Zal China de wereldeconomie redden?

borse-china.jpg
De Chinese beurs

Zoltan Zigedy

Inzicht in de Volksrepubliek China (VRC) vormt een enorme uitdaging voor elke marxist. Natuurlijk is het niet een uitdaging op basis van een aantal racistische begrippen zoals bijvoorbeeld 'oosterse ondoorgrondelijkheid' of zelfs de taak van het ontrafelen van de obstakels ten gevolge van omvang, diversiteit en complexiteit. In plaats daarvan is het de verbijsterende doctrine van het 'socialisme met Chinese kenmerken' dat velen van ons verwart. Hoewel niemand kan betwisten dat de Chinese Communistische Partij de belangrijkste kracht in de Chinese samenleving is, vinden sommigen dat de partij de Volksrepubliek China in de verkeerde richting leidt - langs het pad van de kapitalistische restauratie.

Dat de kapitalistische productieverhoudingen bestaan en zijn gegroeid in de Volksrepubliek China is onbetwistbaar. Zowel de binnenlandse particuliere bedrijven en multinationale kapitalistische bedrijven hebben veel meer dan een teennagel in de nationale economie gekregen. Toch is het zinloos om mee te doen aan het populaire linkse gezelschapsspel dat tracht de Volksrepubliek China als socialistisch of kapitalistisch te bestempelen. Een relevantere en nuttiger vraag is: "Waar gaat het heen met de Volksrepubliek China?"

Ik stelde die vraag in een essay - De Chinese Puzzle - in december 2011. Ondanks de vele bedenkingen bij de bedrieglijk geheten 'hervormingen', aanvaard door de Chinese leiders, was mijn oordeel dat de socialistische fundamenten van de economie, weliswaar gevaarlijk verzwakt, nog intact waren: de staatssector, in verhouding tot het jaarlijkse nationale product, was nog vijf keer groter dan in een typische Europees sociaaldemocratisch land als Frankrijk; de financiële sector was voornamelijk in handen van staatsbedrijven; het planningsmechanisme was zwak, maar functioneel.

Tegelijkertijd was ik volledig op de hoogte van de vele vraagstukken aangericht door de kapitalistische 'hervormingen':

De invoering van de kapitalistische elementen in de Chinese economie heeft het land geteisterd met alle kwalen die voortvloeien uit de anarchie van de markten: onevenwichtigheden, speculatieve oprispingen en zeepbellen, inflatie, arbeidsonrust, grijze en zwarte markten en de chaos op de arbeidsmarkt. In het voorjaar en de zomer van 2010 kwamen arbeiders in opstand tegen lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden in tal van plaatsen. Ook dit jaar [2011] waren er significante acties voor een beter salaris, betere arbeidsvoorwaarden en tegen ontslagen. In het najaar werd het onafhankelijke staatsfonds van de Volksrepubliek China gedwongen om aandelen te kopen van de grote Chinese banken. Ondanks het feit dat particuliere investeerders maar een kwart of minder van de grootste banken in het land bezitten, vormde een uitverkoop door buitenlandse investeerders een lichte paniek door de interventie van het staatsfonds. Vandaag de dag [in 2011, nvdr], drukken inflatie, de bouwzeepbel, en te grote afhankelijkheid van de export op de economie.

Maar de economische stabiliteit van de Volksrepubliek China tijdens de slechtere jaren van de wereldwijde economische crisis heeft volgens mij het bestaan en de waarde van de resterende socialistische basis aangetoond.

Ik concludeerde in een noot voorzichtig:

Deelname van het land aan de wereldwijde markten zou problemen kunnen opleveren die zelfs de resterende socialistische instrumenten niet kunnen overwinnen. Bovendien is het niet duidelijk of de Volksrepubliek China deze waarborgen zal versterken of ze overboord gooien, omdat haar leidende Communistische Partij deze lastige mix van socialisme en kapitalisme zelf veroorzaakt heeft.

