Fantasie en werkelijkheid bij de stresstest van de ECB

De Goudlokje-test

Reiner Rupp (*)

'Goudlokje en de drie beren' is een bekend sprookje waaruit kleine kinderen iets over tegenstellingen en de gemiddelde waarde kunnen leren. In het verhaaltje pleegt een brutaal meisje een inbraak in het huis van een berenfamilie en ze probeert van alles uit, bij voorbeeld de gevulde borden op tafel.

In het ene bord is de pap 'te heet', in het andere 'te koud' en in het derde 'precies goed'. Bij de bedden is het ene 'te groot', het volgende 'te klein' en het derde 'precies goed', enzovoorts.

'Precies goed' was ook het Goudlokje-resultaat van de bankentest door de Europese Centrale Bank dat begin deze week gepresenteerd werd en waarbij 130 banken onderzocht werden.

De kunst van de ECB was om de test zo moeilijk te maken dat anders dan bij de twee eerdere onderzoeken de bankbalansen voor leken en politici ditmaal geloofwaardig leken.

Anderzijds liet de test voor de banken veel achterdeuren openstaan en kregen zij zodanig veel speelruimte dat de werkelijke, desolate toestand waarin de Europese bankenbranche zich bevindt nog steeds verborgen blijft. Hierin slaagde de ECB. Ze verklaarde dat van de 130 onderzochte banken sinds de peildatum eind 2013 slechts 25 banken zakten maar hiervan waren in de periode tot aan de openbaarmaking al 12 banken in geslaagd om hun kapitaal voldoende te versterken.

Ook de resterende 13 banken waren volgens de ECB niet geheel en al gezakt. Er was geen reden voor enige opwinding want ook deze 13 zouden in de komende maanden met een versterking van het eigen kapitaal met 10 miljard euro aan alle testvereisten voldoen. Een modern sprookje!

Voor kenners van de financiële markten zijn de resultaten van de recente test en de daarmee verbonden (op zijn zachtst gezegd halfslachtige) controle van de kwaliteit van de vermogenswaarde echter geen aanleiding om het signaal 'veilig' te geven. Ter herinnering: kort nadat ze eerdere stresstests van de ECB in de jaren 2009, 2010 en 2011 doorstonden raakte een hele reeks Europese banken in ernstige problemen, zoals het Belgische Dexia. Bij de stresstest in 2011 kwam deze grote bank als een van Europa's beste uit de bus maar korte tijd later kon ze alleen door nationalisatie van haar schulden gered worden.

De details van het stresstest-scenario werden door het Europees Comité voor Systeemrisico's onder leiding van ECP-voorzitter Mario Draghi samen met toezichthouders van de afzonderlijke Eurolanden en van de EU uitgewerkt. Volgens verschillende bronnen werd er behoorlijk gekrakeeld over deze details, vooral over aannames omtrent de groei van de economie, de ontwikkeling van de onroerend goedprijzen en de werkgelegenheid in de respectievelijke landen. Ook het model om de waarde van het vermogen van de banken te beoordelen hoorde hierbij. Ook hier is de ECB volgens Reuters een "compromis aangegaan" en de banken die hun eigen vermogenswaarde naar eigen zeggen het beste zelf kunnen bepalen tegemoetgekomen. De ECB wilde bijvoorbeeld de waarde van een schip slechts op de verkoopwaarde ervan vaststellen. De banken konden de huidige methode echter handhaven, waarbij het schip samen met de te verwachten winst in de toekomst op de balans staat. Maar dan weer minus 10 procent, als compromis dat de ECB tijdens taaie onderhandelingen wist te bereiken.

Het grootste onderwerp van spot voor financiële experts zoals de links-liberale Ellen Brown van Bloomberg News (een in economieberichtgeving gespecialiseerd Amerikaans persbureau) was echter dat deflatie in het testscenario van de ECB als 'onmogelijk' werd beschouwd en bij voorbaat uitgesloten, evenals de mogelijkheid dat banken door slechte leningen tot grote afwaarderingen gedwongen zouden kunnen worden. Toch is de kans hierop nog steeds tamelijk hoog zoals uit een diep verborgen passage in het 178 pagina's tellend verslag van de stresstest blijkt.

Op pagina 78 wordt in het koeterwaals van de financiële markten onthuld dat dankzij de test voor 136 miljard euro extra aan niet bekende NPE oftewel 'Non-Performing Exposure' ontdekt werd, dus 136.000.000.000 euro extra aan slechte leningen die nooit terugbetaald zullen worden.

Met deze 'nieuwe ontdekking' stijgt het totale bedrag aan slechte leningen van de onderzochte banken tot de gigantische som van 879 miljard euro (pagina 78), ongeveer 9 procent van het bbp van de eurozone. Gezien de compromissen van de ECP bij de waardering van de uitstaande bankschulden zou het werkelijke bedrag wel eens veel hoger kunnen liggen.

Stresstest of niet, de Europese bankensector is failliet. Daarom wil de ECB de Europese financiële sector per se met nog eens een biljoen (1000 miljard) euro overspoelen om zo inflatie te veroorzaken. Zonder economische groei kan alleen op deze manier de ineenstorting van de EU verder worden uitgesteld.

(*) Bron: Zeitung vum Letzebuerger Vollek, 30 oktober 2014, vertaling Frans Willems.