Egypte, strijd voor bevrijding van dictatuur

egypteontruiming.jpg
Wat overbleef nadat veiligheidstroepen op 14 augustus de kampen van Morsi-aanhangers hadden ontruimd. (Foto: Globovisón/Flickr/by-nc)

Redactie buitenland

De brandhaard in het Midden-Oosten laait nog verder op, nu de crisis in Egypte steeds grotere en onvoorspelbare vormen aanneemt. Terwijl de kreet 'Arabische Lente' niets meer betekent dan de richting die het Westen aan de veranderingen in de regio wil opleggen, blijft de werkelijkheid een oprechte poging van de volkeren van het Midden-Oosten om een ontwikkeling op gang te brengen richting enige vorm van democratie, vaak na tientallen jaren van dictatuur.

Het web van westerse bemoeienis en bondgenootschappen in de regio heeft het proces van meet af aan er niet makkelijker op gemaakt. Het Westen kreeg het voor elkaar om zich te keren tegen een islamitische republiek in Iran en tegelijkertijd de nucleaire islamitische staat in Pakistan te steunen en te bewapenen. In hun 'strijd' tegen de islamitische strijdkrachten van al-Qaeda is het Westen bereid de dictaturen in Saoedi-Arabië en Qatar te steunen. Deze landen ondersteunen op hun beurt de oppositie tegen president Assad in Syrië, waardoor in dat land een burgeroorlog is uitgebroken.

De steun van het Westen en de Verenigde Staten aan Israël wordt al heel lang geaccepteerd, ondanks dat het Israëlische nucleaire programma 'geheim' blijft. De omvang van de VS-steun aan het Egyptische leger, een bedrag van 1,3 miljard dollar per jaar, wordt nu pas ter discussie gesteld, in het licht van de recente gebeurtenissen. De steun van de VS voor het leger onder Mubarak, waarmee de VS effectief de medeplichtigheid van Egypte heeft gekocht om de Palestijnse zaak te traineren, heeft kunnen plaatsvinden zonder noemenswaardig protest vanuit de westerse militaire machten.

Voeg de gecompliceerde ontwikkelingen in Libië, Tunesië, Algerije, Marokko en de recente Franse interventie in Mali toe aan de mix en het plaatje wordt nog instabieler. Vul dit aan met de terugtrekking uit Afghanistan en de naoorlogse afbraak in Irak en je ziet een echt kruitvat. Het kan niet als een verrassing komen dat het Westen niet weet welke weg het moet inslaan met betrekking tot de recente gebeurtenissen in Egypte. Waar de 'Westerse belangen' precies liggen is waarschijnlijk onduidelijker dan ooit tevoren en de hypocriete maar honingzoete woorden over het steunen van democratie klinken valser dan ooit.

Er zijn twee denkrichtingen die wedijveren om een plaats in de westerse buitenlandpolitiek. Het Westen zag zich gedwongen om de opstand in januari 2011 te steunen tegen de door de VS gesteunde Mubarak. De uitkomst daarvan waren verkiezingen die de Moslim Broederschap, in de persoon van Mohammed Morsi, aan de macht brachten in Egypte. Niet naar de wens van het Westen maar de bevolking had zich uitgesproken en de legaal verkozen regering moet daarom gesteund worden, volgens de ene denkrichting.

Het wordt echter algemeen erkend dat het eerste regeringsjaar van Morsi een ramp was, zowel in democratisch als in economisch opzicht. Een jaar na zijn verkiezing gingen miljoenen Egyptenaren de straat op om zijn aftreden te eisen [nvdr: 30 juni 2013]. De bevolking heeft weer gesproken, maar deze keer niet via een stembiljet. Het leger voelde zich hoe dan ook verplicht om Morsi te 'verwijderen'. Niet ideaal maar beter dan deze islamitische regering, volgens de tweede denkrichting in het Westen. Als het leger overgehaald kan worden om vervroegde verkiezingen te houden dan is de cirkel van democratische legaliteit weer rond.

De acties van het leger om Morsi-aanhangers te verwijderen, die in de afgelopen week tot honderden doden hebben geleid, waren zowel hardhandig als buitensporig. De algemene karakterisering van alle Morsi-aanhangers als 'terroristen' is in strijd met het feit dat iets meer dan een jaar geleden miljoenen Egyptenaren, zonder terroristische bedoelingen, op Morsi hebben gestemd. Het gegeven dat de Moslim Broederschap de mogelijkheid heeft verprutst om een breed gedragen regering te vormen, op basis van de grote steun die ze toen kregen, rechtvaardigt niet dat er met scherp geschoten wordt op mensen die meedoen aan legale protesten.

Het is duidelijk dat geen enkele mate van handenwringen door het Westen of wie dan ook Morsi terug in functie kan krijgen. Daarvoor zijn de gebeurtenissen al te ver uit de hand gelopen. Ondanks de pro-Morsi protesten is de oppositie tegen zijn terugkeer nog steeds veel groter. Wat er ook gebeurt, onder alle omstandigheden zal een regering die niet de steun krijgt van het leger het niet lang volhouden.

De interimregering in Egypte kan niets anders doen dan zo snel mogelijk verkiezingen organiseren, of het risico lopen dat de jaren weer worden teruggedraaid naar een voortdurende noodtoestand, zoals onder Mubarak. Iedere regering heeft weliswaar de steun van het leger nodig om te kunnen overleven, maar uiteindelijk hebben zowel de regering als het leger de steun van het Egyptische volk nodig.

Wat ook de belangen van het Westen zijn, in Egypte of elders in het Midden-Oosten, het zijn de volkeren in de regio die gesteund moeten worden om hun eigen weg te vinden naar een democratische toekomst. Zoals de gebeurtenissen in Egypte hebben getoond zal die weg zelden eenvoudig en zonder tegenstellingen zijn, maar die weg moet bewandeld worden, anders is dictatuur het enige alternatief, door het Westen gesteund of islamitisch.

Bron: Avanti Populo, 17 augustus 2013, vertaling J. Bernaven. (zie ook: www.ncpn.nl met het artikel van Chris Hedges: 'Moord op de verworpenen der aarde').