Communisten en vakbeweging

"In onze literatuur en propaganda komen echter vaak nog formuleringen voor die de tegenzin in de vakbeweging voedsel geven, doordat zij reformisme en vakbeweging met elkaar vereenzelvigen. Al te vaak schrijven en zeggen sommige kameraden "het verraad van de vakbeweging", in plaats van het verraad van het reformisme! Al te vaak horen wij spreken over de vakbondsleiders die elke strijd saboteren, wanneer daarmee de reformistische vakbondsleiders zijn bedoeld. Alsof er geen vakbeweging denkbaar was, al zijn het dan voorlopig maar afdelingen daarvan, die geen verraad plegen doch de strijd ondersteunen! Alsof een vakbondsleider niet uit hoofde van zijn reformistische politiek, doch uit hoofde van zijn functie de strijd saboteert en er geen vakbondsleiders denkbaar zijn die niet saboteren!

Door zulke formuleringen, die in de grond getuigen van een diep pessimisme en ongeloof in eigen zaak, die berusten op de opvatting dat de heerschappij van het reformisme in de vakbeweging eeuwig is en blijven zal, wordt onze arbeid alleen maar schade toegebracht.

Een dergelijke vervalsing wordt dikwijls gegeven van onze zelfstandige stakingstactiek. Onze algemene lijn was en blijft de zelfstandige voorbereiding en leiding van de economische strijd door de partij en R.V.O. Onze tactiek was en blijft de organisatie van het eenheidsfront der arbeiders voor de strijd, de verkiezing van strijd- en stakingscomités en werklozencomités uit de rijen der georganiseerde en ongeorganiseerde arbeiders, als organen van het eenheidsfront. Maar zelfstandige strijdvoorbereiding betekent: zelfstandig ten opzichte van de reformistische bureaucratie en niet "los van de vakbeweging!"

Paul de Groot, Over ons werk in de moderne vakbeweging, in: "De communist", 1934.