De Rol van Nationale 'Success Stories' (*)

anne.jpg pame16juli2013.jpg
De strijdorganisatie PAME blijft doorgaan met het organiseren van acties en demonstraties. Op foto 16 juli jl. In de zomer wordt het verzet altijd minder. Net als in Turkije zullen de georganiseerde acties vanaf september weer toenemen. In heel Griekenland zullen weer vakbondsprotesten plaatsvinden tegen de sloopplannen van de rechtse regering, ondanks de verhalen over successen van het regeringsbeleid (Foto: KKE)

Anna Ioannatou

Om de pijn van een bevolking vanwege keiharde maatregelen wat te stillen nemen regeringen niet zelden hun toevlucht tot 'success stories', een van de meest gebruikte termen in Griekenland van de afgelopen maanden. Altijd ook in het Engels gezegd. Temidden van de duizenden ontslagen in de publieke sector die hebben plaatsgevonden en voor het eind van het jaar nog moeten komen zijn pijnstillers nodig, die wijzen op de internationale successen van het land en danig opgekrikt worden.

Zo 'speelde' in de maand juni het succesnummer 'energiebeleid'. Twee grote slagen sloeg de regering, als je het koor van de systeemsgetrouwe massamedia zou geloven. Successen die de bevolking in het veelvoudige ten goede zouden komen: het akkoord over de TAP (Trans Adriatic Pipeline), die via Griekenland, Albanië, de Adriatische Zee en Zuid-Italië aardgas uit Azerbeidzjan naar Italië en naar de EU-markt gaat vervoeren. Het tweede succes was de privatisering van de Griekse DESFA (Beheerder van het Nationale Aardgas Systeem N.V.), waarmee deze overgedragen werd aan de Azerbeidzjaanse Staats Olie Maatschappij Socar. De regeringspropaganda legt de nadruk op de meer dan 1,5 miljard euro aan investeringen, het scheppen van 2000 arbeidsplaatsen tijdens de bouw van de pijpleiding, de geopolitieke opwaardering van Griekenland in de energiekaart van de EU en de 400 miljoen euro, die 'Socar' zal betalen om DESFA over te nemen (tenminste het grootste aandelenpakket).

Pro's en contra's

Natuurlijk wrijven een aantal kapitaalmagnaten zich in de handen. Immers het land zal meedoen als schakel in het euroatlantische project van aardgasvervoer (de bekende zuidelijke energiestroom) met als doel vermindering van de EU-energieafhankelijkheid van Rusland. Griekenland wordt strategisch belangrijker in energietransport en tevens wordt hiermee de energie as Israël-Cyprus-Griekenland makkelijker realiseerbaar. Zeker is het ook in het voordeel van bepaalde monopoliegroepen, die kunnen meedoen aan de bouw van infrastructuren en aan het leveren van de uitrusting. Maar wat komt hiervan terecht bij de bevolking? De privatisering van de DESFA opent de weg naar een stijging van de gebruikskosten voor het transportnet voor aardgas, een stijging die naar de bevolking zal worden toegespeeld.

Ook zal de Griekse overheid, dus de belastingbetaler, in de praktijk borg staan voor de schulden van derden aan de DESFA. Het belangrijkste is echter, dat het richtsnoer voor de opbouw en het onderhoud van het binnenlandse transportnet het winstpercentage van de nieuwe eigenaar is, terwijl toch goedkope energie voor de bevolking, vermindering van de energieafhankelijkheid van het land, verhoogde veiligheid in energievoorziening, bescherming van soevereine rechten en vrede in de regio centraal zouden moeten staan. Binnen de geïnstitutionaliseerde algehele tendens van sala-risafbraak van de laatste jaren zullen de nieuwe arbeidsvoorwaarden voor de gecreëerde plaatsen lamentabel zijn vergeleken bij het huidige niveau in deze sector. Het betreffende akkoord tussen de betrokken regeringen garandeert geen bevoorrechte prijsvoorwaarden en ook geen zodanige verplichting inzake de hoeveelheden aardgas voor binnenlands verbruik, en dat dit een belangrijke kaart zou zijn in de onderhandelingen omtrent vermindering van de hoge kosten van energie-importen. Integendeel, de hoge aardgasprijzen in Griekenland en Italië waren een reden temeer waarom uiteindelijk de pijpleiding TAP de voorkeur kreeg voor de realisering van het euroatlantische project voor aardgastransport naar de EU door de joint venture, die het aardgasveld Sjach Deniz in Azerbeidzjan beheert.

