Bolivia in verandering

blokkadeautowegcochabamba-lapaz.jpg
Blokkade autoweg Cochabamba-La Paz. (Foto: Manifest/J.I.)
actieopenbaarvervoerintarija.jpg
Actie openbaar vervoer in Tarija

Jan Ilsink

De regering Morales is in Bolivia ruim zeven jaar aan de macht. De leus van de verkiezingscampagne destijds was 'cambio', verandering: beëindiging en zo mogelijk terugdraaien van het neoliberale beleid van voorgaande regeringen. Inderdaad heeft de regering Morales een andere koers ingezet naar nationalisatie en renationalisatie van economische sleutelsectoren: grondstofwinning (delfstoffen als tin, zilver en nikkel en gasproductie) en belangrijke dienstverlening (energieopwekking en distributie). Ook het binnenlandse luchtverkeer is stevig in handen van de staat. Maar het prestige van de regering met Morales als president die de belangen van de bevolking volgt en niet van de multinationals is behoorlijk aan het afbrokkelen.

De laatste jaren worden gekenmerkt door voortdurende sociale conflicten van de regering met verschillende delen van de bevolking. De 'grote jongens' hoor je nauwelijks en als ze protesteren lijkt het erop dat dat dan voor de 'Bühne' (media) is en niet diepgaand gemeend. Wat is er aan de hand?

Conflict over pensioenen

De regering Morales is een wet aan het voorbereiden waarin elke Boliviaan voor een staatspensioen in aanmerking komt. Voorgaande neoliberale regeringen hebben destijds de privatisering van mijnen en publieke dienstverlening aan de bevolking 'verkocht' door met de opbrengst een uitkering voor mensen boven de 65 in te voeren: een 'bono de dignidad' (een uitkering van waardigheid). Maar deze is heel laag en daar kun je - zeker in de stad - niet van leven. Het is 'zakgeld' voor ouderen, die verder geheel afhankelijk zijn van eigen inkomsten uit arbeid, van hun kinderen en van liefdadigheid.

De huidige 'linkse' regering wil voor iedereen een bescheiden, maar 'leefbaar', pensioen realiseren. Voor het grootste deel moet dit worden gefinancierd uit de bestaande (door voorgaande neoliberale regeringen 'geprivatiseerde') pensioenfondsen, die zullen worden genationaliseerd. De vakbonden zijn hier fel tegen gekant. Zij achten dit diefstal van het 'uitgestelde loon' van hun leden, dat via premies in de pensioenfondsen is ondergebracht. Zij wijzen erop dat de regering voor de financiering van deze 'AOW' andere bronnen, zoals het belasten van multinationals, niet aanboort.

De regering Morales, die steunt op de partij de MAS (Movimiento al Socialisme), is dus in conflict geraakt met de 'echte' arbeidersklasse in Bolivia: degenen die een 'fatsoenlijk' arbeidscontract hebben waarmee pensioen wordt opgebouwd: de werkers in de industrie en in de mijnen, de ambtenaren, militairen, onderwijzend personeel, enz. Zij vormen in Bolivia ca. 20 procent van de werkende bevolking. De meeste werkende mensen in Bolivia hebben niet zulke arbeidsvoorwaarden: de boeren, de straathandelaren en de vele chauffeurs van taxi's en andere vormen van openbaar vervoer. Deze laatste groepen werkers hebben vaak een soort 'zzp-contract'.

De strijd in Bolivia om de pensioenen te beschermen krijgt de vorm van blokkades van de belangrijkste verkeersroutes in het land. Elke dag worden andere beroepsgroepen door de vakbonden gemobiliseerd die met 'marchas' (demonstratieve optochten) hun steun betuigen aan de 'piketten' bij de blokkades.

Conflict over tarieven openbaar vervoer

In Bolivia worden de tarieven voor het openbaar vervoer regionaal vastgesteld. Voor veel mensen is openbaar vervoer de enige mogelijkheid zich snel te verplaatsen. Het openbaar vervoer maakt daarom deel uit van de kosten van levensonderhoud. In het departement Tarija leidden lage tarieven tot protesten van de chauffeurs van taxi's en bussen. De chauffeurs, vaak 'eigen rijders' of ze huren een bus van een busonderneming, rekenen voor dat door de algemene prijsstijgingen zij werkdagen van 15-16 uur moeten maken om een leefbaar inkomen te verwerven. Zij eisen tariefsverhogingen om een normale achturendag te kunnen maken. Maar de gemeenteraad wil daar niets van horen. Die vreest enerzijds de kiezers, die de tarieven moeten betalen, maar komt anderzijds beloften in de verkiezingscampagne aan de chauffeurs niet na. De regering Morales houdt zich buiten dit conflict. Maar de partij de MAS zit er natuurlijk middenin en verzuimt een klassenstandpunt in te nemen, waardoor de werkende bevolking tegen elkaar wordt uitgespeeld.

