Administratieve banen onder druk van robots

Robots worden gevaar in plaats van hulp

Wil van der Klift

Robots, internet en andere vormen van automatisering zorgen voor aanzienlijke veranderingen op de arbeidsmarkt. Die veranderingen dreigen ten koste te gaan van bestaande beroepen. Onder kapitalistische verhoudingen telt alleen de winst, zeker nu er sprake is van een voortgaande crisis.

Uiteraard moet automatisering niet worden gestopt of bestreden. Het probleem is hoe er met de (snelle) negatieve gevolgen van die automatisering wordt omgesprongen. Het gaat erom hoe de robotisering omgevormd kan worden tot een zege voor de mensheid in plaats van een verrijking van enkelen. Hoe voorkomen kan worden dat de automatisering verwordt tot een verdergaande verhoging van de relatieve uitbuitingsgraad.

Nu dreigt een kaalslag onder bepaalde beroepen, zonder aanbod van begeleiding naar ander werk, scholing en ontslagvergoeding. In beroepen die gevaar lopen door de automatisering zijn de afgelopen vijf jaar al honderdduizenden banen verdwenen. Bij administratief medewerkers gingen tussen 2008 en 2013 zelfs 154 duizend banen verloren. In beroepen waar robots en andere machines de productiviteit vergroten en waar hoger geschoold personeel nodig is om de machinerie te bedienen nam de werkgelegenheid ondanks de crisis juist toe. Vooral bijvoorbeeld data-invoertypistes of verzekeringsklerken dreigen versneld te verdwijnen. In de specialistische gezondheidszorg zullen robots steeds vaker worden ingezet als hulpmiddel bij ingewikkelde handelingen.

Sinds het begin van de kapitalistische crisis in 2008 is er sprake van een groot banenverlies. Deels heeft dit te maken met de onmiddellijke gevolgen van die crisis. De werkloosheid nam extra snel toe omdat in het verlengde daarvan veel bedrijven de crises aangrepen om mensen versneld te vervangen door technologische oplossingen. De hoge ontslagaantallen zijn zo beter te verklaren.

Uiteraard verliezen de beroepen terrein die arbeid snel kunnen vervangen, goedkoper maken en zekerder. Die ontwikkeling is van alle tijden, maar vindt in het computertijdperk steeds sneller plaats. Sinds de industrialisering kwamen er door de technologische vernieuwingen ook steeds nieuwe banen bij.

Het aantal gezondheidszorgspecialisten (huisartsen, cardiologen, tandartsen) nam tussen 2008 en 2013 met 81 duizend toe. Vakspecialisten op juridisch, maatschappelijk en cultureel gebied (waartoe o.a. deurwaarders, interieurontwerpers en fitnessinstructeurs behoren) kregen er 68 duizend banen bij. Veel van deze nieuwe banen kwamen terecht bij vrouwen. Dat geldt ook voor docenten, verzorgend personeel en schoonmakers (bron Volkskrant).

De afgelopen tweehonderd jaar heeft technologie de werkgelegenheid altijd vergroot. Dat leidde echter wel steeds tot grote verschuivingen op de arbeidsmarkt. Dat is ook precies de kern van de zaak. Hoe wordt er omgegaan met die verschuivingen, sociaal of asociaal? Worden de voordelen verdeeld over de bevolking? Wordt er ingezet op steun en hulp bij het werk voor de werkenden of krijgt de technologische vernieuwing de vorm van grotere werkdruk, hogere uitbuiting en meer afdankingen? Niet elk beroep kan worden vervangen, noch makkelijk worden geleerd. Er zal altijd frictie blijven bestaan tussen vraag en aanbod. Maar juist daarom mag dit proces niet worden overgelaten aan de ondernemers, aan de 'vrije' markt. Het zijn dit soort ontwikkelingen die de noodzaak van een maatschappelijke planning duidelijk maken. De wereld steunt op steeds nieuwe krachten, maar hoe worden de voordelen van die vernieuwing eerlijk verdeeld? Onder kapitalistische maatschappelijke verhoudingen zullen de voordelen van de technologische vernieuwingen steeds opnieuw terechtkomen bij de bezitters van de productiemiddelen. De nadelen zullen worden doorgeschoven naar de werkende klasse. Robotisering kan een zege zijn voor iedereen, maar dat kan alleen onder socialistische maatschappelijke verhoudingen. (Bronmateriaal: Volkskrant)