Wie en wat liggen ten grondslag aan de martelingen in VS-gevangenissen?

martel.jpg

Ron Verhoef

Een Amerikaanse militair, Richard Bales, die in Afghanistan 16 burgers doodde, krijgt wellicht de doodstraf. Het is het zoveelste incident binnen het Amerikaanse leger. Na martelingen in Abu Ghraib en Guantánamo volgde incidenten in Afghanistan en later weer in Irak. Volgens de Amerikaanse overheid moeten de daders hard worden aangepakt. Ze zouden de rotte appels zijn die het leger een slechte naam bezorgen. Maar ligt het allemaal wel zo eenvoudig?

Dit is de vraag die sociaal psycholoog Philip Zimbardo zich stelt in zijn boek 'Het Lucifer Effect' (Lucifer slaat in dit geval op de gevallen engel). De basis van het boek werd gelegd toen Zimbardo als getuige-deskundige werd opgeroepen voor de rechtszaken omtrent de mishandeling in Abu Ghraib. Dat juist hij gevraagd werd is niet verwonderlijk. Zimbardo was immers de man die het beroemde 'Stanford Prison Experiment' leidde. De eerste helft van het boek gaat ook over dat experiment, dat geheel uit de hand liep. De bedoeling was geweest om te onderzoeken welke invloed het gevangenisleven op gevangenen had. Daarom werd een realistische gevangenis ingericht op de universiteit van Stanford. Er werden 24 vrijwilligers willekeurig benoemd tot gevangene of bewaker. De gevangenen zouden alleen nummers krijgen, waardoor ze voor de bewakers anoniem werden. De 24 vrijwilligers waren zorgvuldig gekozen, zodat zeker was dat het om gewone mensen ging zonder crimineel verleden.

Wat volgde was een lange nachtmerrie. De bewakers, die zich verveelden, begonnen de gevangenen aanvankelijk te treiteren, maar later ook te mishandelen. Zimbardo verwijt zichzelf nog altijd dat hij niet direct ingreep toen hij zag dat het mis ging. Destijds, we hebben het over 1972, meende hij echter dat de gevangenen konden gaan wanneer ze wilden en dus ging het experiment door. Door een conflict met een bezoekende collega-psycholoog werd Zimbardo uiteindelijk gedwongen te erkennen wat er gaande was. Na vijf dagen werd het experiment gestaakt, terwijl het eigenlijk veertien dagen zou duren. Binnen vijf dagen was de gevangenis van Stanford dus al verworden tot een martelkamer. Uiteraard zette dit Zimbardo en zijn team ertoe aan te onderzoeken hoe dit nu kon gebeuren.

Met de mishandelingen in Abu Ghraib en Guantánamo werd Stanford opeens weer actueel en werd Zimbardo opeens weer een gewilde getuige. Of de overheid echt blij was met hem valt te bezien. Ja, natuurlijk hebben de Amerikaanse soldaten die meededen schuld en moeten ze daarvoor bestraft worden, daar twijfelt Zimbardo geen moment aan. Maar, stelt hij in het boek, het is niet voldoende. De martelende soldaten waren namelijk niet zomaar rotte appels. Een aantal van hen stond bekend als gerespecteerde burgers, die door hun omgeving werd beschreven als heel sociaal. Ze zouden geen vlieg kwaad doen en toch deden ze het.

Hoe kan dat? Omdat het Amerikaanse systeem het mogelijk maakt. De gevan-genen werden als nummers behandeld en waren dus anoniem. De bezoekende CIA-agenten droegen de soldaten bovendien op de 'honden' hard aan te pakken. Ze grepen niet in. Verder werd de soldaten geen zinvol werk gegeven en was er weinig uitzicht op promotie. De verveling sloeg dus al snel toe. Het waren die ingrediënten die in Stanford tot problemen leidde, maar ook in Abu Ghraib.

Wat Zimbardo verbaast is hoe weinig oog de rechters en de media voor dezefeiten hadden. Hoe kan het dat de Amerikaanse overheid niet bij zichzelf te rade ging om te kijken hoe martelingen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Integendeel, Bush probeerde de martelingen zelfs te vergoelijken door de gevangenen van Guantánamo hun mensenrechten te ontnemen.

Interessant aan 'Het Lucifer Effect' is dat Zimbardo voor zijn rol als getuige-deskundige alle relevante documenten mocht inzien. Die gebruikte hij ook in zijn slotpleidooi waarin hij overtuigend aantoonde dat de Amerikaanse legersystemen in Irak en Afghanistan door en door verrot zijn. Hij stelde daarbij Bush persoonlijk aansprakelijk voor het leed dat de gevangen Irakezen is aangedaan.

Door niet in te grijpen en een onduidelijke machtsstructuur op te zetten en soldaten veel te lang in slechte en vermoeiende omstandigheden te laten werken is de overheid medeschuldig aan de martelingen. Tevens heeft de CIA het mede mogelijk gemaakt dat de misstanden doorgingen, juist omdat binnen deze organisatie geen regels zijn opgesteld om dit te voorkomen, in tegendeel.

De veroordeling van martelende soldaten is terecht, maar Zimbardo heeft echter gelijk als hij beweert dat ook Bush en Rumsfeld vervolgd zouden moeten worden. Zij maakten het namelijk mogelijk en maakten er geen eind aan, zelfs niet toen het bekend werd.

Het boek is een interessante kijk op de sociaalpsychologische factoren die mensen ertoe aanzetten zich als beesten te gedragen, maar het is tevens een aanklacht tegen de machthebbers die dat mogelijk maken. Hoewel het boek sociaalpsychologische processen probeert bloot te leggen, leest het makkelijk en is het voor leken ook goed te volgen. Wie dus wil weten waarom er telkens opnieuw gruwelijke verhalen over martelingen bovenkomen leest dit boek en zal daar niet langer verbaasd over zijn.

Dat de martelingen aan het licht komen, hebben we dan weer te danken aan klokkenluiders zoals Bradley Manning. Eigenlijk, zo beweert Zimbardo, zou de Amerikaanse overheid blij moeten zijn met deze mensen. Ze zouden hen moeten onderscheiden omdat hun informatie ertoe kan leiden dat ontwrichte systemen weer worden verbeterd. In plaats daarvan worden de klokkenluiders echter vervolgd en riskeren ze levenslange gevangenisstraffen, terwijl de militaire bazen die het allemaal mogelijk maken kunnen rekenen op prestigieuze onderscheidingen en royale pensioenen.

Hoewel Zimbardo aantoont dat het systeem een belangrijke rol speelt bij het mogelijk maken van martelingen, naast natuurlijk de persoonlijke factoren van de soldaten zelf, maakt hij helaas niet de verbinding met de rol die de kapitalistische staat hierin speelt. Hij benoemt wel de fouten van het politieke systeem, maar trekt niet de ultieme conclusie dat het kapitalisme dus moet verdwijnen. Het is mooi dat hij Bush als oorlogsmisdadiger ziet, maar het zou nog mooier zijn als hij had geconcludeerd dat dit het onvermijdelijke gevolg van het kapitalisme is.

Besproken boek: Philip Zimbardo, 'Het Lucifer Effect'. Hoe goede mensen zich laten verleiden tot het kwaad.