Vooruitlopend op de lokale verkiezingen verdiept de crisis in Turkije zich

Redactie buitenland (*)

De AKP heeft de afgelopen 11 jaar Turkije geregeerd. Ze diende de belangen van de kapitalistische klasse - net als alle voorgaande regeringen - en stemde haar politiek daarop af. De reactionaire politiek van de AKP is bovendien doorspekt met een pro-markt en een pro-imperialistisch islamisme. Het is van belang om vast te stellen dat de AKP als regeringspartij een speciale plaats in de geschiedenis van de republiek inneemt.

Het is de missie van de AKP om de seculiere Kemalistische Republiek, gesticht in 1923, officieel te transformeren tot een nieuwe islamitische, neoliberale republiek. Volledige privatisering van de publieke eigendommen, een regelrechte aanval op de werkende klasse, met een snoeihard neoliberaal economisch beleid, geheel in lijn met de dictaten van het Amerikaans imperialisme, en geheel onderdanig aan de wensen van het Amerikaans buitenlands beleid in deze regio. Dat zijn de kenmerken van de nieuwe republiek.

De AKP was door de steun van het internationale kapitaal in staat om de economische situatie redelijk op peil te houden en de effecten van de wereldwijde economische crisis tot een minimum te beperken. De AKP omschrijft zelf haar buitenlands politiek beleid als neo-Ottomaans. Dit wordt bepaald door een Soennitische neo-Ottomaanse visie, waarin Turkije het natuurlijke en historische recht toekomt om zijn macht te doen gelden over zijn zuidelijke grenzen heen. Als onderdeel van deze nieuwe agressieve politiek en geheel in overeenstemming met de belangen van de Verenigde Staten in de regio, is de AKP brutaler gaan optreden met betrekking tot de crisis in Syrië. Tijdens deze crisis heeft de AKP onderdak, financiële steun en wapens geleverd aan terroristische groeperingen die tegen de Syrische regering vechten.

Samenwerking tussen AKP en Gülen-beweging

Aan het binnenlands front omringde de AKP zich met verschillende religieuze groeperingen en organisaties en vormde zo een coalitie van bondgenoten. Tussen deze religieuze groeperingen is er één speciale die opvalt doordat ze een hoofdrol gespeeld heeft in de transformatie van de republiek: de Gülen-beweging. Van deze beweging is bekend dat ze duizenden religieuze centra en scholen runt in meer dan 140 landen, waaronder Rusland en voormalige Sovjet-republieken in Centraal-Azië.

Ze investeerde aanzienlijke hoeveelheden kapitaal in media, financiële instellingen en private gezondheidszorginstellingen. Deze beweging wordt geleid door Fethullah Gülen, een islamitisch geestelijk leider, die in de Verenigde Staten verblijft. Er wordt beweerd dat deze beweging met enorme geldbedragen gesteund wordt door de CIA. In Rusland werden enkele van hun scholen gesloten, omdat het naar verluidt CIA-bolwerken waren. Met haar goed georganiseerde religieuze beweging binnen de invloedrijke gelederen van de republiek speelde de Gülen-beweging een cruciale rol bij de pogingen de nieuwe republiek te vormen.

De transformatie van de Kemalistische Republiek naar een islamitische neo-liberale republiek

Toen de AKP en de coalitie van bondgenoten onder leiding van de Gülen-beweging een stevige greep op het overheidsapparaat kregen, begonnen ze op nietsontziende wijze de kemalistische elementen uit het overheidsapparaat te verwijderen. Tijdens dit nieuwe bewind pakte de AKP-coalitie, nadat ze zowat alle universiteiten in haar greep had gekregen, ook het justitieel apparaat aan, waarbij de Gülen-beweging de zeggenschap kreeg over het grootste deel daarvan, alsook over het politie-apparaat.

Om de macht van de militairen aan banden te leggen, zij hadden tot dan toe een actieve rol in de politiek gespeeld, organiseerde de AKP een aantal openbare rechtszittingen, met namen als 'Ergenekon' en 'Balyoz'. Het zou daarbij gaan om op democratische wijze het 'staatsveiligheidsapparaat' te zuiveren. De AKP sloot niet alleen veel hoge militairen op die een potentieel gevaar zouden kunnen opleveren voor het nieuwe bewind, maar de processen werkten ook als een doeltreffend middel om alle andere vormen van oppositie te ontmoedigen. Op grond van verzonnen bewijzen en onsamenhangende aanklachten werden ze tot gevangenisstraffen veroordeeld. De meerderheid van de veroordeelde verdachten waren journalisten, schrijvers, advocaten en militaire officieren, met een breed scala aan ideologieën, waaronder secularisten, kemalisten, socialisten en communisten.

