Mondiale systeemcrisis

Geopolitieke herordening van de wereld

In het laatste nummer van GEAB voor de zomervakantie verkent de onafhankelijke Europese (burgerlijke) denktank LEAP/E2020 de mondiale gevolgen van de enorme versnelling die - mede door de ontwikkelingen rond Oekraïne - is opgetreden in de structurele trends op sociaal, economisch, financieel en politiek terrein. De wereld-na-de-crisis zal volgens de onderzoekers multipolair zijn, het resultaat van een wereldwijde regionalisering en interregionale integratie. Deze ingrijpende herordening zien ze bijvoorbeeld in Azië (als gevolg van de Russisch-Chinese gasdeal; zie onderstaand persbericht), in het Midden-Oosten (als gevolg van de overwinning van Assad in Syrië), in de Verenigde Staten (als gevolg van de opmars van de Chinese yuan in de wereldhandel), in Europa (als gevolg van de verzwakking van de dominante landen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) en in de moeizame onderhandelingen rond de vrijhandelsverdragen TTP en TTIP.

Persbericht bij GEAB nr. 86 (15 juni 2014)

De geschiedenis pakt inmiddels haar koers weer op, nadat bijna zes jaar lang de normale ontwikkelingsgang van het systeem geblokkeerd is geweest door een overvloed aan dollars, die wereldwijd opnieuw geleid heeft tot een kunstmatige verslaving aan de Amerikaanse munt. Het is niet zo dat er in deze jaren niets is gebeurd. Enerzijds is het de VS niet gelukt om hun economie weer op gang te brengen (zoals eind mei duidelijk werd uit het groeicijfer van -1 procent, krimp dus) en zijn de omstandigheden voor de gewone Amerikanen alleen maar verslechterd. Aan de andere kant hebben de opkomende economieën deze 'pauze' - waaraan ze ook zelf hebben bijgedragen - gebruikt om zich voor te bereiden op de naderende laatste fasen van de crisis, die onvermijdelijk pijn zullen gaan doen.

De Oekraïne-crisis, die onder andere gekenmerkt werd door een aanval op de legitieme belangen van Rusland (een van de belangrijkste spelers in de opkomende multipolaire wereld), heeft samen met de Amerikaanse poging om Europa in te lijven het fluitsignaal gegeven voor het einde van de wedstrijd. De hele wereld is zich nu bewust van het feit dat de VS op hun laatste benen lopen en daardoor gevaarlijk zijn geworden, en dat het dus hoog tijd wordt om te handelen. Bovendien hebben sommige landen geen keuze meer. Om te beginnen de Russen, die gedwongen door de toenemende spanningen met het Westen de veelbesproken overeenkomst over gasleveranties aan China, waarover lang is onderhandeld, versneld hebben moeten afronden. Deze nieuwe aanbodroute van energie vormt een van de fundamenten voor een ingrijpende, wereldwijde, geopolitieke herordening.

Op de eerste plaats zorgt deze deal - die vanaf 2018 voorziet in de levering via een nieuw aan te leggen gaspijpleiding - ervoor dat Russisch gas uitermate concurrerend wordt in heel Azië. Daar is men tot nu toe volledig afhankelijk van leveranties per schip van vloeibaar aardgas (LNG), dat door de hoge transportkosten echter steeds duurder wordt. Het verrast dan ook niet als Japan zich voortaan minder bekommert om diplomatieke terughoudendheid en toenadering gaat zoeken tot de Russen en de Chinezen, in de hoop op een kleine aftakking van deze pijpleiding naar zijn grondgebied. Sinds de ramp in Fukushima en de sluiting van alle kernreactoren zorgt de import van de benodigde energie ervoor dat de Japanse handelsbalans zwaar negatief is. Goedkoper gas is dan natuurlijk welkom.

