Palestijns links: toen en nu

rafah.jpg
Demonstratie van Palestijnen op 17 september jl. in de Gazastrook, aan de grens met Egypte, om permanente vrije doorgang te eisen. (Foto: ZLV)

Nizar Husein Rashed (*)

Israël is een land dat begon met de kibboets en dat eindigde met staatskapitalisme en een omvangrijke - door de staat gefinancierde en beschermde - militaire industrie. Toch heeft het altijd socialistische kenmerken vertoond. Ten tijde van de stichting van Israël in 1948 beschouwden communistische schrijvers uit de Sovjet-Unie de joodse kibboets zelfs als een van de beste socialistische modellen die er waren, zo niet als het allerbeste.

De Alignment-partij - tegenwoordig de Arbeidspartij - heeft het land opgebouwd en steunde daarbij op een arbeidersbasis en een socialistische politiek. De Israëlische communistische partij Rakah was toen een meer ideologisch supplement daarvan en had een grote bewegingsvrijheid.

Tegenwoordig bouwt de Israëlische overheid in Palestijns gebied nederzettingen en garandeert daarmee de huisvesting van alle joodse burgers. De benodigde grond is natuurlijk voor onze (Palestijnse) rekening, zodat de kosten zo laag mogelijk blijven.

Sinds haar stichting is Israël nauwelijks veranderd, het land heeft nog steeds dezelfde twee gezichten: het ene is dat van de zorgzame staat die opkomt voor de belangen van zijn burgers, en het andere is dat van racisme en religieuze onverdraagzaamheid. Samen vormen ze één geheel.

Van oudsher was de Rakah-partij het kader waarbinnen de Palestijnen onder het Israëlische gezag politiek actief waren. Dit werd gedoogd binnen een Israëlische wetgeving die gericht was tegen de Arabische burgers. Deze vormden niet alleen een belemmering voor de Israëlische ambities van expansie, onteigening en nationalisatie, maar ook voor die van raciale zuiverheid. Dit andere gezicht van Israël was voor iedereen duidelijk waarneembaar.

De pioniers van de Arabische nationale beweging binnen Israël kenden deze werkelijkheid natuurlijk. Hun lidmaatschap van Rakah en hun adoptie van de marxistische ideologie waren vooral bedoeld om de beperkingen door de zionistische staat te omzeilen. Hun geschriften - met name hun romans en gedichten - waren enorm populair bij de Palestijnen in de diaspora. Zij gingen over de Palestijnse identiteit en het dreigende verlies daarvan, en veel minder over de marxistische ideologie die samenging met de Israëlische kibboets en later de stroom kolonisten uit vooral de socialistische landen.

Dit gedwongen huwelijk tussen Israël en zijn Arabische burgers hield geen stand. De partijen waren snel op elkaar uitgekeken en ieder ging op zoek naar een nieuwe partner.

De minst bewuste en meest naïeve Palestijnen stortten zich toen op het voeren van de klassenstrijd, het realiseren van een multi-etnische arbeidersstaat en het bevechten van de binnen- en buitenlandse kapitalisten. Ze zagen daarbij echter over het hoofd dat het juist de kapitalisten waren die de arme joden - in linkse termen het proletariaat - financierden, en dat er in Israël nauwelijks sprake was van een grootkapitaal. En verder vonden ze dat Palestina te klein was voor een volwaardige eigen staat en het daarom verdeeld moest worden onder de arme joodse immigranten. Ze zagen niet dat op deze wijze het Israëlische proletariaat - zowel het oude als het nieuwe - zich kon koesteren in de armen van zijn grote broer, de kapitalist, en van zijn liefdevolle vader, de staat, en dat het daardoor geen bondgenoot meer kon zijn van de arme Palestijnen - je bijt immers niet de hand die je voedt!

En toen werden in de socialistische landen en ook in Israël het communisme en links ten grave gedragen - inclusief Rakah - en na afloop daarvan gingen de nabestaanden allemaal hun eigen weg. Des te opvallender is het dat de Palestijnse en de Arabische linkse beweging daarna toch zijn blijven vasthouden aan de ideologische erfenis van hamer en sikkel.

De nieuwe linkse generatie bezit echter niet de wijsheid en slimheid van haar voorgangers en heeft evenmin hun testament en hun symbolen goed begrepen. In hun verwarring heeft ze bovendien een nieuwe vijand benoemd: de politieke islam. Daaronder verstaat ze niet alleen het religieus gemotiveerde, gewapende Palestijnse verzet, maar ook het vreedzame verzet, zoals de massademonstraties binnen de zogenaamde Groene Lijn (onder andere in Umm al-Fahm) en de groeiende islamitische invloed binnen de grenzen van 1948. Geheel in strijd met alle normen van de bevrijdingsbewegingen waar ook ter wereld, heeft ze de Hamas-beweging tot vijand no.1 gemaakt. In veel Zuid-Amerikaanse landen streden vroeger kerkelijke leiders zij aan zij met rebellen als Che Guevara. Arabisch links heeft hier echter geen weet van, zijn kennis is daarvoor te oppervlakkig.

Zelfs nadat Israël zich had uitgeroepen tot een joodse staat en vervolgens de erkenning daarvan door de Palestijnen tot eerste eis voor de hervatting van de onderhandelingen had gemaakt, is er geen verandering gekomen in de standpunten van links. Misschien hebben ze een en ander wel in overeenstemming kunnen brengen met de rest van hun theoretische inzichten, maar alleen zij weten hoe.

Tegenwoordig zien veel Palestijnen links dan ook alleen nog maar als een beweging met een onbegrijpelijke ideologie die de klassenstrijd terzijde heeft geschoven. En als links zijn ideeën al in praktijk brengt, dan blijkt hij zijn eigen vijanden in de kaart te spelen, zoals in het geval van het steunen van de contrarevolutie en de militaire coup in Egypte. Die werden immers ook gesteund door enkele Golfstaten, de gezworen vijanden van Arabisch links. Zover is de blindheid en de verdwazing dus blijkbaar al voortgeschreden!

Bron: Al-Quds Al-Arabi, 27 augustus 2013; (oorspronkelijke kop: 'Het kleine Israël is machtig geworden, de Arabische landen zijn allemaal ingestort')

(*) Nizar Husein Rashed is een Jordaans dichter en schrijver over politiek, godsdienst en menselijkheid. Hij maakt veel gebruik van de moderne sociale media. Op de opiniepagina's van het onafhankelijk internationaal dagblad Al-Quds Al-Arabi staan regelmatig bijdragen van zijn hand. Het vorenstaande artikel is geen uitputtende historische analyse, maar geeft in grove lijnen wel een indruk van de complexe problematiek van 'Palestijns links', ingeklemd tussen aan de ene kant 'Israëlisch links' en aan de andere kant 'Arabisch rechts'.

Vertaling uit het Arabisch: Louis Wilms.