Alleen samen sta je sterk

Voor een eengemaakte FNV

ovrdam9-6-2011a.jpg
Demonstratie van Abvakabo en Bondgenoten in Rotterdam op 9 juni 2011 jl. (Foto: Manifest/wvdk).

Wil van der Klift

De belangrijkste taak voor de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking op dit moment is de versterking van de vakbeweging. Zeker na de recente verkiezingen die voor veel nieuwe politieke verwarring zullen zorgen. Zeker nu in Duitsland weer een belangrijke hindernis is weggenomen voor het kapitaal om de gevolgen van de crisis af te wentelen op de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolkingen in Europa. De gestage invoering van het noodfonds ESM gaat de bevolking op termijn miljarden kosten.

Versterking van de vakbeweging betekent allereerst actieve deelname aan deze organisatie. Versterking van ledental en daarmee draagvlak. Een belangrijke uitdaging daarbij is het verhogen van het lidmaatschap van jongeren, kleine zelfstandigen, zzp'ers, mensen met een tijdelijk dienstverband. Daarvoor zal een enorme inspanning moeten worden gedaan. De belangrijke en doorslaggevende rol van de vakbeweging voor het behoud en de versterking van de posities van de werkende klasse wordt door brede lagen van de bevolking nog niet goed begrepen. Dat is te zien aan de vermindering van het ledenaantal, gezakt van 25 naar 20 procent in 12 jaar tijd. Overigens nog altijd veel hoger dan het percentage leden van politieke partijen. De vakbeweging is nog steeds de sterkste organisatie van de loon- en uitkeringsafhankelijke bevolking.

Aan die afname is niet in de laatste plaats de vakbeweging zelf schuld. Pogingen om de vakbeweging te ontpolitiseren en te degraderen tot een sociale ANWB hebben het vertrouwen van veel strijdbare werknemers in deze organisatie geschaad. Sinds Wim Kok de ideologische veren afschudde en de PvdA en in haar kielzog de FNV meesleurde in de ideologie van het polderen en het sociaal partnerschap werd de vakbeweging ernstig verzwakt.

De ideologische ommezwaai ging indertijd gepaard met mogelijkheden om de werknemers te paaien met financiële tegemoetkomingen. Na een moeilijke start hadden de paarse coalities een jaar of zeven het tij mee. Er was heel wat te verdelen. Nu is de financieel-economische situatie totaal anders. Dat is nog het beste te zien in de Europese landen die eerder dan de Nederlandse bevolking al hebben moeten inleveren, zoals in Griekenland. Niet Griekse toestanden zijn de oorzaak van de crisis. De kapitalistische crisis vertoonde zich alleen eerder in de zuidelijke landen die dienden als wingebieden van het noorden.

Het kapitaal heeft al zeer lang plannen om het levenspeil en de democratische en arbeidsrechten versneld af te bouwen. De huidige afbraakplannen staan al in de Lissabon-agenda van 2000 te lezen. De financiële crisis wordt misbruikt om die neoliberale plannen versneld door te voeren. Hier en daar wordt gesuggereerd dat de PvdA de oude veren weer terug in het lijf aan het steken is. Dat Samsom en Spekman representanten zijn van een groeiende linkse stroming in de PvdA. Maar dat is ijdele hoop.

Nu de financieel-economische crisis in omvang en hardheid toeneemt wordt er vaker een links geluid gehoord uit de monden van de PvdA-coryfeeën. Maar tussen de leeftijdsgenoten Rutte en Samsom zit het persoonlijk wel goed. Samsom hoopt dat de politiek na 12 september weer verbindend en stabiel wordt. Het eerste slachtoffer dreigt het ontslagrecht te worden. Want binnen de VVD groeit de opvatting van Kamp: "wie wint over rechts, moet regeren over rechts". De hele partijtop bestaat inmiddels uit wat vroeger de rechtervleugel was. Maar er is deze keer geen rechts alternatief voorhanden. Er zullen dus pragmatische oplossingen komen en een koers naar het politieke midden.

