Bijdrage NCPN aan Vier-partijen Conferentie op 13/14 april 2013 in Remich

 

Kort overzicht van de politiek-economische situatie in Nederland en de reactie van ondernemers en politici. Hoe reageert vakbeweging hierop? Wat doet de NCPN?

Wil van der Klift

 

Hoe ziet crisis eruit?

 

Nederland behoort nog steeds tot de economisch rijkste landen van de wereld. In het IMF-rapport van januari 2012 staat ons land met een bnp van 51.410 dollar per hoofd van de bevolking wereldwijd op de negende plaats en in Europa op de vijfde. Maar er is sprake van economische stagnatie. De Nederlandse inflatie hoort bij de Europese top. In februari stegen de prijzen met 3,2 procent. Dit is vooral het resultaat van een ingevoerde assurantiebelasting en verhoging van de btw. Verder is er sprake van hoge (snel) oplopende werkloosheid en een snel stijgend aantal faillissementen. De lonen stegen gemiddeld met 1,8 procent, maar lopen achter bij de inflatie van 2,9 - 3 procent. Gevolg: stagnerende koopkracht en consumptie. De inkomens van Nederlandse huishoudens zijn vorig jaar met gemiddeld 3,2 procent gedaald, de sterkste afname in meer dan 30 jaar.

 

Er is geen sprake van economische groei (groeiprognoses in 2009 veranderen in een aanzienlijke krimp). De huizen-, woningen- en vastgoedmarkt stagneert. Bovendien heeft Nederland te maken met een wankel financieel systeem en uitblijvende investeringen. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in januari bijvoorbeeld 3 procent lager dan een jaar eerder. De autoverkoop biedt meestal een goed beeld van de economische ontwikkelingen. Die zijn in Nederland met 30 procent t.o.v. een jaar eerder hard achteruit gegaan.

 

De maatschappelijke tweedeling neemt inmiddels steeds meer toe. De rijken worden rijker het aantal maatschappelijke slachtoffers neemt toe, ook onder de middengroepen. De 10 procent rijkste huishoudens bezitten 61 procent van het vermogen. Volgens Quote-500 bezitten de rijkste 500 Nederlanders 143 miljard euro, terwijl 30 procent van de bevolking geen spaargeld heeft en 10 procent alleen maar schulden. Het aantal armen is in 2011 gestegen tot 1,1 miljoen mensen (7,1 procent van de bevolking). Tegelijkertijd ondervindt een steeds groter deel van de arbeidersklasse en de middengroepen de schadelijke gevolgen van de kapitalistische crisis. De vastgelopen woningmarkt grijpt in op de toekomstplannen van individuele huishoudens. Ontslag loonbevriezing en verlaging van de uitkeringen, evenals tariefs- en prijsverhogingen en hogere eigen bijdragen, brengen mensen in financiële problemen. Hieruit blijkt het karakter van de Nederlandse crisis: een kleine toplaag wint door de crisis en de meerderheid van de bevolking moet steeds meer bloeden.

Het bestedingsniveau is nu gelijk aan 11 jaar geleden, terwijl het leven aanzienlijk duurder is geworden.

Hoe reageren ondernemers en regering?

 

Er ligt sinds 2010 (inclusief een mogelijke bezuiniging van 4,3 miljard in 2014) een bezuinigingsbedrag van 49,3 miljard op tafel, waarvan sindsdien al een aanzienlijk bedrag is binnengehaald.

 

Er bestaan in de regering, onder politici en ondernemers echter aanzienlijke verschillen van mening over de vraag wat (op korte en langere termijn) de beste maatregelen zijn om de gevolgen van de crisis aan te pakken. Daarbij gaat het ook om de hoogte van de en de aard van de bezuinigingen en de snelheid van de invoering. Er gaan steeds meer stemmen op om nu vooral maatregelen te treffen die de economische groei niet teveel in de weg zitten. De neiging bestaat om de koopkracht zoveel mogelijk te verbeteren nu de crisis in volle omvang toeslaat. De politieke meningsverschillen worden heftiger en dieper. In Nederland wisselden de kabinetten elkaar de laatste jaren in sneltreinvaart af (de afgelopen 7 jaar vier maal!! - Catshuisakkoord 2011, Kunduz-akkoord 2012, Herfstakkoord 2012). Een deel meent dat kredietwaardige landen als Nederland op dit moment niet extra moeten bezuinigen (Teulings Planbureau en lid PvdA, maar intussen ook bollebozen uit het VVD-kamp).