De breuk van het bondgenootschap tussen de AKP en de Gülen-beweging

In het afgelopen jaar heeft de AKP bij de Amerikaanse en Europese imperialisten haar krediet verspeeld als geloofwaardige en betrouwbare en stabiele regering. De neergang van de AKP werd ingezet door twee mislukkingen. Ten eerste, de volledige afgang van het buitenlands beleid betreffende Syrië en de onenigheid over het steunen van groeperingen van de Syrische oppositie die rechtstreekse banden hebben met Al Qaeda. Ten tweede bleek de regering niet in staat de incidenten, die in juni 2013 tot de volksopstand geleid hebben, onder controle te krijgen. De bevolking kwam in opstand tegen de steeds verder toenemende onderdrukking, tegen het autoritaire binnenlands beleid en tegen de toenemende invloed van de godsdienst op het openbare leven.

Miljoenen mensen gingen de straat op om het ontslag van de regering te eisen. Het werd voor iedereen duidelijk, ook voor de heersende klasse van de Verenigde Staten, dat het voor de AKP een groot probleem was om het land verder te regeren zonder een nog diepere crisis te veroorzaken. De regering dreef nog slechts op het autoritaire fascistische leiderschap van Erdogan.

Ten gevolge van beide miskleunen van de regering van de AKP, begon het bondgenootschap tussen AKP en Gülen-beweging, dat ondanks verscheidene kleine geschillen toch jarenlang succesvol geweest is, uit elkaar te groeien.

Corruptie-onderzoek tegen de AKP, geleid door de Gülen-beweging op 17 december 2013

Op 17 december 2013 werd op aansturing van de regering van de Verenigde Staten het "corruptie- en omkopingsonderzoek" tegen de AKP gestart door aanklagers, rechters en politiefunctionarissen die banden hadden met de Gülen-beweging. Om het onderzoek te dwarsbomen reageerde de AKP hierop snel met het vervangen van pro-Gülen-aanklagers en politiechefs door personen die loyaal aan Erdogan waren en blokkeerde de rechtsgang, om zodoende de bewijzen van corruptie te kunnen laten verdwijnen. De regelgeving van het ministerie van Binnenlandse Zaken en van het ministerie van Justitie werd veranderd; de veiligheidsdiensten moesten voortaan altijd hun politieke leiders inlichten over hun activiteiten, zodat de AKP voortaan niet meer voor verrassingen zou komen te staan. Deze nieuwe regelgeving werd daarna door de Staatsraad ongedaan gemaakt, omdat ze strijdig was met het grondwettelijke principe van 'scheiding der machten'.

De tweede fase van de onderzoeksoperatie werd op 7 januari jl. gestart te Izmir, maar werd geblokkeerd nadat de leden van de betrokken politieafdeling van de zaak werden afgehaald. Volgens de aanklacht stond de zoon van Erdogan, Bilal, op de lijst met namen van personen die in de tweede fase aangehouden zouden worden voor verhoor i.v.m. verdenking van corruptie.

Om toch volledig grip op de rechtsgang te krijgen, heeft de AKP nu een maatregel in de maak om de 'Hoge Raad van Rechters en Openbaar Aanklagers' onder het gezag van de minister van Justitie te plaatsen. Deze Hoge Raad is het orgaan dat verantwoordelijk is voor de benoeming van rechters. Hij telt 27 leden. Zowel de oppositie als de Hoge Raad hebben dit wetsvoorstel ongrondwettelijk verklaard, omdat het de scheiding der machten tussen regering en justitie volledig zou opheffen. Functionarissen van de Europese Unie hebben de regering dan ook gewaarschuwd deze maatregel niet in te voeren, maar het ziet er niet naar uit dat Erdogan zich daar iets van aan zal trekken.

Vrachtwagens van de AKP vervoerden wapens naar Syrië

Na een tip gekregen te hebben, onderschepte de Turkse politie in de zuidelijke provincie Hatay op 1 januari jl. een vrachtwagen, geladen met wapens en munitie, kennelijk op weg naar Syrië. Volgens de berichten ontdekte de politie dat er functionarissen van de MIT (Turkse Nationale Inlichtingendienst) in de vrachtwagen zaten. Ondanks het onderzoeksbevel dat de openbare aanklager ter plekke verstrekte, werd het onderzoek gestaakt door ontvangen geschreven orders van de gouverneur van de AKP in Hatay.

Er werd verklaard dat de vrachtwagen gehuurd was door de IHH (Stichting voor Humanitaire Hulp). De IHH staat onder toezicht van de AKP. Ze wordt er nu van beschuldigd gelden, onder de bevolking ingezameld voor humanitaire hulp, te gebruiken voor de bevoorrading van Al-Qaeda-groepen in Syrië. Onder verwijzing van artikel 26 van de Wet op de Turkse Inlichtingendienst, stelt premier Erdogan dat de openbaar aanklager geen bevoegdheid had om een onderzoeksbevel voor de vrachtwagen af te geven, omdat zo'n onderzoek een speciale toestemming vereist van het departement van de premier. De premier heeft doelbewust ten onrechte de Wet op de Turkse Veiligheidsdienst op dit incident van toepassing verklaard, om de illegale wapenleveranties aan terroristische groeperingen, die in Syrië vechten, te verhullen. De betreffende wet schrijft voor dat de toestemming van de premier is vereist bij strafzaken tegen het personeel van de Turkse Inlichtingendienst die van illegale activiteiten beschuldigd wordt. Maar het zoeken naar bewijzen om illegale activiteiten aan te kunnen tonen, valt daar niet onder.

