Wat steekt er achter veranderingen in het politieke stelsel?

Anna Ioannatou

anne.jpg i-001-000.jpg
Massale demonstraties in veel Griekse steden ter voorbereiding van algemene staking op 1 november a.s. (Zie ook pagina 12) (Foto: KKE)
i-012-020.jpg
Recent ontslagen schoonmakers van het ministerie van Financiën in Griekenland op 10 juli jl. in conflict met oproerpolitie voor het overheidsgebouw. De demonstranten probeerden een ontmoeting van de minister van Financiën, Gikas Hardouvelis, met de Trojka van EU, ECB en IMF te verhinderen. (Foto: ZLV)
i-012-022.jpg
Massale en strijdbare demonstraties, georganiseerd door PAME in Athene, Piraeus, Thessaloniki en tal van andere steden op 3 en 4 oktober jl. (Foto: KKE)
i-012-021.jpg

Vergeleken bij het tweepartijenstelsel dat vanaf 1974 tot 2009 in het Griekse politieke leven overweldigend aanwezig was met bij alle verkiezingen voor beide grote partijen (Pasok en Nea Dimokratía) die als communicerende vaten beurtelings regeerden, een percentage dat opgeteld tussen de 80 en de 90 procent lag, ziet de politieke kaart er nu heel anders uit.

Na de laatste grote overwinning (september 2009) met zo'n 44 procent voor de Pasok is er geen sprake meer van hoge winstpercentages. Geen partij komt sindsdien verder dan 27 procent en een flink ingekrompen Pasok hoort nu bij de kleine partijen. Die vorm van 'socialisme' heeft nu ook in Griekenland zijn beste tijd gehad en heeft plaatsgemaakt voor Syriza als 'nieuwe' vorm van kapitalisme-management.

Veel partijen, twee beleidslijnen

De burgerlijke democratie (meestal 'westerse democratie' genoemd) gaat prat op haar meerpartijenstelsel, vaak benadrukt in tegenstelling tot het eenpartijenstelsel, dat in de Sovjet-Unie om diverse redenen bleef (bij Lenin kan men nalezen over het hoe en waarom de partij van de bolsjewieken alleen bleef).

De simplistische conclusie luidt dan: wij zijn met ons meerpartijenstelsel voor diversiteit, terwijl de communisten alleen aan de macht willen. Maar als je de inhoud van de gevolgde politieke lijn goed bekijkt, dan constateer je al gauw dat het met die veelgenoemde diversiteit niet zo'n vaart loopt. Alle partijen in de 'westerse' democratieën, behalve de in de meeste landen nauwelijks meer bestaande communistische partijen, zijn het over één ding in elk geval eens (ja heus, ook Syriza): het kapitalisme moet blijven en koste wat het kost gered worden (dat kan verdomd duur worden voor de bevolking, zoals in Griekenland de laatste jaren op krasse wijze duidelijk bleek). De diversiteit bestaat alleen uit meningsverschillen over de manier waarop. Alleen de KKE (Communistische Partij) wil ervan af.

Er wordt de laatste paar jaren veel gerommeld aan de politieke bovenbouw in Griekenland, omdat er aan de basis (de economie) zo veel mis is. Eenpartijregeringen, zoals we die in het land hadden tot aan 2009, zouden voor meer stabiliteit zorgen, was ooit het argument. Dat klopte al nooit, als je om je heen kijkt naar andere 'westerse' democratieën. Nederland is een voorbeeld van één van de stabielste kapitalistische landen (een stabiliteit die overigens ook door de systeemcrisis zijn grenzen kent) met tegelijkertijd een veelpartijenstelsel en soms vrij lange periodes zonder regering, waarin een goed geschoold hoger ambtenarenapparaat best in staat blijkt de boel voor enige tijd te laten reilen en zeilen. Griekenland daarentegen met zijn decennialange eenpartijregeringen heeft nooit de zo gewenste politieke stabiliteit bereikt.

Oud door 'nieuw' vervangen

De aanhalingstekens staan er niet zonder reden. Opkalefateren van het oude en achterhaalde met een nieuw jasje is een heel oude methode. Zo is er de laatste jaren veel debat in Griekenland over het vervangen van oude partijen die afgedaan hebben door nieuwe. Slechte ministers of andere slechte bestuurders vervangen door andere. De eenpartij- door een meerpartijenregering (net als in 'Europa', alsof dáár de schoen wringt.). Verbetering van foute beleidslijnen. De crisis heet nooit kapitalistisch, maar schuldencrisis, bankcrisis, partijsysteemcrisis enz.

