Henricus Azewijn

Op de knieën

De goede tijd van de grootste leugenaars
de gouden eeuw van de grootste bedriegers
van de woordenstroom uit een gouden aars
van de ballonnen en van de vliegers.

Het ontij van de kristallen glazen en bollen
van bier, wijn, water en bekers gif.
Het ontij van onbenul, grappen en grollen.
Wie betrapt wordt bekent onschuldig grif.

Bij storm en wind regent het klachten
de voorlichters verbloemen, het behoeft geen betoog:
"Het was niet juist, wij waren niet bij machte!"
blaast het van de toren, zit het 'n beheer hóóg.

Mocht de bliksem alweer ergens inslaan
dan begrijpt bijna iedereen dónders goed
dat hoe (slecht) de zaak er ook voor moge staan
het is het gróótste zwijn, dat in dat slijk wroet!

Een goede tijd, éindelijk, voor enige inkeer:
de waarheid ligt te schítteren in het midden
als het Gouden Kalf van het Groot Kapitaal
waarvoor wij, op de knieën, moeten bidden!