MacKay Een nuchter verhaal: Duurzame energie, een nuchter verhaal van andere keuzes

f-008-012.jpg
Groenere energie is mogelijk. (Foto: Shutterstock)

Wiebe Eekman

We willen af van fossiele energie. We willen af van kernenergie. Om redenen van de klimaatontaarding met al haar schadelijke gevolgen. Om redenen van de luchtvervuiling met al haar gezondheidsproblemen. En bijkomend willen wij een stabiele en betaalbare energievoorziening. Los van bevoorradingsproblemen vanuit het buitenland. Dus willen we 100 procent hernieuwbare energie, hier in het land opgewekt.

Steeds keert dezelfde vraag terug: "Kan dit wel in ons land, met zijn hoge bevolking, zijn hoge levensstandaard? Haar energie-intensieve industrie? Kan dit in Nederland? In België?" Jawel, zeggen Greenpeace, WWF, ettelijke studiebureaus en professoren her en der. Nee, zeggen heel wat anderen. En dan verwijzen ze soms naar de Britse professor MacKay uit Cambridge, die in 2008 een opmerkelijk boek heeft geschreven dat je online kan lezen. De TU Delft heeft de samenvatting vertaald. (i)

MacKay pleit terecht voor het geven van cijfers over de mogelijke productie van hernieuwbare energie. Hij vergelijkt steeds twee kolommen. Eén met het statistisch verbruik aan energie voor allerlei transport, voeding, prullaria, enzovoorts. En daarnaast zet hij de kolom met energieopbrengst van hernieuwbare productie. Alles uitgedrukt in één maat, in kWh per dag en per persoon. Hij doet dat voor Groot-Brittannië, maar je kunt het min of meer doortrekken voor België of Nederland.

Vanuit de cijfers zoekt hij een antwoord op de vragen:

  1. Kan een land als Groot-Brittannië in de eigen behoefte voorzien met eigen hernieuwbare energiebronnen?
  2. Kunnen we door over te stappen op 'geavanceerde technologieën' een einde maken aan de CO2-vervuiling zonder onze levensstijl te veranderen?

Het antwoord dat MacKay uit zijn cijfers haalt is zowel Ja als Nee. Iemand van de Technische Universiteit Delft deed de berekening over voor Nederland (ii) (ik geef enkel zijn conclusie): Hoera! Dat is precies wat we nodig hadden. Zeshonderd windparken op zee, negenmaal meer windmolens op land dan nu, de helft van de akkers vol olifantengras en de Waddenzee ingedamd. Een waanzinnig plan? Zeker. Maar waar halen we anders de energie vandaan? Kernenergie? Zonneparken in de Sahara? Minder mensen? Of toch onze levensstijl aanpassen? Het is hoog tijd de feiten onder ogen te zien en plannen te maken die wat opleveren. Mackay heeft voor die discussie een krachtig middel geleverd.

Ja dus, we kunnen op de twee vragen positief antwoorden. We kunnen ook binnen onze bestaande kapitalistische maatschappij op 100 procent duurzame energie overschakelen als we nagenoeg het hele land vol zetten met installaties en plantengewassen voor energie. Willen we dat wel? Nee, vermoedelijk niet. Nee, dus.

Het addertje onder het gras in de vragen die MacKay stelt is het 'behoud van onze levensstijl'. Wat je eigenlijk beter zou kunnen vertalen in 'behoud van onze bestaande kapitalistische maatschappij-organisatie'. Een maatschappij-organisatie gericht op individuele verrijking ten koste van de medemens en ten koste van het milieu.

De studiebureaus die voor 100 procent hernieuwbare energie gaan, spreken alle over energiebesparing op grote schaal. MacKay oppert dit ook in zijn eindbeschouwingen, maar daar lezen heel wat mensen overheen.

MacKay gaat terecht te keer tegen het groenwassen van vervuilende praktijken en tegen valse oplossingen, die het geweten sussen. Hij maakt duidelijk dat de uitspraak 'Alle kleine beetjes helpen' onjuist is. Alle 'kleine beetjes samen' leveren globaal maar een 'klein beetje' op.

Onze besluiten zijn dat we voor een andere maatschappij-inrichting moeten kiezen. Dat we oplossingen moeten zoeken die buiten de lijntjes kleuren. Dat collectieve oplossingen veel energie kunnen besparen. Veralgemening van de elektrische auto is bijvoorbeeld géén oplossing. Het elektriciteitsverbruik stijgt enorm. Het materiaalverbruik blijft even hoog. En we staan met zijn allen nog dagelijks in de file met alle ergernis van dien.

Een oplossing is veralgemenen van het openbaar vervoer en de urbanisatie daarop afstemmen. Zorgen dat iedereen winkels in de buurt heeft. Zorgen dat niemand nog afhankelijk is van een auto voor het dagelijks leven. Gedaan met zaterdags in de supermarkt de inkopen te doen voor heel de week. Gedaan met het volstoppen van de energieslokkende diepvriezers en koelkasten.

Veralgemenen van de recirculatie economie, herstellen en hergebruiken en het technisch design daar ergonomisch op voorzien. Een hele aanpassing vanwege onze ingenieurs en fabrikanten.

Veralgemenen van warmwaternetwerken, die zowel met restwarmte van de industrie, als met zonnecollectoren, als met warmtepompen op windenergie gevoed worden. Zie de voorbeelden uit Denemarken.

Veralgemenen van hernieuwbare energieproductie met zonnepanelen. Niet enkel op de 'daken naar het zuiden gericht'. We hebben autowegen en spoorwegen die best overkoepeld zouden kunnen worden met zonnepanelen. Tevens geluidwerend. Kan je ook doen met lange-afstand-fietspaden.

Veralgemenen van agro-ecologische landbouwmethodes. Onze huidige landbouw druipt van de fossiele olie en daar wordt in de meeste studies over gezwegen.

Vergeet niet dat de aanpak van de verschillende sectoren een elkaar wederzijds versterkend effect hebben.

Laat het duidelijk zijn dat je hiervoor een overheidsinitiatief nodig hebt, met een collectieve technische planning en in overleg met de bevolking.

Kortom allemaal tips die meer in de richting gaan van wat we een socialistische maatschappij zouden noemen. Ook al kunnen stukken daarvan gerealiseerd worden binnen onze bestaande maatschappij, als de druk vanuit de bevolking groot genoeg is.