Jan Ilsink
Ruim een jaar geleden in januari 2011 stelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid, toen nog onder leiding van Pieter van Vollenhoven, vast dat de veiligheid op het spoor snel verbeterd moest worden. De raad kwam tot die conclusie na onderzoek van het treinongeluk bij Barendrecht in 2009, waarbij twee goederentreinen geladen met gevaarlijke stoffen frontaal op elkaar botsten.
De machinist van één trein kwam om het leven, de andere raakte zwaar gewond. Een passagierstrein, die de wrakken van de twee treinen passeerde, kon door een noodstop erger voorkomen.
De Onderzoeksraad vroeg aan de minister snel een besluit te nemen over invoering van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS in Nederland. Nu meldt minister Schultz van Haegen aan de Tweede kamer dat het treinongeluk op 21 april 2012 bij Amsterdam, waarbij één passagier is gedood en 42 ernstig gewond, voorkomen had kunnen worden met een beter beveiligingssysteem.
Het huidige systeem negeert een rood stopsein als de trein een lagere snelheid heeft dan 40 km/uur. Dan moet de machinist persoonlijk ingrijpen. Een taak die te doen was in 1962, toen het systeem na de spoorwegramp bij Harmelen, werd ingevoerd. Toen werd er door de bevolking van Nederland bijna 8 miljard kilometer per spoor afgelegd. In 2010 was dat toegenomen tot ruim 14 miljard kilometer. De intensiteit van het vervoer per spoor is dus in aantal reizigerskilometers enorm toegenomen en daar bovenop komt nog de complexe technologie in de moderne treinen, die aandacht van de bestuurder eist. Technologische hulp van een adequaat beveiligingssysteem is daarom noodzakelijk. Alle treinen zijn al uitgerust met een verbeterd beveiligingssysteem. Maar de seinen langs het spoor nog niet!
Volgens de onderzoekers naar het ongeluk bij Barendrecht is in 2009 214 keer en in 2010 172 keer een rood sein genegeerd. In de afgelopen tien jaar heeft dat 32 keer geleid tot een botsing. Het is dus onbegrijpelijk dat er geen daadwerkelijke stappen zijn gezet om de beveiliging te moderniseren. De verklaring daarvoor kan gevonden worden in de verzelfstandiging van de Nederlandse Spoorwegen. Nu zijn twee zelfstandige ondernemingen, NS-Reizigers, die het treinenpark bezit en beheert, en Prorail, die verantwoordelijk is voor de infrastructuur, aan zet om deze modernisering van de beveiliging door te voeren. En beiden hebben eigen prioriteiten in hun investeringsprogramma's. Het gevolg is dat de veiligheid van reizigers en personeel in gevaar is!
De Spoorwegen moeten weer onverkort in publieke handen en onder publieke controle komen, de beste garantie voor de veiligheid van personeel en reiziger!! Het proces tot privatisering van de Spoorwegen moet daarom worden stopgezet en teruggedraaid. Investeren in veiligheid moet gaan boven het behalen van winst. De eis van FNV Spoor dat alle spoorseinen snel worden uitgerust met nieuwe beveiligingssystemen verdient alle steun!