Het openen van een directe gaspijpleiding tussen Rusland en China biedt heel Azië de extra mogelijkheid om met de leveranciers van LNG (zoals Canada en Qatar) te onderhandelen over lagere prijzen. Omdat de prijs van aardgas gekoppeld is aan die van olie, zijn er echter slechts twee mogelijkheden om daarvoor ruimte te creëren: of de transportkosten verlagen, of schaliegas inzetten. Wat de eerste betreft, de haalbare kostenreductie zal waarschijnlijk niet voldoende zijn om onder de Russische gasprijzen te duiken zonder de hele transportsector in een crisis te storten. En wat de tweede mogelijkheid betreft, de hoge verwachtingen rondom schaliegas zijn inmiddels al flink getemperd, ook omdat dit gas uitsluitend in het kader van een vrijhandelsverdrag geëxporteerd kan worden.

Een en ander maakt de hyperactiviteit begrijpelijk die al enige tijd zichtbaar is in de Canadese provincie British Columbia (gelegen aan de westkust). Daar worden namelijk in het kader van de onderhandelingen die Canada sinds maart 2012 met Japan voert over een vrijhandelsverdrag, de boringen naar schaliegas en de aanleg van 10 LNG-terminals versneld uitgevoerd. Het leek erop dat dat verdrag afgelopen maart rond zou komen en (toevallig) tegelijk met een vergelijkbaar verdrag met Zuid-Korea zou worden ondertekend. Maar er is zand gekomen in de machine van de Canadees-Japanse onderhandelingen, zoals Japan ook opzettelijk aan het treuzelen is bij het ondertekenen van het vrijhandelsverdrag TTP met de VS. Feit is dat ondanks alle pogingen van Canada om de Russisch-Chinese gaspijpleiding voor te zijn, de snelste oliemaatschappij (Petronas) pas in 2019 aan Japan kan gaan leveren, een jaar later dus dan de Russen.

Daarnaast heeft Canada de mogelijkheid om een alliantie aan te gaan met China, wiens enorme energiebehoefte ruimte laat voor andere aanbieders op basis van competitieve prijzen. Want hoe dan ook, China en de opkomende landen hebben met de Russische gasdeal een belangrijke slag in de gasprijsoorlog gewonnen. De prijzen die in Europa en de VS momenteel in rekening worden gebracht, verschillen immers enorm van wat de opkomende economieën moeten betalen: Qatar bijvoorbeeld verkoopt LNG aan de VS voor 3 dollar en aan India voor 12 dollar. Vermoedelijk leveren de opkomende landen zo kruissubsidie voor de energiekosten van het Westen en is de druk die zij nu op de aanbieders kunnen gaan uitoefenen, dan ook slecht nieuws voor de westerse energieprijzen.

We zien dus dat het Russisch-Chinese gascontract de basis vormt voor een regionale hergroepering. Het Chinees-Japanse conflict bijvoorbeeld (over de Senkaku/Diaoyn-eilanden in de Oost-Chinese Zee) zal ongetwijfeld in onderling overleg opgelost worden dankzij deze onverwachte meevaller op energiegebied, waarvan elke speler in de regio zal willen profiteren. De gaspijpleiding zorgt zo voor de regionale integratie in heel Azië rondom de drie belangrijke landen Rusland, India en China. Deskundigen betwijfelden een jaar geleden nog of hun onderlinge samenwerking een positief effect zou hebben.

India heeft met zijn reactie op de arrestatie en fouillering van een Indiase diplomaat door de Amerikaanse autoriteiten in Washington al laten zien dat het land afstand neemt van de VS en de westerse bevoogding. De verkiezing van Narendra Modi tot minister-president heeft het einde bezegeld van India's Angelsaksisch tijdperk, het land begint nu dapper aan zijn Aziatisch tijdperk. Het belangrijkste kenmerk van Modi's buitenlands beleid is om India op gelijke hoogte te brengen met de grootmachten China, Rusland en de VS, en zijn land om te vormen tot een regionale macht.