De PvdA zal die koers dankbaar oppakken en veel linkse plannen inslikken. Vanuit de partijtop klinkt het volgende geluid: in verkiezingstijd worden de verschillen stevig aangezet, maar er is ook nog zoiets als politieke realiteit. Partijvoorzitter Spekman gaat door voor een linkse PvdA-er, maar hij is er trots op zijn hele leven lang al compromissen te hebben gesloten. De sociaal-democraten willen niet steeds tot op de bodem gaan. Zolang Kok nog vergenoegd mag deelnemen aan verkiezingsfeestjes zal de PvdA blijken niet al te principieel te zijn en als een kaal geplukte kip te zullen optreden. Zelfs als de partijen het eens worden is een stabiel kabinet niet gegarandeerd.

De meest bepalende factor komt van buiten: de eurocrisis. De PvdA zal hoe dan ook door interne en externe krachten naar rechts worden gedreven. Het enige alternatief dat die beweging zou kunnen stoppen, een links kabinet, zal het niet halen. De PvdA zal een coalitie met de VVD aangaan met het argument om erger te voorkomen. Al was het maar om Griekse en Italiaanse toestanden te vermijden, al was het maar om een echt zakenkabinet te voorkomen. Er zit genoeg politieke elasticiteit in deze bestuurderspartij.

Nieuwe bezuinigingen komen er dus gegarandeerd aan. Hoe die eruit kunnen zien? De trojka in Griekenland eist van elke Griek een zesdaagse werkweek van 13 uur per dag en pensionering op hun 67ste jaar. Opzegtermijn en ontslagvergoeding worden gehalveerd. Dit jaar worden er 15.000 ambtenaren ontslagen. Intussen gaat ook de privatisering van staatsbedrijven onverminderd door. Zolang het verzet van de bevolking nog weinig krachtig is en niet voldoende effectief zullen de neoliberale plannen van de EU-bazen stap voor stap worden uitgevoerd, ook in Nederland. De plannen van de Kunduz-coalitie waren slechts een voorzichtig begin.

In eigen land en elders in Europa blijkt ook dat de politieke oppositie tegen de EU-plannen te zwak en te gefragmenteerd is. Radicalisme, reformisme en revisionisme wisselen elkaar af en maken een gezamenlijke vuist tegen de overheersende neoliberale politiek nog niet mogelijk. Van nog groter belang is echter dat overal in Europa de macht van de vakbeweging is uitgehold door jaren van sociaal-democratisch gepolder, klassenvrede en sociaal-partnerschap.

Opvallend is echter ook dat de weerstand tegen dit gemodder toeneemt. Maar dat gaat aarzelend en zonder heldere visie en strategie. Het verzet is nog te gevoelsmatig en te richtingloos. De versterking van de vakbeweging wordt bovendien gehinderd door de politieke partijen die er van oudsher invloed op hadden. Nu de SP in de verkiezingen geen ruk naar voren wist te maken zullen de PvdA-krachten in de vakbeweging weer sterker van zich laten horen. Ook teleurgestelde vakbondskaders -en bestuurders zullen eerder in verwarring geraakt zijn dan een helder perspectief op de noodzakelijke stappen voorwaarts hebben.

De komende periode is voor de FNV van groot belang, maar een strijdbaar en eensgezind optreden staan niet voor de deur. Er is om te beginnen in Nederland geen plaats voor twee sociaal-democratische partijen, eentje met een neoliberaal jasje aan, zoals de PvdA en de ander, de SP, soft, beminnelijk en inschikkelijk links. Wat node wordt gemist is een sterke klassenbewuste communistische partij.

Sinds de CPN zichzelf ophief, begin tachtig van de vorige eeuw, is de afwezigheid van een sterke communistische partij manifest en biedt haar afwezigheid ruimte aan halfzachte politieke oplossingen. Met trots viert de NCPN dit jaar haar 20-jarig bestaan en het 30-jarig bestaan van haar krant Manifest. Dertig jaar geleden voor het eerst verschenen, toen uitgegeven door het VCN om de teloorgang van de Waarheid te compenseren en sinds 1992 door de NCPN voortgezet. Maar de partij is nog veel te zwak om een rol van betekenis te spelen in de dagelijkse strijd.

