De arbeidersklasse staat nog steeds als 'power-house'

Maarten Muis

Na de val van het communistische leiderschap in de Sovjet-Unie, werd het wetenschappelijk concept van de klassenstrijd al meerdere malen ten grave gedragen, om in de praktijk steeds weer als een feniks te herrijzen tijdens acties en stakingen tegen de afbraak van arbeidsvoorwaarden en behoud van verworven rechten. Ondanks de hegemonie van de burgerlijke ideologie gedurende de laatste decennia, verschenen steeds weer plotselinge uitbarstingen van links klassenbewustzijn, zonder dat dit leidde tot een geïntegreerd politiek antwoord.

Tien jaar geleden was deze constatering de aanleiding voor een groep Duitse marxisten te komen tot een analyse van de Duitse arbeidersklasse in de 21ste eeuw. Het resultaat was een publicatie 'Zweifel am Prolitariat - Wiederkehr der Prolitarität' (2005, Neue Impulse Verlag, Essen) en twee vervolgen in 2006 en 2007. Ik heb in 2006 een aantal artikelen vertaald en op basis daarvan schreef ik dit artikel.

De subjectieve factor

Een artikel van Hans-Paul Brenner, nu lid van de leiding van de DKP, over klassenbewustzijn vormt de kern van het Duitse boek uit 2005. Essentieel voor de dominante positie van de burgerlijke ideologie - en de nederlagen van de arbeidsklasse - is, wat hij noemt, 'de subjectieve factor'. Brenner maakt duidelijk hoe (links) klassenbewustzijn steeds geremd en gestoord wordt. Hij geeft ook aan hoe met dit inzicht een effectievere strijd kan worden gevoerd.

Er is een duidelijke crisis in de z.g. 'subjectieve factor'; het onvermogen om dagelijks ervaringen in een groter kader te plaatsen, zodat een politieke oriëntering kan ontstaan. De defensieve opstelling van de angstige werker, bang voor het verlies van zijn baan is een gewonnen oorlog voor het kapitaal. Maar - als de voortekenen niet bedriegen - is een keerpunt bereikt. De woede en het verzet groeien langzaam maar zeker!

Actualiteit van klassenstrijd

De klassenmaatschappij zal altijd een actueel onderwerp blijven voor wie de ogen opent voor wat er in de realiteit plaatsvindt. De media doen veel moeite er een saus van illusies en consumentisme overheen te gieten, maar wie verder dan dat kijkt ziet in de praktijk continu klassenstrijd.

De tegenstellingen tussen kapitaal en arbeid worden scherper sinds begin deze eeuw. Veel moeizaam bevochten verworvenheden van de werkenden staan ter discussie. Tegelijkertijd kenmerkt zich de arbeidersklasse door verdeeldheid. Nieuwe breuklijnen in het linkse veld zijn ontstaan.

Er vindt thans een verbouwing plaats van de klassenmaatschappij; de erosie van traditionele middenlagen, meer zones van sociale kwetsbaarheid door knellende regelgeving. Kapitaal kan slechts floreren door steeds intensievere uitbuiting; daardoor is een gevoel van bestaansonzekerheid ook in relatief stabiele beroepsgroepen binnengedrongen.

De verwarring

Sommige linkse intellectuelen propageerden al sinds de jaren negentig het begraven van het klassenbegrip. Men verwarde in de sociologische analyse vooral de uiterlijke vorm van de arbeidersklasse met verandering, terwijl de tegenstelling ten opzichte van het kapitaal structureel de invloedrijke factor voor het dagelijks leven bleef.

Rossana Rossanda sprak in het tijdschrift 'Sozialismus' in 2001 van verwarring onder linkse intellectuelen. Zij meende dat veel kritische linkse mensen afscheid genomen hebben van de klassentegenstelling als bepalende zaak. Dat is zeker juist. Aan de andere kant is de 'werkende klasse' nog steeds een realiteit en kun je ervoor kiezen die strijd aan te voeren.

Power-house

Kunnen wij onze problemen oplossen zonder afscheid te nemen van de marxistische klassentheorie, zoals de Nederlandse SP dat heeft gedaan? De Duitse marxisten stelden tien jaar geleden al voor deze theorie te actualiseren, en dus niet lichtzinnig te verlaten. Afscheid nemen van de werkende klasse als 'power-house' voor een nieuwe socialistische samenleving betekent de revolutionaire weg verlaten en ruim baan geven aan de dominante positie van de burgerlijke ideologie.

De stelling

Ook bij Marx en Engels geldt de stelling: "Vergissingen bij grote theoretische vragen hebben fatale consequenties voor de politieke praktijk". En Lenin: "Iedereen die deelvragen beantwoordt zonder de algemene opgelost te hebben, zal struikelen over deze algemene vragen". Marxisten gaan nog steeds uit van de stelling in een eerste druk van 'Das Kapital' dat de maatschappij geen bestendig kristal is, maar zich voortdurend ontwikkelt. Linkse antikapitalistische problemen zijn nauw verbonden met het analytische tekort met betrekking tot deze veranderingen. Gewijzigde bewustzijnsprocessen veranderen de condities van de strijd. Het verlaten van het socialistisch klassenbewustzijn door de SP heeft daarmee dus ook de slagkracht van links verzwakt en maakt de noodzaak van een marxistisch-leninistische partij als de NCPN alleen maar noodzakelijker.

De condities anno 2015 zijn anders dan toen de Duitse marxisten het debat over de twijfel aan de arbeidersklasse begonnen. De crisis van 2008 heeft getoond dat kapitalisme nog steeds dezelfde bewegingen laat zien als in de jaren 30 van de vorige eeuw. De hoofdtegenstelling arbeid-kapitaal is zichtbaar als nooit tevoren. Dat maakt de noodzaak voor marxisten om aandacht te besteden aan de subjectieve factor alleen maar manifester. Geheel in de gedachtelijn van Marx: "Men moet de versteende verhoudingen zo tot dansen brengen, door hun eigen muziek voor te spelen"...

(zie ook redactioneel)