Een jaar na de supertyfoon

i-011-019.jpg
Slachtoffers van de tyfoon hebben op het schip geschreven dat ze dringend eten, water en rijst nodig hebben. (Foto: Claudio Acherri/Flickr/cc/by-nc)

Maarten Muis

Begin vorige maand verschenen in veel Nederlandse media berichten over hoe het nu was op de Filippijnen, een jaar nadat de supertyfoon Yolanda/Haiyan een groot gebied verwoestte. Opeens was voor veel Nederlanders zichtbaar hoe fragiel en armoedig het bestaan van de bewoners van het getroffen gebied is. En ook werd al snel duidelijk hoe incompetent en corrupt het Aquino-regime is, die de wederopbouw vooral aangreep voor gegraai in de hulpbudgetten en verder privatiseren van lokale overheidsdiensten.

Lokaal organiseerden de progressieve krachten een stevige tegenbeweging voor een echte duurzame economische ontwikkeling en een socialer systeem.

Het getroffen gebied, het oostelijke Visayas is overwegend agrarisch, 69,5 procent van de bewoners werkt in de landbouw en visserij. De belangrijkste producten in de regio zijn kokosnoten, abaca (een bananensoort voor vezel) en rijst. Het is echter ook de op één na armste regio van de Filippijnen, waar 45,2 procent van de mensen onder de armoedegrens leeft. De families hadden dan ook absoluut geen reserves om op terug te vallen toen de supertyfoon de eilanden raakte. Meegerekend dat het tien jaar kost om de productie van de verwoeste kokosnoten-aanbouw weer op te bouwen, raakte het gebied zijn gehele economische basis in een klap kwijt.

De reactie van het Aquino-regime

Het verschil tussen de grote woorden van president Aquino een paar dagen voor de ramp, dat zijn regime wel in staat zou zijn de gevolgen van de supertyfoon te weerstaan en de uiteindelijke gigantische ramp, spreken boekdelen. In Vietnam wist men wel tijdig 500.000 mensen te evacueren, terwijl op de Filippijnen achtduizend doden vielen. Het enige waar Aquino zijn competentie in toonde was snel met het leger een wreed repressief beleid in te voeren tegen de slachtoffers van de ramp die in opstand kwamen.

Toen het hulpgeld ging stromen, bereikte uiteindelijk maar een klein deel daarvan de bewoners van het getroffen gebied. Honderd dagen na de ramp was er per familie nog maar 11 kilo rijst verdeeld en maar 1,6 procent van de bewoners opgenomen in het programma waarbij slachtoffers werk kregen in de wederopbouw.

Het programma dat het Aquino-regime ontwikkelde voor de wederopbouw van het gebied kwam in de eerste plaats ten goede aan de grote bouwbedrijven, in bezit van de elite en innig verstrengeld met het machtsapparaat. De wederopbouw van de infrastructuur werd handig gefinancierd met buitenlands schuldpapier en er werd bewust voor gekozen zoveel mogelijk het bezit in private handen te geven. Voorbeeld voor het wederopbouwbeleid van Aquino waren de door corruptie en mismanagement getekende wederopbouwprogramma's na hurricane Katrina in de VS en de aardbeving op Haiti.

De reactie van de werkende bevolking

Terwijl president Aquino bezig was zijn vriendjes contracten toe te schuiven, begonnen de progressieve bewegingen op de Filippijnen daadwerkelijke hulp aan de slachtoffers te organiseren. Progressieve journalisten en filmmakers lieten het werkelijke beeld zien en hielpen de bewoners van het gebied eisen te formuleren voor een wederopbouw die een duurzame economie kon realiseren en een socialer en democratischer maatschappij. In het netwerk van de People Surge kregen de slachtoffers een stem en werd er gestreden voor een betere toekomst voor het gebied.

De People Surge wist naast de voedselhulp door de overheid te verhogen ook campagnes te starten om de productie in eigen beheer te ontwikkelen. Boeren kregen de mogelijkheid om datgene te gaan produceren wat het eerste nodig was, door verdeling van zaaigoed en werktuigen. Coöperaties werden opgezet om planmatig werk te maken van een duurzame en rechtvaardige economie in het gebied. Daarvoor werd op de Filippijnen maar ook internationaal steun gezocht.

Het geld dat in Nederland is opgehaald via giro 555 mag niet in de zakken van de corrupte elite verdwijnen. Het afgelopen jaar heeft duidelijk gemaakt dat het Aquino-regime de ramp van de supertyfoon aangrijpt om de greep van de economische elite op het gebied alleen maar te versterken, met verdere privatiseringen en uitbouwen van het grootgrondbezit. Het verzet van de bevolking hiertegen en het organiseren van een daadwerkelijk alternatief verdient de steun.

i-011-021.jpg
(Foto: Jon Bustamante | Kodao Productions)

Donatie-campagne Manifest

Na de supertyfoon op de Filippijnen heeft Manifest haar lezers opgeroepen te doneren voor de wederopbouw. De campagne is na een voorzichtige start verlengd en heeft na een jaar een mooi resultaat van 900 euro opgeleverd. Op 2 december jongstleden is het bedrag namens de NCPN door Maarten Muis overhandigd aan Luis G. Jalandoni, Chief International Representative of the National Democratic Front of the Philippines (NDFP) en Coni K. Ledema, NDFP International Information Office. Zij zullen zorgen dat het geld terecht komt bij de progressieve bewegingen in het Oostelijke Visayas en zal gebruikt worden voor initiatieven die de wederopbouw in progressieve richting duwen. Manifest zal verder berichten over de besteding van het geld en de situatie op de Filippijnen.