Met een bevolking van 1,3 miljard inwoners en een economische groei van bijna 5 procent heeft India het volste recht om mee te willen spelen in het concert van de grootmachten. India's huidige en toekomstige energiebehoeften zijn enorm (het land is momenteel na de VS en China de derde olie-importeur) en het is Modi's prioriteit om het land op energiegebied zelfvoorzienend te maken, hetgeen hij wil bereiken door massief te investeren in zonne-energie. Los daarvan blijft de Russische gaspijpleiding natuurlijk interessant en Rusland bereidt momenteel met India dan ook een contract voor om via China gas te leveren. Bovendien vormen de goede relaties tussen Modi en zijn Japanse ambtgenoot Abe - vanwege hun beider nationalistische ideologie - een extra stimulans voor Japan om dichter aan te sluiten bij de Aziatische dynamiek.

Naast Japan staat ook Zuid-Korea hoog op de lijst van landen waarmee een Russische gasdeal mogelijk is. Beide landen behoren tot de belangrijkste bondgenoten van de VS in Azië, maar dreigen nu - in een situatie van nauwe trans-Aziatische betrekkingen rondom de Russische gasbonanza - een stuk minder gemotiveerd te raken om zich tegen China te keren. Wat Zuid- Korea betreft is de tactiek bijzonder slim: het land wordt niet aangesloten op de pijpleiding door India en China, maar op een pijpleiding die begint bij de Russische offshore gasvelden bij de Sakhalin-eilanden en door Noord-Korea naar Zuid-Korea loopt.

In combinatie met een project voor een spoorlijn die ongeveer dezelfde route volgt, zal dat Noord-Korea toegankelijker maken en zo de fundamenten leggen voor een mogelijke hereniging van beide landen vanuit het (Aziatische) noorden en niet vanuit het (westerse) zuiden.

In deze nieuwe omstandigheden zullen binnenkort ook de laatste Amerikaanse bondgenoten in Azië, zoals de Filippijnen en Vietnam, aansluiting gaan zoeken bij een groot multipolair Aziatisch blok dat de onafhankelijkheid van de deelnemers kan garanderen, in elk geval van de Amerikaanse bevoogding. Kleine en middelgrote landen zoals de Filippijnen en Vietnam doen er dan wel goed aan om hun subregionale allianties voort te zetten teneinde binnen deze nieuwe supereenheid hun soevereiniteit veilig te stellen.

Als gevolg van het conflict met China over de Paracel-eilanden lijkt het alsof Vietnam zich momenteel aan de pro-Westerse kant van de scheidslijn bevindt, die de Amerikaanse bondgenotenpolitiek probeert te trekken tussen pro-westerse en pro-Chinese landen in Azië. Al deze maritieme territoriale conflicten moeten natuurlijk opgelost worden, maar wil dat duurzaam zijn, dan moet dat gebeuren in een regionale context. En cultureel staan de Vietnamezen nog altijd dichter bij de Chinezen dan bij de Amerikanen. Broeders en vijanden tegelijk, maar hoelang gedraagt China zich niet al als een vredelievende en economisch aantrekkelijke regionale macht?

Onlangs werd bekend dat de Filippijnen met de VS een overeenkomst over militaire bescherming hebben gesloten. Dit betekent niet dat de Amerikaanse militaire bases op de eilandengroep, die in 1991 werden gesloten, opnieuw in gebruik mogen worden genomen, de Filippijnse grondwet verbiedt dat. De VS kunnen daarom alleen Filippijnse bases gebruiken mocht dat land worden aangevallen of om Filipijns militair personeel te trainen, dus hoe dan ook alleen op uitdrukkelijk verzoek van de Filippijnse regering. Overigens hebben de VS dit kleine voordeel gekregen in ruil voor hulp bij het beëindigen van de opstand van de islamitische Moro's op Mindanao. Militaire versterking en stabilisering van de Filippijnen dus, het lijkt wel alsof de Filippijnen de VS gebruiken en niet andersom.

Drie grootmachten in het centrum van het nieuwe 'Groot Azië', twee tot nu toe pro-westerse landen die weer ontdekken dat ze tot Azië behoren, en kleine en middelgrote landen die zich organiseren in subregio's. Met dank aan het goedkoop Russisch gas is in Azië de geopolitieke herordening in volle gang.

Bron: www.leap2020.eu
Vertaling en bewerking: Louis Wilms.