Griekse haviken op het oorlogspad

soudabay2.jpg
Een Amerikaanse onderzeeboot in de haven van Souda, Kreta. (Foto: Mateus/Flickr/cc/by-nc)

Anna Ioannatou

"Het zou misdadig zijn als ons land zich afwezig zou houden bij die hele kosmogonie (vrij vertaald regionale herschepping), die in onze regio plaatsvindt" vond Griekenland's staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, D. Kourkoulas, sprekend over de op handen zijnde Griekse betrokkenheid bij een eventuele aanval op Syrië. Let wel: het is misdadig niet mee te doen en niet het omgekeerde.

Premier Samarás, op bezoek in de VS, verklaarde tijdens zijn ontmoeting met president Obama op 8 augustus jl. : "Om te beginnen wil ik zeggen dat onze beide volkeren en landen meer zijn dan bondgenoten alleen. Tijdens onze hele geschiedenis hebben we niet alleen aan elkaars zijde gestreden altijd om een nobele reden, maar ook vereerden we en steunden we dezelfde waarden, zoals vrijheid, democratie en onafhankelijkheid". En de krant 'To Vima', een van de' vaandeldragers' van de burgerlijke pers, schreef: "... Griekenland moet zich energiek en vastbesloten opstellen aan de kant van zijn westerse bondgenoten. De VS, Frankrijk en Groot-Brittannië en in de verte op een speciale manier ook Israël, vormen vandaag de dag een gemeenschappelijk front, waaraan Griekenland niet kan en mag ontbreken". Immers: "Griekenland hoort bij het Westen", hiermee wijzend op een oud zeer, de (politieke) keus West of Oost, waarvoor Griekenland's establishment sinds de bevrijdingsoorlog van het Ottomaanse Rijk (1821-1830) vindt, dat het land zich geplaatst ziet (na 1944 opnieuw actueel, toen de overgrote meerderheid van de bevolking vond dat zij bij het '(socialistische) Oosten' hoorde...). Ook de leider van de 'socialistische' Pasok en tevens vicepresident van de regering plus minister van Buitenlandse Zaken, E. Venizelos, was van mening dat het de Syrische regering was die gebruikgemaakt had van chemische wapens tegen de bevolking en dat er internationaal opgetreden moest worden tegen deze schanddaad.

Nog eens de geopolitieke rol

Deze moet worden opgewaardeerd, zoals we al eerder in Manifest schreven. De Kretenzische basis Souda heeft al vaker in het verleden gediend als uitvalsbasis voor imperialistische oorlogen in het Midden-Oosten. Griekenland helpt: "Vanaf 2 augustus 1990 heeft Souda 97 schepen onderhouden, 13.000 ton oorlogsmateriaal geladen en gelost, 31.000 vluchten behandeld en vliegtuigen van 4.500 Liras (2.225 liter) vloeibare brandstof voorzien, 24 uur per etmaal uitputtend gefunctioneerd, dus 300-400 procent sneller dan normaal. Elke dag moest de basis voor onze fouragering zorgen en elke dag deed zij vlekkeloos haar plicht".

Dit verklaarde vader Bush op 19 juli 1991, waarop hij het Amerikaanse personeel van de basis Souda een onderscheiding gaf. Daarvoor was hij gekomen, om Souda te eren voor zijn bijdrage aan de Golfoorlog. Toen was de rechtse Nea Dimokratia aan het bewind. "De marinebasis van Souda was ons steunpunt nr. 2 bij onze militaire operaties in Irak en Afghanistan na 2001". Deze woorden werden uitgesproken door Amerikanen tijdens een uiterst geheime briefing voor hun bondgenoten in Washington, aldus onthullingen van de krant 'Ta Nea' (1-4-2008). Deze tweede officiële loftuiting was een "klopje op de schouder" van premier Simitis (Pasok, 'socialistisch!'), zoals destijds in 1999 met de bombardementen op Joegoslavië, toen Griekenland ook alle mogelijke faciliteiten verleende.

Telkens als Griekenland meedoet aan imperialistische oorlogsoperaties spreekt de regering van "opwaardering van onze geopolitieke rol" en "nationaal belang" om de publieke opinie te sussen. Trouwens op Griekenland's 'Prinsjesdag', kortgeleden, sprak de premier van een drieledig doel: naar buiten gericht zijn, een goede concurrentiepositie en geopolitieke kracht.

Machtsstrijd tussen regionale heersende klassen

En nu is Syrië dus aan de beurt. Als excuus worden de internationale verplichtingen als lid van EU en NAVO aangehaald. Griekenland's positie in het oostelijke Middellandse Zeegebied is de laatste tijd zwakker geworden vergeleken bij die van Turkije en Israël na het uitbreken van de economische crisis. Turkije speelt een belangrijke rol in de binnen- en buitenlandse escalatie tegen Syrië, maar wel met zijn eigen 'agenda' gebaseerd op de geostrategie van het z.g. 'neo-ottomanisme', d.w.z. expansie van Turkse monopolies in de wijdere regio. Aan de andere kant kunnen de VS zich niet alleen op Turkije verlaten. Daarom werkt Griekenland actief aan een verbetering van zijn invloed in de regio om actief betrokken te zijn bij de herverdeling van macht en markt in de oostelijke Mediterranee. En een inval in Syrië is een kans die aangegrepen moet worden, ook al zullen bepaalde sectoren in de economie hiervan nadeel ondervinden (o.a. toerisme). De basis Souda plus de hele NAVO-infrastructuur in Griekenland kunnen gebruikt worden om Griekenland's geostrategisch belang voor het welslagen van militaire operaties in het gebied te onderstrepen. En niet alleen dat. Griekenland presenteert zichzelf als voorpost voor de stabiliteit in de regio en als betrouwbare onderhandelaar.

Tevens investeert het land in de zogeheten Wegwijzer, de nieuwe op een hoger plan gebrachte defensiesamenwerking met de VS. Bij dit verhaal hoort ook de strategische samenwerking tussen Israël, Griekenland en Cyprus met als kernpunt het vervoer van energie overzee naar de EU, waarover we al schreven in het vorige nummer. In augustus werd het zogeheten 'Memorandum van Begrip' ondertekend door de regeringen van bovengenoemde drie landen, vooral inzake de energiesamenwerking. De East Med Pipeline is door de EU al beschreven als "Europees Werk van Gemeenschappelijk Belang" (verbindt Cyprus met Kreta en Griekenland's vasteland). En zo is er meer.

Een schrale troost

Naar buiten gericht zijn, goed kunnen concurreren en geopolitieke macht, zei u? Ondanks alle ontslagen, werkloosheid, verpaupering, belastingroof op het 'pakbare' deel van de bevolking, sociale afbraak, enz, enz, in naam van de concurrentie, blijft Griekenland's concurrentievermogen achter bij o.a. dat van Guatemala, Namibië, Ruanda en Botswana... Volgens het recente verslag van het Wereld Economisch Forum bekleedt Griekenland in concurrentievermogen de laatste plaats van de EU-landen en is nummer 91 van de 148 onderzochte landen. De regering triomfeert, want het land is vijf plaatsen naar voren opgeschoven vergeleken bij vorig jaar. Het 'volk' wordt verder getroost met Griekenland's belangrijke geostrategische en politieke positie... Hetgeen weinig helpt bij massale werkloosheid, een lege beurs en in sommige gevallen rammelende maag. Een hete herfst met talloze stakingen en acties staat voor de deur.