Inmiddels ziet de partij het als haar eerste taak om de versterking van de FNV te helpen realiseren. Noodgedwongen, maar zeker niet de onbelangrijkste taak, zal het daarbij vooral gaan om ideologische steun. Juist het gebrek aan een heldere ideologische koers zorgt ervoor dat de FNV teveel blijft doormodderen. De afhankelijkheid van oude PvdA-banden en nieuwe SP-banden maakt de FNV kwetsbaar voor politiek getouwtrek. De vakbeweging heeft een veel bredere achterban en moet een eigen dynamische ontwikkeling doormaken.

Een deel van de FNV-achterban wordt zelfs verblind door Wilders en zijn PVV. Deze extreem-rechtse partij maakt gebruik van linkse economische eisen om in het gevlei te komen van delen van de bevolking. Dat is gevaarlijker dan de stempel populistisch. Het gaat om extreem-rechts verpakt in een economisch links jasje, maar feitelijk politiek antilinks. Voor veel mensen uiteraard niet makkelijk te begrijpen. Het resultaat is verwarring.

De vakbondsleden verlangen allereerst een vakbeweging die in staat is een sterke individuele - en collectieve belangenbehartiging te organiseren, onafhankelijk van politieke partijen en als het nodig is dwars tegen alle partijen in. Maar de leden verwachten vooral een strijdbare, eengemaakte beweging die een vuist kan maken, maar wel rekening houdt met wat er op de werkvloer leeft. Parallel aan de ontwikkeling van het vakbondsgepolder nam nog een andere tendens toe. Er ontstond een grote groep van betaalde bestuurders die voor de leden het werk ging doen. De controle vanaf de werkvloer op deze betaalde vrijgestelden nam af.

Het gat tussen (meestal hardwerkende) bezoldigde bestuurders en de werkvloer groeide en het contact tussen de verschillende lagen in de vakbeweging nam af. Zonder het belang van 'organizing' te overschatten of te onderschatten kan worden gesteld dat deze vorm van vakbondswerk nodig is. De opvattingen komen overeen met alle traditionele strijdbare vormen van vakbondswerk. Vakbondswerk van, voor en met de leden. Activeren, stimuleren en bestuurlijk werk direct op de werkvloer. De echte veranderingen vinden daar plaats. De aanvallen op de werkers zijn daar als eerste te merken. De afbraak van het arbeidsrecht, de aanvallen op loon en werkomstandigheden zijn daar als eerste merkbaar.

Moderne bewegingen, zoals Occupy, de indignados in Spanje, de pleinbeweging in Athene en de nieuwe internet-beweging in Portugal tonen vooral de groeiende onvrede, maar zijn niet in staat om veranderingen af te dwingen. Daartoe moet de in heel Europa nog zwakke vakbeweging worden versterkt. Oude wonden, jarenlange meegaandheid en gebrek aan strijdbaarheid trekken nog diepe sporen.

Het is niet moeilijk om te wijzen op de vele zwakten van de (Europese) vakbeweging. Het is ook niet moeilijk om op incidentele successen te wijzen in sommige sectoren. Maar juist nu, op het moment dat de vakbeweging ontwaakt uit een lange, dertig jaar durende, winterslaap is eenheid harder nodig dan ooit. Juist nu moeten de sterke sectoren de schouders zetten onder de opbouw van de eengemaakte FNV. Niet voor jezelf beginnen, hoe aanlokkelijk dat ook lijkt, maar gemeenschappelijk opbouwen. Vergeet de negatieve ervaringen van de afgelopen dertig jaar. Het tij is aan het keren. Maak daar nu gebruik van. Keer je niet af van de noodzaak van gezamenlijk optreden. Alleen samen sta je sterk. Alle andere bewegingen verzwakken de gezamenlijke strijd. Eenheid door strijd, strijd door eenheid. (Zie ook op de website: Manifest 2008, nummer 3 en 5).