De huidige problemen van de klassenstrijd en de rol van de communistische partij (deel 3 en slot)

Ga naar deel 1 Ga naar deel 2

Fundamentele principes van de revolutionaire communistische en arbeidersbeweging

Alleen dankzij een confrontatiestrategie kan de arbeidersbeweging succesvol zijn

Dimitris Gontikas (*)

Tijdens het bestuderen van de strijdwijze door de arbeiders- en vakbeweging op nationaal en Europees niveau stuitte de KKE op ernstige denkfouten van de leiding van de klassenstrijd. De voornaamste hiervan waren het scheiden van economie en politiek en het verlaten van de bewezen theoretische principes van de klassenstrijd. We zagen dat de economische strijd als bepalende factor ter verbetering van het leven van de werkende klasse tot absoluut speerpunt verklaard werd.

Vele jaren lang stonden collectieve arbeidsovereenkomsten centraal in de strijd van de arbeiders- en vakbeweging, waarbij vooral de prijs van arbeid tot inzet gemaakt werd, terwijl een aantal basisvoorwaarden voor de reproductie van de arbeidsmacht (onderwijs, gezondheidszorg) vooral de verantwoordelijkheid waren van de staat als vertegenwoordiger van de kapitaalbelangen.

Een probleem in de leiding van de klassenstrijd was het ontkennen van het marxistische basisprincipe over de relatieve en absolute armoede van de werkende klasse als permanente trend binnen het kader van de kapitalistische productiewijze.

Deze dwalingen leidden ertoe dat de arbeiders- en vakbeweging in verschillende landen en vooral in de ontwikkelde kapitalistische landen de belangen van de werkende klasse ondergeschikt maakte aan de plannen en belangen van de bourgeoisieklasse en dat het internationalisme vaarwel gezegd werd. De arbeiders- en vakbeweging moest de tegenaanval van het kapitaal tijdens de economische crisis vrijwel ongewapend zien te pareren.

De werkende klasse en haar beweging mogen de economische strijd ter verbetering van de leef-en werkomstandigheden geen moment opgeven. Dankzij deze strijd doet de werkende klasse ervaring op, ze leert haar kracht kennen en groeit erdoor op moreel, intellectueel en politiek gebied. De verworvenheden ervan zijn afhankelijk van de machtsverhoudingen. Deze strijd heeft echter zijn beperkingen en wat bereikt wordt ligt voortdurend onder vuur. Toch is deze strijd nog minstens zo belangrijk als tijdens het ontstaan van de georganiseerde vakbeweging.

In de huidige omstandigheden leidt de dominantie van de monopolies door het omverwerpen van de verworvenheden van de werkende klasse tot een groeiende uitbuiting. Door de algemene privatiseringen van onder meer het onderwijs en de gezondheidszorg zijn ook deze voorwaarden voor de reproductie van de werkende klasse ten prooi gevallen aan de uitbuiting van het geaccumuleerde kapitaal.

De economische strijd is nu niet meer voldoende. Het is een defensieve strijd die zeer beperkt is en die niet volstaat om de werkende klasse haar sociaal bevrijdende rol te laten spelen. Alleen in combinatie met de politieke en theoretische strijd kan zij haar historische rol vervullen.

Welke vooruitgang de werkende klasse ook boekt met haar strijd, haar positie in het systeem en binnen de productieverhoudingen verandert niet. Het zijn verhoudingen van uitbuiting, afhankelijkheid van kapitaal en loonslavernij. De uitbuitende arbeidsvoorwaarden blijven hetzelfde. De wet van de kapitalistische accumulatie sluit elke verlaging van het niveau van uitbuiting uit: de baas blijft de baas. Daarom is het voornaamste thema van de klassenstrijd voor de werkende klasse de vrijmaking van de uitbuiting.

De huidige machtsverhoudingen zorgen voor aanzienlijke problemen voor een dergelijke ontwikkeling van de klassenstrijd. Het verbinden van de economie met de politiek is een voorwaarde voor het overwinnen van deze moeilijkheden. Alleen hierdoor kunnen de machtsverhoudingen op nationaal en internationaal niveau aan het wankelen gebracht worden.

Het is duidelijk dat in crisisomstandigheden de communistische partij en de arbeiders- en vakbeweging een zeer complexe strijd moeten aangaan. Enerzijds moeten zij krachten mobiliseren om zich teweer te stellen tegen de alledaagse problemen die door de crisis steeds heviger worden. De brede massa van de werkende klasse dient actief betrokken te worden. Dit geldt vooral voor de jongeren. Ze zijn relatief onervaren en groeiden op terwijl de wereldwijde revolutionaire beweging zich terugtrok. Tegelijkertijd moeten alle verschillende fronten op de werkvloer verenigd worden in een eengemaakte beweging die zal strijden voor het omkeren van de machtsverhoudingen, voor de omverwerping van de macht van de monopolies en voor een socialistische toekomst.

