicolas Sarkozy betrof, sinds 1995 had geen van de Franse presidenten nog echte belangstelling voor Europa, zoals daarvoor De Gaulle, Giscard en Mitterand. De aanstaande presidentsverkiezingen zullen volgens ons echter gewonnen gaan worden door de socialistische kandidaat François Hollande. Hij is een Europeaan van het type Mitterand-Delors en heeft als toekomstig politiek leider in de eurozone van 2012-2016 het juiste profiel van een goed teamspeler. Het Europees besluitvormingsproces - met zijn langdurige onderhandelingen en gedetailleerde compromissen - zal immers chaotisch en langzaam blijven, in tegenstelling tot besluitvorming op nationaal niveau. Dat karakteristieke kenmerk van het verloop van de Europese integratie is tevens een van de voorwaarden voor haar effectiviteit, want zo zal elk land in de praktijk brengen wat gezamenlijk besloten is.

En tenslotte zal in de komende twee jaar het onderscheid tussen de eurozone en de Europese Unie versneld groter worden, een verschijnsel dat in feite het hele komende decennium zal kenmerken. De eurozone, die voor een belangrijk deel nog functioneert in de vorm van informele netwerken, zal zich langzamerhand gaan voorzien van enkele institutionele fundamenten. Die zullen echter bescheiden blijven, want niemand wenst een herhaling van de bureaucratie die Brussel momenteel zo verlamt. Zowel ten behoeve van de ECB (Europese Centrale Bank) als het ESM (Europees Stabiliteits Mechanisme) zal op korte termijn een permanent bestuurssecretariaat binnen de eurozone nodig blijken, aangevuld met nog enkele specifieke instellingen. Binnen het Europees Parlement zal - naar het voorbeeld van de euro-toppen van de regeringsleiders - een bijzondere structuur gecreëerd moeten worden waardoor vergaderingen van uitsluitend de vertegenwoordigers van de eurolanden voor de bespreking van specifieke eurozone-onderwerpen mogelijk worden.

Deze ontwikkeling zal sneller verlopen naarmate het VK sterker probeert de activiteiten van de eurozone te vertragen of te blokkeren, zoals het contraproductief effect van het Brits veto van afgelopen december heeft aangetoond: het dwong de anderen immers om gewoon zonder Londen verder te gaan. In het algemeen zullen de 'Eurolanders' ernaar streven om de bestaande EU-instituties te blijven gebruiken, en daarbij de 'niet-Eurolanders' weg te houden van de besluitvormingsprocessen. Steeds wanneer dit onmogelijk of te ingewikkeld blijkt, zal een nieuwe institutionele basis gecreëerd worden. Omdat alle EU-landen, met uitzondering van het VK, vroeg of laat tot de eurozone zullen toetreden - de meeste zijn dat in 2017 al - zal deze ontwikkeling zonder al te grote problemen verlopen.

In de afgelopen 15 jaar zijn onder Britse en Amerikaanse invloed een aantal fouten gemaakt. Zo werden de Europeanen verleid tot uitbreidingsprojecten zonder toekomst (zoals Turkije en Oekraïne) en tot misleidende financieel-economische strategieën (zoals het Verdrag van Lissabon). Daardoor werd het oorspronkelijk Europees project uit het oog verloren en konden de Europese burgers zich niet in rust concentreren op de kwesties van bestuur en democratisering, want Europa was voortdurend in verandering. De komende paar jaar zullen echter gekenmerkt worden door de terugkeer naar de politieke en economische integratie uit de tijd van de eerste EU-renaissance van 1984-1992 (toen de interne of gemeenschappelijke Europese markt tot stand werd gebracht, o.a. bedoeld om de concurrentiepositie van het Europees bedrijfsleven, met name ten opzichte van de VS en Japan, te versterken). En daarmee begint volgens ons een tweede periode waarin de Europese integratie opnieuw opleeft.

Bron: http://www.leap2020.eu
Vertaling en bewerking: Louis Wilms.