Op 14 januari voerde de Turkse politie in zes provincies tegelijk een operatie uit, gericht tegen Al Qaeda. Er werd ook een inval gedaan bij de Stichting voor Humanitaire Hulp. Er werden minstens vijf personen aangehouden, waaronder een personeelslid van die stichting, op verdenking van banden met Al Qaeda. Binnen enkele uren na die operatie werden al twee politiechefs die bij die operatie betrokken waren, ontslagen. Op 7 november van vorig jaar werd in de zuidelijke provincie Adana, vlak tegen de Syrische grens, een soortgelijke vrachtwagen, naar vermeend gehuurd door de IHH, met een lading raketkoppen, bazooka's, raketten, bommen en geweren, door de politie onderschept. Deze gebeurtenissen brachten sindsdien in Turkije een discussie op gang, omdat het leveren van wapens aan een groepering die gewapende strijd levert in een buurland gelijkstaat aan een oorlogsverklaring aan dat land.

Dat is niet alleen een duidelijke schending van artikel 92 van de grondwet van de Turkse Republiek, waarin staat dat de bevoegdheid voor het verklaren van een oorlog behoort aan de Grote Nationale Vergadering van Turkije, maar dat dergelijke feiten volgens eerdere regelgeving van de Verenigde Naties en het Internationaal Strafhof ook als "oorlogsmisdaad" en "misdaad tegen de mensheid" gekwalificeerd kunnen worden.

De Verenigde Staten zoeken naar nieuwe opties

Momenteel is er een diepe regeringscrisis en de AKP van Erdogan heeft geen greep meer op alle staatsorganen. Door belangrijke verschuivingen bij het justitieel apparaat en de politie door te voeren, probeerde de AKP de controle hierover weer terug te krijgen. Nog gevaarlijker tijdbommen komen er aan, vergelijkbaar met het Corruptie Onderzoek, en het recente vrachtwagenincident. Die liggen nog te wachten totdat ze door de 'parallelle staat', zoals de Gülen-beweging door Erdogan genoemd wordt, tot ontsteking zullen worden gebracht.

In de ogen van het imperialisme is Erdogan nu wel uitgerangeerd. Niet echter alle kaderleden van zijn partij. De imperialisten zoeken onder leiding van de Verenigde Staten naar nieuwe constructies die, na het vervangen van de AKP, wél de belangrijkste kenmerken van dat beleid moeten kunnen garanderen. Er wordt gedacht aan de combinatie van de CHP (sociaaldemocraten, nvdr), de huidige oppositiepartij, met de Gülen-beweging. Het is bekend geworden dat Kemal Kiliçdaroglu, leider van de CHP onlangs nog onderhandelingen leidde met partners die banden hebben met de Gülen-beweging.

Dit is ook de reden dat de CHP onlangs een draai naar rechts heeft gemaakt. Dit wordt zichtbaar in de keuze die de CHP maakt voor de belangrijkste kandidaten bij de aanstaande lokale verkiezingen. Van de kandidaat in Istanboel is bekend dat die nauwe banden heeft met de Fethullah-beweging (Gülen, nvdr). De kandidaat in Ankara is een voormalig lid van de MHP (rechts-nationalistische partij), en de kandidaat te Antakya is de voormalige burgemeester uit de AKP, die niet meer door de AKP op de kandidatenlijst gezet is. Het mag duidelijk zijn dat de komende lokale verkiezingen voor de imperialisten een goede graadmeter zullen vormen om nieuwe poppetjes voor de toekomstige Turkse regering te testen.

Intussen moet de Koerdische beweging de uitkomst van het gevecht om de overwinning tussen de AKP en de Gülen-beweging afwachten, vooraleer ze duidelijk hun positie kunnen bepalen, een vervelende positie in de wacht- stand. Ondertussen kunnen ze niet echt breken met Erdogan. Aanvankelijk namen ze een positie in waarbij ze de AKP verdedigden tegen de Gülen-beweging. Want de val van de regering van de AKP zou het einde betekenen van het zgn. Koerdische vredesproces, dat door Erdogan werd geleid. Aangezien de Koerdische beweging echter getuige is geweest van de langdurige en hevige strijd, nemen ze nu een afwachtende houding aan.

(*) Het Internationaal Bureau van de TKP, vertaald uit het Engels: Ardengo Persijn.