Natuurlijk is dit geen eenvoudige kwestie. In een crisissituatie ziet het radicalisme zich immers niet alleen geconfronteerd met staatsgeweld en ideologische intimidatie maar ook met de systematische verspreiding van reformistische en opportunistische ideeën die het bewustzijn vertroebelen, zorgen voor verzwakking, verdeling en lijdzaamheid. Een strategie van scheuring en omverwerping is de enige optie.

2. De rol en de missie van de vakbonden in de huidige omstandigheden

Door het vele jaren loskoppelen van economie en politiek is de strijd van de vakbonden ver af komen te staan van de klassenstrijd. Op ideologisch en praktisch gebied werd de neutraliteit van de vakbonden benadrukt en de ideologische en politieke strijd van communisten binnen de bonden legde het af tegen het reformisme. Zo kon de sociaaldemocratie de overhand binnen de vakbondsleiding krijgen.

Deze ontwikkeling is bijna voltooid in de EU-landen en de VS. Er is bijna geen sprake meer van een Amerikaanse vakbeweging en ook in Europa treden de bonden maar zwak op. Dit zal niet veranderen, tenzij er een belangrijke ommekeer plaatsvindt en er een sterke klassenbewuste stroming op de voorgrond treedt, een stroming die de confrontatie zoekt met de reformistische vakbonden die zich schuldig maken aan klassencollaboratie.

Aan deze klassencollaboratie heeft de partij de oorlog verklaard en dat ging niet zonder slag of stoot.

De eenheid van de werkende klasse is een fundamentele strategische kwestie voor de KKE in de arbeiders- en vakbeweging. De eenheid binnen haar rangen heeft als voorwaarde de bevrijding van de invloed van de bourgeoisieklasse en de reformistische illusies die nog steeds springlevend zijn en die versterkt worden door de specifieke historische condities die de ontwikkeling van het kapitalisme met zich meebrengt.

Nu de kwestie van de vervanging van de kapitalistische productiewijze objectief aan de orde gesteld is moet de eenheid van de werkende klasse tot stand komen door de versterking van de arbeiders- en vakbeweging, met als centrale inzet de huidige behoeften van de werkende klasse, die onverenigbaar zijn met de monopolies en het imperialisme. De oriëntatie van de vakbeweging en de te voeren strijd binnen haar rangen is een centraal probleem van de klassenstrijd en is van fundamenteel belang voor de belangen en het lot van de arbeidersbeweging.

De tegenstelling kapitaal-arbeid is onverbiddelijk, onverzoenlijk en kan niet overbrugd worden. Het idee van reformisten en opportunisten dat ze vreedzaam samen kunnen gaan als ze in evenwicht zijn en dat de tegenstellingen gereguleerd kunnen worden is fataal voor de vakbeweging. De nederlaag en het failliet van deze ideeën en praktijken is een voorwaarde voor de versterking van de arbeidersbeweging, voor de verdediging van de belangen van de werkende klasse. Het is een strijd die direct verband houdt met de voornaamste taak: de bevrijding van de werkende klasse uit de marteling van de kapitalistische uitbuiting en slavernij.

De strijd voor de versterking van de klassengeoriënteerde stroming binnen de vakbeweging zag zich natuurlijk geconfronteerd met een furieuze aanval van de vakbondsleiding op zowel nationaal als Europees niveau, waarbij allerlei opportunisten een leidende rol speelden. Men beweerde onder meer dat de eenheid van de strijd ondermijnd werd en dat de economische strijd verwaarloosd werd.

De KKE bepleit een combinatie van de economische en de politieke strijd waarbij de eenzijdigheid overstegen wordt. Onder de condities van de dominantie en expansie van het monopoliekapitaal, onder de condities van de economische crisis, onder condities waarin de noodzaak tot een andere ontwikkeling zich objectief voordoet lever je de werkende klasse aan handen en voeten gebonden uit aan de vijand als je de strijd beperkt tot eisen per sector of bedrijf, alleen maar in naam van de eenheid. Dit houdt in dat je niet alleen de economische maar zelfs de hele strijd opgeeft.

Het probleem waarvoor de communistische beweging als pleitbezorger van de eenheid in de werkende klasse zich geplaatst ziet is precies de versterking van deze eenheid. Die eenheid moet gebaseerd zijn op de gemeenschappelijke problemen in de georganiseerde en gecoördineerde strijd die de beperkte belangen binnen sectoren en de gefragmenteerde strijd tegen individuele werkgevers overstijgen. Het is een lijn die de economische eisen op een hoger plan brengt, in confrontatie met de monopolies, het grootkapitaal en de politiek die hen ten dienste staat. Economische en andere problemen worden niet gecreëerd door individuele werkgevers maar door de gemeenschappelijke strategie van het kapitaal en zijn imperialistische verbonden.

