Bankiers kunnen niets leren

i-012-020.jpg
Banken en democratie zijn onverenigbaar onder kapitalistische maatschappijverhoudingen. (Foto: kakunwart/Flickr/cc/by-nc-sa)

Wil van der Klift

'De bankiers hebben wel wat geleerd', beweert Caroline Princen, lid van de raad van bestuur van ABN AMRO, optimistisch in de NRC van 3 januari jl. Nederland heeft volgens haar een optimistisch verhaal nodig. Deze visie klinkt door in veel verhalen die in het begin van het jaar worden verteld.

De kern van veel verhalen - en haar verhaal met name - is dat het allemaal wel goedkomt, als de cultuuromslag maar eenmaal heeft plaatsgevonden. Heel langzaam verandert er iets in de financiële wereld, beweert ze. Een kwestie van geduld dus. In het geval van de banken moet die cultuuromslag leiden tot het wonder van een gezamenlijk belang van klanten en banken. Bankbelang en klantbelang zouden geen spanning moeten opleveren. In de meeste bankverhalen wordt dan nog wel gewezen op de mogelijkheden die een splitsing van zakenbank en publieke bank voor dit nobele doel zou kunnen opleveren. Zelfs dat komt in haar verhaal niet ter sprake. Alles wordt herleid tot nobel streven.

Bij deze mevrouw gaat het helemaal om de 'zachte' kant, de subjectieve veranderingen. Het ligt dus niet aan de objectieve onoplosbare tegenstrijdigheden, maar hoe de bankiers omgaan met de problemen. Niet in de aantoonbare objectieve tegenstelling tussen de noodzaak van zoveel mogelijk winstmaken enerzijds en de belangen van de klanten die - afhankelijk als ze zijn van het financiële systeem - steeds meer op de achtergrond worden geschoven anderzijds.

Klanten waren altijd al financiële melkkoeien - dat is immers de aard van het kapitalistische bankbeestje - maar worden dat steeds meer. De noodzaak voor banken om 'financieel gezonder' te worden noopt hen - volgens eigen zeggen - om de dienstverlening te verminderen, de renten te verlagen en de kosten voor hun 'diensten' te verhogen. Dat heeft allemaal niets te maken met cultuuromslagen. Dat gaat gewoon om de poen. Het klantbelang staat niet centraal en 'integer bankieren' is een onoplosbare tegenstrijdigheid: proberen vuur met water te laten branden. Dat loopt altijd af met een enorme sisser. Achter de wolken van stoom die daardoor ontstaan verdwijnen de mooie doelstellingen daarna in het niets. Mooie gevoelige doelen lopen stuk op de muur van de werkelijkheid: banken kunnen - onder kapitalistische verhoudingen - alleen overleven als ze de onderlinge concurrentieslag winnen en dat gaat altijd ten koste van de klanten.

Het hele verhaal van mevrouw Princen is bedoeld om de terechte negatieve publieke meningsvorming een beetje op te krikken. En passant krijgt daarom ook nog de 'buitenwereld van media, politici en ngo's' een trap na. Die zouden zich best wat meer medeverantwoordelijk mogen opstellen om het herstel van vertrouwen in de bankwereld te herstellen. Want een negatief sentiment rond de banken zou slecht zijn voor Nederland. Hypocrisie ten top. De een na de andere malversatie komt aan het licht. Libor-fraudes alom. Daarvan maken de media uiteraard melding. Zouden ze dat moeten gaan verzwijgen om het vertrouwen op te vijzelen?

De fraudes zijn geen incidenten die kunnen worden toegerekend aan frauduleuze bankiers, maar een onlosmakelijk onderdeel van het bankiersvak, waarin het nemen van onverantwoordelijke 'risico's, vast onderdeel is. Het hoort er gewoon bij als het bloed bij een slager. Kennelijk ziet de geïnterviewde bankiersbazin dat zelf ook wel: "... er zullen nog meer van dit soort incidenten zijn". Maar als er sprake is van veel van dit soort incidenten zijn het geen incidenten meer. Dan is er sprake van een structureel gegeven. Dan helpen ook geen klokkenluiders meer. Pogingen om hun status te verbeteren blijven maatregelen gericht op individuen en gaan voorbij aan de structurele aard van het probleem.

Misschien geloven mensen als mw. Princen in hun eigen verhalen. Met de werkelijkheid hebben die niets van doen. Een roedel wolven in schaapskleren blijft een troep wolven op zoek naar een vette prooi. Onder kapitalistische verhoudingen wordt frauduleus handelen door de vingers gezien, met de mantel der liefde bedekt of goedgepraat, omdat er niet aan valt te ontkomen. Omdat het gaat om wijdverspreide fenomenen. Kapitalisme accumuleert dit soort gedrag omdat niet het belang van de 'klanten', de mensen, centraal staat, maar het belang van de winsten van de ondernemingen. Daarom moeten we van het systeem af, want alleen dan kunnen misstanden bij banken, bedrijven en instellingen werkelijk worden aangepakt.