Verscheidenheid van meningen en de Communistische Partij

lenin-engels-marx.jpg
Wel meningenstrijd, niet loslaten principes! (Foto: Commons.wikimedia.org)

Reactie Manifest

Waarover gaan de meningsverschillen binnen de DKP? In een bijlage bij Unsere Zeit, uitgegeven direct na het eerste deel van het 20e Congres, gaat Marxistische Blätter op enige aspecten in, aan de hand van een analyse van Beate Landefeld in 1989, dus 14 jaar geleden, gepubliceerd. Maar de discussie is nog springlevend. Zeker nu het tweede deel van het 20e Congres, het vaststellen van de antwoorden van de DKP op de crisis, is afgerond met een stemverhouding van 91 tot 41 (één onthouding). De oude en nieuwe meerderheid, resp. minderheid in de partij staat voor de opgave met haar rol en verantwoordelijkheid constructief om te gaan. De analyse van kameraad Landefeld kan daarbij behulpzaam zijn en is ook voor de NCPN bruikbaar. Hoe kan democratisch-centralisme vorm krijgen onder de huidige maatschappelijke voorwaarden?

(Begin analyse) In de eerste plaats is er de kritiek op de indruk van monolitisme [nvdr *], die de DKP vroeger achterliet: het gebrek aan openheid en openbaarheid in alle discussieprocessen (*, nvdr). Deze kritiek wordt door mij grotendeels gedeeld. Als we al veel eerder open hadden gediscussieerd, meningsverschillen eerder hadden uitgedragen, voorkomende tegenstrijdigheden hadden uitgediscussieerd in plaats van toegedekt, dan hadden waarschijnlijk veel meningsverschillen niet geleid tot een daadwerkelijke kloof tussen de verschillende inbrengers. Dan was er waarschijnlijk meer uitwisseling geweest van ervaringen en ideeën, meer zelfstandigheid in het denken, meer duidelijkheid en minder onzekerheid in onze gelederen.

Als deze kritiek op ons 'monolitisme' echter gecombineerd wordt met kritiek op de 'geslotenheid van het marxisme', dan kan dat al snel leiden tot een pleidooi voor ideologisch pluralisme, dat indruist tegen mijn begrip van het marxisme.

De opvatting dat het marxisme alleen een denk- en kennistheorie/methode zou zijn is wijdverspreid. Dat is het zeker ook, maar niet alleen maar dat.

Lenin heeft in zijn kleine boekje "Drie bronnen en drie bestanddelen van het marxisme" op klassieke wijze beschreven wat het marxisme is. Hij beschrijft het marxisme als een 'leer' die niet verstard en afgesloten is, die niet "los van de ontwikkeling van de hoofdweg van de wereldbeschaving is ontstaan".

Het marxisme ontstond als antwoord op vragen die werden gesteld door het vergevorderde denken van de mensheid. Het ontstond als directe en onmiddellijke voortzetting van de leren van de grootste vertegenwoordigers van de filosofie, politieke economie en het socialisme, die vanuit het standpunt van de arbeidersklasse de kritiek overwonnen hadden, dat wil zeggen "beschermd en bewaard" werden. Het marxisme leverde de grondslagen voor de ontwikkeling van een wetenschappelijke wereldbeschouwing van de arbeidersklasse, en dat in nauwe verbinding met de organisaties van de arbeidersbeweging.

In 'Drie bronnen...' staat de volgende beroemde zin van Lenin: "De leer van Marx is almachtig omdat ze juist is. Ze is volledig en harmonisch, en geeft de mensen een alomvattende wereldbeschouwing, die onverzoenbaar is met welk bijgeloof, welke reactie, welke verdediging van het juk van de bourgeoisie dan ook. Ze is de wettige erfgename van het beste wat de mensheid in de 19e eeuw heeft voortgebracht in de vorm van de Duitse filosofie, de Engelse politieke economie en het Franse socialisme."

Was Lenin ook gevangen in het monolitische denken? Daar zal niemand hem van betichten. 'Geslotenheid' van het marxisme betekent niet 'afgeslotenheid', maar theoretische steekhoudendheid en juistheid. Het marxisme is een systeem van wetenschappelijke beschouwingen en theorieën dat in zichzelf volledig is. Dat sluit echter niet alleen openheid voor veranderingen, voor ontwikkelingen en voor impulsen van buitenaf NIET uit maar houdt daar juist nadrukkelijk rekening mee. Juist in deze openheid toont zich de realiteitswaarde van het 'systeem' van het marxisme.

(...) Heden te dage is er een reeks van objectieve oorzaken waarom de betekenis van pluralisme van meningen, van meningenstrijd eigenlijk, juist ook in de communistische partijen toeneemt en meningenstrijd ook in de DKP inmiddels een door iedereen geaccepteerde realiteit is geworden. Deze objectieve oorzaken hangen hoofdzakelijk samen met wat wij aanduiden als een omslagperiode.

Deze periode van grote verandering leidt (noodzakelijk, nvdr) tot een langer proces van zoeken naar nieuwe antwoorden op nieuwe vragen. Als zulke antwoorden niet subjectief uit de mouw geschud worden of 'messiaans' verkondigd, maar op basis van een collectieve meningenstrijd (partijstrijd) gevormd worden, zal dat in positieve zin doorslaggevend zijn voor het eindresultaat. Ook tijdelijke dwalingen moeten in dit proces op de koop toe worden genomen. De (overkomelijke) dwalingen zijn niet zozeer gevaarlijk, maar juist de veel te snel verkondigde recepten en 'wondermiddelen', of ze nou 'oud' of 'nieuw' zijn.

Tot de objectieve oorzaken voor het toenemend belang van meningenstrijd behoren de veranderingen in de sociale structuur van de arbeidersklasse en daarmee ook binnen communistische partijen. Deze veranderingen hebben in de afgelopen jaren ook in de DKP tot een grotere differentiatie, of zelfs een relatieve heterogeniteit geleid. Daarmee samenhangend zijn er nieuwe en verschillende behoeften in de discussie en nieuwe en verschillende prioriteiten in de politieke praktijk. Dit is ook een reden waarom de discussies objectief gecompliceerder en gevarieerder zijn en er meer uiteenlopende meningen naar voren worden gebracht.

Ook de manier waarop kameraden tegenwoordig in discussies en activiteiten van de partij willen deelnemen berusten op nieuw ontstane eisen ten aanzien van de ontwikkeling van individualiteit, mede beslissingsbevoegdheid en een proces van menings- en wilsvorming in de hele partij. Dat is in principe een positief proces, waarin de vaardigheden van de partij op verschillende manieren ontwikkeld kunnen worden.

De opbouw van historische ervaringen van de communistische beweging versnelt en bevordert de bewuste afkeer van administratieve, autoritaire of ondoorzichtige (sjoemel)praktijken, structuren en gedragingen, die overigens in alle binnen de partij aanwezige stromingen nog voorkomen (...) (einde analyse)

Beate Landefeld, Marxistischen Blättern 7-8-1989 (opnieuw gepubliceerd in verband met 50 jaar Marxistischen Blättern, maart 2013)

(*) monolitisch: als gesloten eenheid naar buiten tredend, homogeen, onsplitsbaar.

Vertaling J.Bernaven.