De zzp'er en de privatisering van sociale zekerheid

i-004-006.jpg
Het Netwerk Jongeren FNV presenteerde zich op de manifestatie op 31 januari jongstleden. (Foto: Hans Goosen)

Maarten Muis

Het aantal werkenden dat aan de slag gaat als zzp'er groeit nog steeds zeer fors. Evenals het werk voor uitzendbedrijven het laatste jaar is toegenomen. Bedrijven hebben weer werk te verdelen, maar kiezen (eerst) voor het vergroten van de flexibele schil. Vast werk wordt alleen aangeboden op het hoogste niveau. De positie van de 'middenklasse' wordt zo stap voor stap verder 'uitgekleed'. Een ander aspect van deze ontwikkeling, die bewust wordt gestimuleerd, is dat de sociale zekerheid zo - op slinkse wijze - wordt geprivatiseerd.

Er zijn een aantal beroepen en levenssituaties die zich lenen om als zelfstandige aan de slag te zijn. Voor een aantal mensen, die na jaren in loondienst op een bepaald gebied een zekere deskundigheid hebben verworven, lijkt aan de slag gaan als zzp'er soms nog voordelen te bieden. Naast financiële voordelen, geldt voor deze selecte groep zzp'ers dat de positie van zelfstandige betekent dat zij met passie en in volle vrijheid hun werk kunnen doen. Wat deze kleine, maar mondige groep van tevreden zzp'ers echter gemeen heeft met de grote groep gedwongen schijnzelfstandigen is het ontbreken van een collectief sociaal vangnet. Voor de toekomst is weinig oog. Het nu staat centraal.

Race to the bottom

Als de zzp'er een nichemarkt heeft aangeboord en dusdanig veel expertise heeft kan hij of zij zich een uurtarief veroorloven, dat het wegvallen van werknemersverzekeringen opvangt. We praten dan wel over tarieven van boven de honderd euro per uur. Dan zijn ook door private verzekeraars aangeboden arbeidsongeschiktheidsverzekeringen te betalen. Ook valt er met een hoog uurtarief een buffer op te bouwen en biedt het tien procent kunnen wegschrijven per jaar aan pensioen een toekomst van financiële zekerheid.

Het is echter een heel selecte groep zzp'ers dat zulke tarieven kan hanteren. In werkelijkheid wordt het bestaan van zzp'ers vooral bepaald door de keiharde 'race to the bottom' naar het laagste uurtarief. Door de extreem geïndividualiseerde onderhandelingspositie op de arbeidsmarkt staat de zzp'er uiterst zwak tegenover de biedende partij: de grote bedrijven. Het beste is dat te zien in de bouw, waar het fenomeen van werkende arme duidelijk zichtbaar is geworden.

Broodfondsen

Tussen de selecte groep zzp'ers met een uurtarief dat financiële zekerheid biedt (maar hoelang?) en de werkende armen in de bouw, is een tussengroep die met hangen en wurgen overeind blijft als zelfstandige. In deze groep, vaak met een uurtarief dat bruto gelijk is aan een cao-loon, zijn netwerken ontstaan die eigen pogingen doen iets van collectieve zekerheid in hun zzp-bestaan te bouwen.

Deze grote tussengroep kan de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en goede pensioenregelingen niet betalen, maar wel af en toe wat opzij leggen. Dus zijn groepen zzp'ers zelf zogenaamde broodfondsen gaan opzetten, waar iedereen in goede tijden wat geld stort. Uit het fonds wat hiermee ontstaat kan een zzp'er die door ziekte of andere problemen een tijd geen inkomsten heeft, aanspraak maken op inkomensondersteuning.

Hoe sympathiek deze rudimentaire vorm van sociale zekerheid op basis van groepssolidariteit ook is, het is natuurlijk een flinke stap terug ten opzichte van de door arbeidersstrijd gerealiseerde werknemersverzekeringen die bij cao's gelden of door de staat worden georganiseerd. Het is ook de ultieme privatisering van de sociale zekerheid die door de rechtse ondernemers en neoliberale politici wordt nagestreefd. Zo worden de zzp'ers die oprecht geloven in nieuwe vormen van werk en leven, en de daarbij passende solidariteit, voor het karretje gespannen van diegenen die de sociale afbraakpolitiek voorstaan.

Zzp-pensioen

Zelfs de belangenorganisatie van de grote bedrijven, VNO-NCW, gaat mee in de roep dat het feit dat een grote groep Nederlanders (de zzp'ers) over enkele tientallen jaren zonder pensioen zit een probleem gaat opleveren. Druk vanuit de belangenorganisaties van zzp'ers zelf en brede consensus in de politiek dat de pensioenloosheid van bijna een miljoen Nederlanders een tikkende tijdbom is, heeft er toe geleid dat er nu stappen zijn gezet om dat collectief te regelen.

Er is echter grote druk uitgeoefend tijdens het proces van het ontwikkelen van een collectief zzp-pensioen om niet de nu geldende werknemerspensioenen als voorbeeld te nemen. Dat zou daadwerkelijk een sociale verbetering zijn. Het plan is verworden tot een soort broodfonds-plus, waar zzp'ers eigen spaarpotjes aanleggen die dan collectief beheerd worden. De inleg garandeert niets collectiefs, het is gewoon een ordinaire oude sok waar geld ingestopt wordt als de zzp'er wat over heeft.

Dit zzp-pensioen wordt dan ook als lachwekkend gezien door veel zelfstandigen. Velen deden dit namelijk al en zetten als ze wat over hebben bedragen voor enkele jaren vast in deposito-sparen of betaalden hun hypotheek versneld af. Voor de zzp'er was de sociale zekerheid al geprivatiseerd, dat was namelijk het hele probleem. Een geprivatiseerd zzp-pensioen aanbieden getuigt van grove minachting voor de daadwerkelijke problemen van de zelfstandigen zonder personeel.

Zzp-er in de cao!

De positie van de zzp-er gaat pas ten goede veranderen als deze onderdeel wordt van de cao van de bedrijven en organisaties waarvoor gewerkt wordt. Stel de pensioenfondsen open voor de zzp'ers en dwing een wettelijk vastgestelde premie af. Dat is rechtvaardige en progressieve politiek. In de cao's moet een minimumtarief afgesproken worden waarvoor zelfstandigen ingehuurd kunnen zijn, dat voorkomt dat de race to the bottom van het zzp-tarief gaat concurreren met de cao-lonen. De zzp'ers krijgen zo de collectieve steun die zij nodig hebben om in de onderhandeling met de opdrachtgevers hun expertise en vakbekwaamheid voorop te stellen en niet hun prijs. En hiermee stoppen we ook de verdere privatisering van de sociale zekerheid, die schadelijk is voor iedereen. Onder de huidige politieke en maatschappelijke omstandigheden zullen deze eisen moeilijk te realiseren zijn. De strijd om verbeteringen van de arbeidsomstandigheden moet daarom altijd verbonden zijn met de strijd tegen de huidige neoliberale (kapitalistische) politiek. Dat toont de strijd die op dit moment in Griekenland plaatsvindt nog eens zeer duidelijk.