Communisten en Vakbondsstrijd

"(...) En dan zullen we misschien stemmen horen die daarentegen zeggen: "En is het nou zoveel beter, is de PvdA niet ook reactionair, is de PvdA niet ook handlanger van Amerika?" Ongetwijfeld. Alleen, wij mogen als communisten nooit uit het oog verliezen, dat de reactie geen gesloten blok vormt. Wanneer wij ons op het standpunt stellen dat de reactie, onverschillig de schakeringen die daarin voorkomen, een gesloten blok is, dan ontzeggen wij ons de mogelijkheden om onze eigen politiek door te zetten. De reactie is geen gesloten blok, er is een onderscheid en zelfs een zeer aanzienlijk onderscheid tussen Romme en Drees. Niet dat Drees beter is, niet dat de leiding van de PvdA niet net zo rechts is als Romme. Maar omdat de sociale groeperingen die achter deze rechtse leiders staan verschillend zijn. Omdat Romme direct steunt op het grootkapitaal, op de grote reactionaire bourgeoisie in ons land en niet te vergeten, op de reactionaire geestelijkheid, terwijl daartegenover de PvdA niet kan bestaan zonder te steunen op het NVV, op de vakvereniging, die tenslotte uit arbeiders is samengesteld en moet manoeuvreren, daar zij moet steunen op arbeiders, kleine middenstanders en delen van de intellectuelen.

En daarom is een van de belangrijkste taken van onze partij in haar strijd voor een vredespolitiek, de scheuring binnen de rijen van de reactie te bevorderen en te vergroten, en Romme de weg te versperren. Dat is noodzakelijk en dat is onze plicht. Het zou voor ons als communistische partij funest zijn, wanneer wij pogen naar alle kanten tegelijk te schieten. Wij moeten altijd de hoofdvijand onderscheiden in de collectie vijanden die wij en het werkende volk nu eenmaal hebben, en het felste vuur op de hoofdvijand richten. En daarom was onze politieke lijn in de verkiezingsstrijd juist, nl. het voornaamste vuur op Romme, het wakker schudden van de volksmassa door onze agitatie, om een kabinet-Romme te verhinderen. Daarnaast de leiders van de PvdA te ontmaskeren als wegbereiders voor Romme, vanuit dit vlak de leiders van de PvdA voornamelijk aanvallen, en druk op hen uitoefenen tot optreden in de regering inzake sociale eisen. En dan terzelfdertijd onze eigen positie, de positie van onze partij, tegenover het offensief van de reactie handhaven. Onze invloed onder de massa zoveel mogelijk uitbreiden, het strijdbare karakter van onze partij - en dat is het gewichtigste van alles in deze tijd - opvoeren, versterken, onze verbinding met de massa verbreden, in het bijzonder door onze partijloze vrienden in de verkiezingscampagne te betrekken (...)."

Uit: Rede van Paul de Groot op de zitting van het partijbestuur op 3 juli 1952 (Politiek & Cultuur, 1952, blz. 482).