Een bocht naar rechts

Vier maanden later klonken alarmbellen met de publicatie van een gezamenlijk rapport van de Wereldbank en het 'Development Research Center' van de staatsraad van de Volksrepubliek China dat aandrong op een versnelling van de privatisering, deregulering, liberalisering van de financiële markten, en openheid voor investeringen van buitenlandse ondernemingen. Natuurlijk is dit recept van de conventionele wijsheid bevorderd door de Wereldbank. Maar het meest alarmerende was de goedkeuring van deze agenda door zo'n prominent Chinees staatsorgaan.

Het rapport eist:

In de financiële sector is commercialisering van het bankwezen nodig die geleidelijk vaststelling van rentepercentages op basis van marktwerking toelaten, de verdieping van de kapitaalmarkt bewerkstelligen, en de ontwikkeling van de infrastructuur voor het juridische en toezichtkader om de financiële stabiliteit te waarborgen om een geloofwaardige basis op te bouwen voor de internationalisering van de Chinese financiële sector.

De studie, 'China 2030', vertegenwoordigde duidelijk het manifest van de rechtse 'kapitalistische stroming' in het leiderschap van de Volksrepubliek China. Zoals ik later schreef (The Battle for China's Future, 3-06-12), "... de leiding [loopt over] de dunne, riskante lijn tussen opkomend kapitalisme en de resterende socialistische instellingen. Maar de Wereldbank en zijn Chinese bondgenoten zijn vastbesloten die richting te beïnvloeden. En er mag geen twijfel over bestaan in welke richting 'China 2030' de leiders wil duwen."

Met het daaropvolgende overwicht van de groep van het leiderschap van Xi Jinping werd het duidelijk dat verdere 'hervormingen' - economische liberalisering - aanstaande waren. Xi trachtte de marktwerking te ontketenen, verkleint de kracht en de omvang van de publieke sector, en maakt op verschillende manieren het hof met buitenlands kapitaal en bedrijven. Om de welig tierende corruptie, veroorzaakt door de uitbreiding van de particuliere sector, te minimaliseren, startte de overheid ook een agressieve campagne om de meest flagrante misbruikers te onderzoeken en te vervolgen.

Zij hoopten dat dit de publieke wrok over de economische ongelijkheid, die steevast ontstaat met de uitbreiding van particulier winstbejag, zou temperen.

Het is duidelijk dat de nieuwe generatie Chinese leiders het marktdogma heeft geaccepteerd, dat verdere groei wordt bedreigd door regelgeving, een prominente publieke sector en financiële terughoudendheid. Ze zijn duidelijk overtuigd door liberale ideologen dat meer kapitalisme en minder socialisme de orde van de dag bepalen. En even duidelijk hebben ze de gevaren die op de loer liggen op dat pad niet voorzien.

De beslissing om door te gaan met de liberalisering werd sterk gevoeld op de Chinese aandelenmarkten. PRC-leiders spoorden investeerders aan om zichzelf te verrijken. Vanaf november 2014 werd de regelgeving versoepeld met betrekking tot kredietspeculatie [winstmarges], rentepercentages werden verlaagd, en de internationale toegang tot de aandelenmarkten werd uitgebreid, wat resulteerde in de snelle opmars van een al oververhitte markt.

De publieke beursintroducties (IPO's) vermenigvuldigdigden zich; de marktkapitalisatie steeg vijf keer in een jaar; leningen t.b.v. aandelenaankoop verdubbelden in zes maanden en bereikten het bedrag van 2.270.000.000.000 (2,27 biljoen) yuan; individuele beleggers kochten voor meer dan 75 miljoen aandelen, terwijl zelfs 31 procent van de studenten op de markt speelden. De Chinese leiders hadden een andelenmarktrazernij ontketend, die op het hoogtepunt tot resultaat had dat de gecombineerde Chinese aandelenmarkten de grootste werden in de wereld na de New York Stock Exchange.

Het aandelenbeurs'wonder' dreef de index van de benchmark Shanghai Composite naar een nieuw hoogtepunt in het midden van juni dit jaar met het bereiken van een slotkoers van 5166 tegen 3334 aan het einde van vorig jaar.

Maar toen stortte de markt in. Minder dan een maand later was 3,5 biljoen dollar nominaal in rook opgegaan, waarna de index terugviel naar 3507. Eind augustus werd de index verder uitgehold tot 3210.