De crisis die diep geworteld zit in het 'vrije' kapitalistische marktsysteem, dat historisch heeft afgedaan en de oorzaak is van alle ellende, wordt gelokaliseerd in de politieke bestuurlijke bovenbouw. Dus worden de symptomen van de ziekte bestreden en niet de oorzaken. Zo wijt de Nea Dimokratía de situatie aan het feit dat haar beleid te liberaal was, dat ze te snel is overgegaan tot te krasse privatiseringen, te snel "de markten heeft bevrijd". Anderen beweren weer dat het populisme van de Nea Dimokratía juist haar beleid ineffectief maakte, waardoor deze partij heel wat aanhangers zag vertrekken naar nationalistische en op den duur zelfs fascistische politieke krachten.

Dergelijke debatten vinden ook plaats om de forse inkrimping van de Pasok te verklaren. Ook hier een heel spectrum van redenen. De Pasok zou zo diep in de penarie zitten (volgens opiniepeilingen zakt deze partij soms zelfs onder de 5%), omdat zij haar sociaaldemocratische karakter verloor en in de richting ging van het neoliberalisme. Of omdat het juist een te verstatelijkte partij was geworden, die de economie teveel steunde via overheidsingrepen. Dus te 'socialistisch', volgens deze verklaringen.

Oude partijen, nieuwe behoeftes

De bestaande politieke partijen, die tot nu toe regeerden, hebben er moeite mee zich aan te passen aan de nieuwe behoeftes van een verouderend kapitalisme. Waar een staatsoverheid nodig was om - via belasting uiteraard van de bevolking - de opleidingen van de werkende bevolking en de ambtenaren voor de bestuursnoodzaak, eventueel zelfs de hogere wetenschappelijke specialisaties, op zich te nemen, wordt deze rol nu overgenomen door het particuliere kapitaal en verdwijnen de staatsmonopolies (in Griekenland in hoog tempo, elders langzamer en in mindere mate) met als resultaat dat alle verworvenheden en sociale rechten op de tocht komen te staan en in veel gevallen al zijn afgebroken. Waarom dit juist nu gebeurt wordt herhaaldelijk uitgelegd in de economische artikelen van Manifest.

Pasokvervanger Syriza escaleert haar 'oppositie' tegen de 'oude' Nea Dimokratía. De ruzies en provocaties over en weer in parlement en in het medialandschap tussen Syriza en Nea Dimokratía (die doen denken aan de bekvechterij van ooit tussen Nea Dimokratía en Pasok, nu samen in de regering) of meer persoonsbepaald tussen premier Samarís en Syrizaleider Tsipras met als inhoud dat "wij het beter kunnen dan die partij uit de oude doos, want wij zijn modern, wij passen ons makkelijker aan" zijn niet van de lucht.

Een jaar of twee geleden, toen de crisis nog hevig was in Griekenland, maar ook in Italië en Spanje, waren er stemmen binnen Syriza die tegen Griekenland's aanwezigheid in de eurozone en zelfs in de EU waren. Toen waren de separatistische tendensen binnen de EU in elk geval sterker en dit voedde op zijn beurt weer meer nationalistisch gerichte politieke partijen, die een ware opleving beleefden in vrijwel alle Europese landen, zoals de recente Europese verkiezingen te zien gaven, maar ook met een zekere kentering in die tendens die zich nu lijkt door te zetten, nu er een schijn van licht herstel lijkt te zijn.

In elk geval verklaarde Tsipras kortgeleden op het jaarlijkse Economische Forum van de stichting Ambrossetti aan het Como-meer in Italië: "In 's hemels naam, wees niet bevreesd, wij zijn niet van plan Griekenland's deelname aan EU en eurozone in twijfel te trekken." Misschien kan de uitslag in Schotland in het voordeel van 'afhankelijkheid' ook gezien worden als een voorlopig terugdeinzen voor teveel onafhankelijkheid, voor teveel separatisme. De argumenten tegen afsplitsing komend van Centrale Bank, Baroso en Cameron waren in elk geval vol dreiging i.v.m. de eventuele rampzalige gevolgen. Helaas is er nog teveel consensus of ook te weinig protest van de kant van de bevolkingen tegen de rampzalige ontwikkelingen van ons economische stelsel.