MOOIE WOORDEN

i-005-006.jpg i-005-007.jpg

Herinneringen

Rinze Visser

Wat lang geleden alweer. Hij werkte toen in de bouw. In een wijk in aanbouw. Hij was er zelf met zijn gezin pas komen wonen. Dat hij nu aan de wal, in de huizenbouw werkte, kwam doordat zijn partij-afdeling hem op de tweede, een verkiesbare plaats, dacht men, op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen had gezet. Bij het baggerbedrijf, waar hij tot voor kort had gewerkt, kwam hij alleen de weekeinden thuis. Dus 's maandags zou hij er niet zijn wanneer de raadsvergaderingen plaatsvonden. En om over de voorbereidingen en partij-overleg nog maar niet te spreken. En dan ook nog de andere activiteiten onder de mensen. Twee raadszetels - een zetel winst - was de uitkomst. Hij was gekozen. Nu hij aan de wal werkte ver- diende hij wel minder, maar daar stond tegenover dat hij elke nacht thuis kon slapen en in zijn vrije tijd ook actief voor zijn partij kon zijn.

Het nieuwe huis had veel voordelen in vergelijking met waar hij eerst had gewoond. In het eerste huis kon je boven niet slapen vanwege het lekken. Je behoefte moest je doen, zo'n dertig meter verder, in een 'húske' boven een poepton, die je met andere buren moest delen. De tweede woning was wat beter, twee kleine slaapkamertjes én... een eigen poepton. Het nieuwe huis in de buurt in aanbouw, dat was pas een échte woning voor een gezin. En, met een echte wc en een douche. Een woning, door de zelfbenoemde elite nu smalend een 'rijtjeswoning' in een 'achterstandswijk' genoemd. Een douche, dat was wat een groot deel van de mensen in andere volkswijken niet hadden. Daarom was er al jaren een gemeentelijk badhuis, waar je je voor niet veel geld lekker kon wassen. Een uitkomst voor al die mensen die zich anders moesten behelpen met een emmertje warm water en een stuk zeep, op een discreet plekje in een kleine behuizing.

Toen hij met z'n collega's bezig was een straat aan te leggen (de huizenbouw lag stil wegens faillissement) riep een ambtenaar van de gemeente hem apart. Het badhuis was niet in bedrijf wegens onderhoudswerkzaamheden. Een paar weken zou dat duren. De ambtenaar had 'per ongeluk' op het gemeentehuis een gesprek afgeluisterd. De bedoeling was om het badhuis niet weer te openen. De mensen zouden er door de sluiting al aan gewend zijn. En, daar ging het natuurlijk om: het aantal bezoekers was inmiddels wegens verhuizingen naar een nieuw huis met een douche gekrompen, waardoor het bedrag dat de gemeente er per bad op moest toeleggen hoger was geworden. Sluiting van het badhuis zou voor de gemeente een besparing opleveren. Maar sluiting zou wel betekenen dat honderden gezinnen zich niet meer konden douchen en weer terug zouden moeten naar het emmertje water.

De sluiting van het badhuis mocht niet doorgaan, zo besloot hij. Er moest actie ondernomen worden, maar ook: de ambtenaar moest buiten schot blijven. De mensen, die nog dachten dat het badhuis binnenkort de deuren weer zou openen, moesten in het geweer komen, zoveel was hem wel duidelijk. Hij, raadslid van een revolutionaire partij die voor de belangen van de arbeidersbevolking opkwam, moest het initiatief nemen. Daarvoor hoefde hij geen toestemming van zijn partij-afdeling te vragen. Niet eerst oeverloos geouwehoer zoals bij de sociaaldemocraten, die vier zetels hadden. Als je 't aan hen overliet dan volgden er over een week of wat 'schriftelijke vragen', die onherroepelijk tot definitieve sluiting van het badhuis zouden leiden. Nee, hij en zijn partij moesten het doen. Al gauw had hij een straat op het oog, waar aan de ene kant niemand een douche had. Er woonden daar een aantal sympathisanten van zijn partij. Dat waren donateurs, die kochten elke week een steunzegeltje. Ook hij deed dat werk, steungeld ophalen voor de partij. Zei niet een oude rot uit een andere partij-afdeling op elke districtsvergadering altijd dat geld munitie voor de partij was? Nou, in die straat, daar moest het beginnen.

Dus in die straat enkele bewoners bij elkaar geroepen. Een tekst opgesteld, waaronder namen en handtekeningen geplaatst konden worden. Ook in andere straten moest ermee gewerkt worden. De petitie moest gericht worden aan de gemeenteraad, niet aan B en W, zodat zij tijdens de raadsvergadering die over een week al plaatsvond besproken zou kunnen worden. En, zodat hijzelf er het woord over zou kunnen voeren. Uit de tekst mocht niet blijken dat de initiatiefnemers van de voorgenomen sluiting van het badhuis op de hoogte waren. De tipgever van het gemeentehuis moest immers beschermd worden. Daarom zei de tekst niet meer en niet minder dan dat de onderhoudswerkzaamheden nu wel lang genoeg geduurd hadden en dat de betrokkenen zo snel mogelijk weer van het badhuis gebruik wilden maken. Dus: wanneer kunnen we er weer naar toe? De zaak werd in de partij-afdeling besproken. Hij nam in de raad hierover het woord.

Hij weet nog precies wat de burgemeester zei. Het onderhoudswerk was wat tegengevallen en had daarom wat langer geduurd. Het badhuis zou over enige dagen weer geopend worden. Hij dacht aan de gemeente-ambtenaar en wist wel beter. Later verhuisden er meer mensen naar een nieuwbouwwoning met douche. Hij en zijn partijgenoten wisten dat er een dag zou komen dat B en W met een voorstel zouden komen om het badhuis, vanwege het sterk teruglopen van het aantal bezoekers, te sluiten. Toen dat zo ver was wist zijn partij erdoor te krijgen dat bovenop de rijkssubsidie er ook nog een gemeentelijke subsidie kwam voor het provisorisch aanleggen van een eenvoudige douchegelegenheid. Ook verhuurders werden aangeschreven. Want, zo dachten hij en zijn partij-afdeling, als iets niet meer te winnen is, probeer er dan toch nog iets positiefs uit te slepen. Niet radicaal, maar tactisch juist. Dat was zijn mening en ook die van zijn partij.

Dat is lang geleden. Hij maakte ook mee dat zijn partij veel later haar revolutionaire principes liet verwateren en uiteindelijk overboord zou gooien. Nu, al weer veel later, nu hij ook al weer een tijd voor de nieuwe partij raadslid is (want de oude partij had haar eigen begrafenis georganiseerd) denkt hij vaak terug. Over de verloedering die zich van de oude partij meester had gemaakt en hoe zoiets kon gebeuren. Eén ding weet hij wel: juist een principiële partij - communistische partij - is in staat om in het belang van de arbeidersbevolking compromissen te sluiten. Compromissen op basis van actie, van strijd. Toen, al weer heel lang geleden, ging het om douches en een badhuis. Nu gaat het om andere zaken.