 

De bourgeoisie in Nederland is dus sterk verdeeld over de vraag hoe de crisis moet worden bestreden. Dat uit zich ook binnen de coalitieregering van VVD (liberalen) en PvdA (sociaaldemocraten). Deze monstercoalitie van bourgeoisie en petty-bourgeoisiebelangen vond elkaar in de opvatting dat de crisis alleen kan worden bestreden/afgezwakt door bezuinigingsmaatregelen (conform de Europese 3 procentsnorm), maar heeft uiteenlopende ideeen over invoeringstermijnen, doelgroepen en politieke doelstellingen. De politieke, ideologische en economische verschillen tussen sociaaldemocraten, christendemocraten en liberalen zijn - vanuit communistische perspectief gezien, klein en niet fundamenteel. Inmiddels wordt echter steeds duidelijker dat ook binnen deze coalitie, en zelfs binnen de coalitiepartijen, grote meningsverschillen leven. Die uiten zich nu vooral in de bereidheid om het 'sociaal overleg' tussen werkgevers en werknemers steeds meer tijd te bieden. De brief aan de EU-begrotingscommissaris Rehn, die op 30 april zal worden verstuurd, zal daarom ook dubbelslachtig zijn. Door de harde aangekondigde bezuinigingsmaatregelen steeds opnieuw weer deels vooruit te schuiven en uit te smeren wordt het opkomend verzet voorlopig nog de kop ingedrukt.

In dit kamt geldt dat bezuinigingen wel nodig zijn voor gezonde overheidsfinanciën op langere termijn, maar op korte termijn schadelijk zijn voor de economische groei.

 

Wat is positie vakbeweging?

De Nederlandse vakbeweging is bezig met een ingewikkeld vernieuwingsproces. Van ingeslapen sociale ANWB naar strijdbare en politieke vakbeweging. De grootste vakbeweging, de FNV met 1,3 miljoen leden, tracht zich bovendien los te maken van de knellende invloed van de sociaaldemocratie. De FNV is gewikkeld in een proces van nieuwe eenheid en rol voor de leden. In de Nieuwe FNV zal grotere eenheid bestaan en zullen bestaande schotten worden weggenomen. Bovendien zal de macht van de FNV veel meer liggen aan de basis. Het nieuwe ledenparlement krijgt grote bevoegdheden. De leidingen zullen meer facilitair worden. Dit proces gaat niet van een leien dakje. Er bestaan nog grote onderlinge verschillen van mening, zelfs onder linkse bestuurders die hard aan het werk zijn om het proces op de rails te zetten.

 

De opbouw van de nieuwe FNV verhindert op dit moment ook de daadwerkelijke slagkracht van de vakbeweging. Met name de bond van overheidspersoneel en werkers in de zorg treedt op voor een strijdbare slagvaardige beweging. Een eerste succes was dat de gedoodverfde huidige interim-voorzitter, Ton Heerts die in de rechtervleugel van de PvdA thuishoort met een uiterst beperkt mandaat moet optreden in het overleg met de werkgevers (en in stilte natuurlijk ook met de regering). Dit is de belangrijkste reden at het sociaal overleg niet vlot. Een tweede succes is dat de huidige strijdbare voorzitster van de Abvakabo FNV zich (tot op heden als enige) kandidaat heeft gesteld voor het voorzitterschap van de Nieuwe FNV.

 

Welke rol speelt NCPN?

 

De NCPN speelt op de achtergrond een rol in dit proces. In het april-nummer van Manifest staan twee interviews met topbestuurders van Abvakabo FNV en FNV Bouw. Tegelijkertijd is de partij betrokken bij het slopen van de schotten die nog tussen de verschillende FNV-bonden bestaan. Uiteraard allemaal beperkt. De rol van de partij is klein en er moet zeer voorzichtig, soms omzichtig, worden gewerkt.

 

De NCPN heeft een aantal jaren geleden er onverkort voor gekozen om de prioriteit van ons werk te leggen bij het werken in bedrijven (en waar nodig ook in buurten) en de vakbeweging. De sociaaleconomische strijd staat centraal, maar is volledig gekoppeld aan de noodzakelijke ideologische strijd. De hoofdtaak van de partij is de handhaving en de versterking van de partij. De partijopbouw onder de huidige politieke, economische en ideologische omstandigheden, staat centraal. De partij tracht de voet tussen de deur te krijgen in een aantal bedrijven om daar het noodzakelijke ideologische tegenwicht te bieden tegen de voortdurende mystificatie van de werkelijkheid door de huidige politieke leiding in Nederland, tegen de aanvallen van werkgeverszijde en de verdraaiingen van de vakbondspolderaars. Het is duidelijk dat onze arm nog te kort is, maar de toestroom van jongeren naar de partij, op zoek naar antwoorden op de vragen die zij hebben en de toegenomen heftigheid van het (partij-)debat over de aard en ideologie van de partij bieden nieuwe mogelijkheden en kansen om de partij te versterken met delen van de voorhoede van de werkende klasse en de partij tegelijkertijd te beschermen tegen sociale illusies van de petty-bourgeoisie. Het feit dat de partij nu ingangen heeft in het strijdbare topkader van de vakbeweging en betrokken is in de onderlinge discussies van dat kader is een duidelijk teken dat de kracht van de NCPN toeneemt en daarmee onze mogelijkheden om een rol te spelen in de politieke en maatschappelijke omslag die op dit moment in Nederland plaatsvindt.

 

NCPN
10 april 2013