Overheidsmaatregelen om de crash te stoppen waren vruchteloos. Ondanks de schorsing van beursintroducties, opschorting van de handel in veel aandelen, beteugeling van aankopen van aandelen, en de inzet van 19 miljard dollar om een marktstabilisatiefonds op te richten, bleef de markt haperen. Vierentwintig miljoen investeerders verlieten de markt, vermoedelijk na het lijden van grote verliezen. Een inzicht in de grootte van het vraagstuk: het gaat om meer dan 14 keer het bbp van Griekenland.

Anders dan in het verleden, had de Volksrepubliek China geen socialistische gereedschappen in de gereedschapskist (of kozen ze ervoor die niet te gebruiken). In tegenstelling tot in 2008, toen de leiders van de Volksrepubliek China snel publieke fondsen injecteerden in overheidsbedrijven en openbare projecten, om de economie weg te stuwen uit de privé-dwaasheid van de mondiale economie, waren de leiders van de Volksrepubliek China overweldigd door de marktwerking, die ze zo enthousiast hadden ontketend.

In hun enthousiasme om de markten te omarmen, had de leiding in februari toegezegd om de wisselkoers van de yuan ten opzichte van andere valuta's te laten zweven en de controle op kapitaalstromen te stoppen. Ondanks vier kwartalen van kapitaalvlucht, bevrijdde de overheid de yuan-wisselkoers op 11 augustus, waarmee een devaluatie ontstond die een versnelling van de kapitaalvlucht belooft. In het zicht van een ineenstorting van de aandelenmarkten van de Volksrepubliek China, heeft de leiding ervoor gekozen om te antwoorden met nieuwe markt'hervormingen'. Bovendien leggen westerse commentatoren (zie Paul Krugman, bijvoorbeeld) bizar genoeg de schuld van de nederlaag bij het feit dat er te weinig markthervormingen plaatsvonden in plaats van de agressieve liberalisering die de aandelenmarkten heeft oververhit. Een goedkeuring dus van een aantoonbaar mislukt beleid. Kapitalistische banaliteiten bracht de economie van de Volksrepubliek China tot deze situatie. Zullen de leiders van de Volksrepubliek China ze blijven omarmen?

Mondiale turbulentie

De huidige chaos op de wereldwijde aandelenmarkten heeft van de Volksrepubliek China een handige zondebok gemaakt. De commentatoren zien de economische problemen in de wereld als het gevolg van de op een na grootste economie. China zou aan de bron liggen van de neerwaartse gang van de wereldeconomie. Ondanks dat de Chinese economie zich in de verkeerde richting beweegt en dus bijdraagt aan de blijvende kapitalistische crisis, is dit antwoord verre van efficiënt en niet de uiteindelijke oorzaak van de pijnen van het kapitalistische systeem. Lang ontwikkelde, diep verankerde processen zijn bezig om het kapitalistische systeem te ondermijnen (zie mijn: 'de Amerikaanse economie: Een Midyear Report Card', 12-06-15, geplaatst: 27augustus)

Het is echter belangrijk te benadrukken dat de Chinese economie - zelfs met zijn resterende socialistische kenmerken - niet meer in staat is de mondiale kapitalistische economie te redden zoals het, gedeeltelijk, deed in 2008. Zoals Lingling Wei en Mark Magnier schreven in The Wall Street Journal (China Overspoelt Economie met Cash, 24-08-15):

Peking's strijd deze zomer heeft veel geschrokken beleggers naar China doen kijken als een bedreiging, in plaats van een hulpverlener van de wereldwijde groei. Tijdens de financiële crisis van 2008 en begin 2009, reageerde China met een kolossaal stimuleringsplan, dat fungeerde als een schokbreker. De laatste tijd is het China dat de schokken veroorzaakt.

Dit is het resultaat van een sterke en volledige overgave aan de markt van de belangrijke, kritische elementen van de socialistische economie door Chinese leiders. Men kan alleen maar hopen dat ze bij zinnen zullen komen voordat zij anderen zullen volgen in een poging om het onbeheersbare te beheersen.

Bron: zoltanzigedy@gmail.com (ZZ's blog), 27-08-15, vertaling WvdK.