Dit laatste bekende het hoofd van de joint venture 'Nabuco West', dus het concurrerende pijpleidingproject. Het 'Nabuco'-project loopt door Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Oostenrijk en zou een onmiddellijke concurrentiecapaciteit nodig hebben t.o.v. de Russische aanwezigheid op die markten en t.o.v. het Russische 'South Stream'-project, dat echter veel meer mogelijkheden heeft om te concurreren vanwege zijn toegang tot enorme aardgasvelden, die direct bruikbaar zijn. De TAP heeft als vast punt de markten van Griekenland-Albanië-Italië met mogelijkheden tot vertakkingen naar Bosnië en Kroatië, maar ook naar Bulgarije. Hoe dan ook, voor de toelevering van het euroatlantische project is voorlopig de enige zekere bron het bovengenoemde Azerbeidzjaanse aardgasveld 'Sjach Deniz'.

Een gevaarlijke kluwen van tegenstrijdige belangen

Griekenland raakt door dit beleid dieper verzeild in een kluwen van tegenstellingen en verwoede concurrentie tussen Russische en Atlantische belangen in een niet ongevaarlijke strijd tussen energieprojecten in de wijdere regio. Zeker nadat de Russische 'Gazprom' gedwongen werd zich terug te trekken uit de aanbestedingswedloop om het DEPA (Griekse Staats Gasbedrijf) en de DESFA ten gevolge van druk uitgeoefend door de Europese Commissie en de VS samen. De Griekse regering, wel te verstaan, zal binnenkort gaan onderhandelen met Rusland over de voorwaarden tot vernieuwing van het contract tot levering van aardgas, waarbij niet vergeten dient te worden dat Rusland de belangrijkste aardgasleverancier voor de Griekse markt en de Griekse consument blijft.

De Griekse deelname aan het TAP-project werd overigens niet benut in de onderhandelingen om de geschillen met Albanië op te lossen in de kritieke kwestie van de zogeheten Exclusieve Economische Zone in de Ionische Zee. De constitutionele rechtbank van Albanië heeft het grieks-Albanese akkoord van 2009 omtrent de zeezones en de exclusieve economische zones geannuleerd en die hebben ook te maken met de exploitatie van energievelden.

Sindsdien beweert Albanië dat de eilanden ten noorden van Korfoe geen continentaal plat bezitten. Een dergelijke houding wordt ook door Turkije aangenomen, maar dan aan de andere kant, in de Egeïsche Zee. De steun van de Griekse regering aan een project dat stoelt op de as Turkije-Albanië en wel in een periode waarin de Griekse soevereine rechten steeds meer in twijfel getrokken worden en de VS voor een gemeenschappelijke exploitatie van de binnenlandse energievelden zijn (officiële aanbevelingen aan Griekenland om in de kwestie Exclusieve Economische Zones geen unilaterale stappen te zetten), kan niet zomaar aan de aandacht ontsnappen.

De Griekse bourgeoisie is echt niet gek. Het gaat dus om bewuste politieke keuzes inzake het nationale energiebeleid ten bate van de strategische belangen van de heersende klassen binnen hun verplichtingen in EU en NAVO. Griekenland als energieknooppunt binnen het huidige economische stelsel in combinatie met de uiterst gevaarlijke regionale verwikkelingen in het Midden-Oosten komt zeker de bevolking niet ten goede.

(*) Bovenstaand artikel is gebaseerd op een inleiding van Makis Papadopoulos, hoofd van de Economische Afdeling van het Centraal Comité van de KKE.