Zelfbewustzijn

De actiewijze van de bevolking met blokkades (piketten en solidariteitsmarsen) berust op grote collectieve zelfverzekerdheid van de actievoerders. Agressief gedrag ontbreekt vrijwel. De piketten zitten rustig in de schaduw te kletsen, wat te eten en luisteren naar de lokale radio met nieuws over de onderhandelingen. Er straalt een 'klassenbewustzijn' vanuit, dat wij in Nederland bijna niet meer kennen. Collectieve tegenacties ontbreken. De bevolking berust in de acties of ondersteunt die zelfs actief door de piketten van eten en drinken te voorzien. De Boliviaanse bevolking beseft kennelijk dat deze actievoerende groepen dit keer 'aan de beurt zijn' en zij zelf mogelijk de volgende keer om voor haar rechten en belangen op te komen.

De bevolking lijkt, na decennia van intimidatie door militaire staatsgrepen, definitief uit haar schulp gekropen. Zij wil duidelijk voor haar belangen opkomen en laat zich niet meer intimideren door welke regering of autoriteit dan ook. De overwinning van Evo Morales als eerste president van 'autochtone' en niet 'koloniale' oorsprong, is mede door dit zelfbewustzijn te verklaren en heeft dit op haar beurt ondersteund. Het is daarom jammer dat de regering in haar beleid niet consequent zoekt naar brede steun onder de werkende bevolking maar deze zelfs verdeelt. Zij heeft al een paar keer een beroep moeten doen op vooral de boeren om in demonstratieve bijeenkomsten steun voor haar beleid te organiseren tegen andere bevolkingsgroepen in. De geloofwaardigheid van de regering wordt hierdoor aangetast en steun brokkelt af.

Parallellen met Nederland

Net als in Nederland zijn de Boliviaanse vakbonden, die nu protesteren, destijds (verleid door de belofte van lage premies door hoge beleggingsrendementen) akkoord gegaan met verzelfstandiging en soms privatisering van de fondsen. Het in fondsen verzamelde 'uitgesteld loon', dus het collectieve geld van de werkers, is destijds 'weggegeven' aan het private kapitaal! De regering Morales gebruikt dit als argument om de bonden en de acties in diskrediet te brengen. Bovendien beschuldigt ze, net zoals soms in Nederland, leden van de vakbondstop ervan een persoonlijke politieke agenda te hebben, die ingaat tegen het regeringsbeleid en de belangen van alle Bolivianen: het 'algemeen belang'. En tenslotte, net als het kabinet Rutte bij de verhoging van de pensioenleeftijd, verwijt de regering Morales degenen met een goede pensioenvoorziening, dat zij zelfzuchtig zijn en anderen (Rutte: jongeren!) niets van hun pensioen gunnen!

De vakbonden en hun leden bleken in Bolivia door deze argumenten niet geïntimideerd. Zij wijzen naar de enorme rijkdommen die door multinationals nog steeds zonder veel afdracht aan de Boliviaanse staat het land uit worden gesleept: zilver, tin, en vooral lithium. Maar de regering Morales bleef onwrikbaar in haar voornemens, waardoor uiteindelijk door alle partijen in dit conflict een afkoelingsperiode van een maand is afgesproken. In Nederland is de verhoging van de pensioenleeftijd door de vakbonden in het pensioenakkoord geaccepteerd. De regering Morales is aan de macht gekomen met de leus: 'cambio'. Rutte en Balkenende vóór hem, hebben als leus: verandering!, het hervormen van maatschappij en economie. Morales verstond daar onder: terugdraaien van neoliberaal beleid. Balkenende en Rutte verstaan eronder: versneld en met kracht doorvoeren van neoliberaal beleid. Morales speelt met vuur door steun van de werkende bevolking te verliezen. Rutte heeft met het lenteakkoord voorlopig weer even uitstel van sociale conflicten 'gekocht'.