Daarom is de kwestie niet het opgeven van de economische strijd en de eenheid van de werkende klasse maar de richting en het doel van de strijd: de kwestie is of deze beperkt blijft tot een kleine salarisverhoging of dat ze het tegemoetkomen aan de huidige behoeften van de werkende klasse tot doel heeft, waarbij het pad van de klassenstrijd ingeslagen wordt. Als we niet de eenheid en de strijd van de werkende klasse vooropstellen worden we evenals de reformisten en de opportunisten medeschuldig aan de machteloosheid binnen de grenzen die de uitbuiters en hun systeem bepalen.

Zullen we vakbonden hebben die gecontroleerd worden door de werkgevers en gecompromitteerde vakbondsleiders of klassengeoriënteerde vakbonden die zich verzetten tegen de eensgezinde politieke lijn van de monopolies en hetimperialisme? Er kan geen verzoening tussen deze twee lijnen bestaan. Dit zou neerkomen op een onacceptabel en gevaarlijk compromis, op verzoening met het imperialisme. Het is een ontkenning van de klassenstrijd. Rekening houden met moeilijkheden en met de complexe problemen waar de klassenstrijd ons voor plaatst is één ding. Jezelf erbij neerleggen en de aftocht blazen is een ander.

Het verschijnen van nieuwe en onervaren krachten in de rangen van de werkende klasse is een van de complexe problemen waarvoor een bijzondere benadering vereist is, evenals de tactieken van de bourgeoisieklasse in samenwerking met regeringen en reformistische en opportunistische krachten. De verbreding van haar krachten met nieuwe elementen uit de kleine bourgeoisie neemt niet weg dat het industrieel proletariaat de voornaamste component van de werkende klasse blijft, net zoals het industrieel kapitaal - zoals Marx aantoonde - essentieel blijft voor het bestaan van het kapitaal als geheel.

"Het streven naar de politieke macht voor de werkende klasse en haar bondgenoten moet niet op een sloganeske of vrijblijvende wijze overgebracht worden aan de arbeidersbeweging, maar op een geplande manier, met gebruikmaking van de ervaring van de massa". De werkende klasse, of in elk geval een zo groot mogelijk deel ervan moet vanuit haar eigen ervaring overtuigd raken. Om deze politieke ervaring om te zetten in politieke volwassenheid zijn echter correcte revolutionaire strategieën en tactieken vereist. Anders wordt de ervaring van de massa's niet alleen door hun problemen gevormd maar ook door de ideologische onzinnigheid van de bourgeoisie-ideologie en het reformisme, door het opportunisme dat uitnodigt tot een schadelijke vorm van aanpassing.

3. De kwestie van de allianties

Door de studie van de ontwikkelingen en vooral de samenhang van de sociale krachten kon de KKE haar strategie van nieuwe elementen voorzien.

De monopolies, hun meer of minder dominante positie in alle productiesectoren en hun wijdverbreidheid in elk aspect van het maatschappelijk leven van geboorte tot ouderdom vergroten niet alleen de uitbuiting van de werkende klasse maar van de hele gewone bevolking, ook de kleine zelfstandigen die maar een paar mensen in loondienst hebben en eigenaars van kleine en middelgrote boerenbedrijven.

Het verbond van de werkende klasse met deze bevolkingslaag is van essentieel belang om onder het juk van de monopolies uit te komen. Het vormen van dit bondgenootschap is noodzakelijk om een krachtig sociaal-politiek front te vormen waarmee de macht van de monopolies bestreden en omvergeworpen kan worden.

Deze strategie heeft dynamiek, levert invloed en resultaat op en biedt een hoopvol perspectief. Het gezamenlijk platform dat PAME heeft gevormd met het Antimonopolistisch Verbond van professionals, vaklieden en handwerkers, het boerenverbond PASY, de radicale Federatie van Griekse Vrouwen en het militante Studentenfront is een goed begin. Deze sociale alliantie zal de werkende klasse en de massa's voor zich winnen en zal vervolgens door hen gedragen worden. Ze zal hen helpen om zich vrij te maken van de illusies over het heersende systeem en het parlementarisme. De alliantie zal verder ontwikkeld en verrijkt worden dankzij de ervaringswijsheid van de massa, in een constant front tegen haar politieke en klassenvijanden.

De politieke lijn voor de versterking van de arbeidersbeweging en haar bondgenootschappen behelst niet alleen het verdedigen van de werkendeklasse en de bevolking tegen de agressie van de monopolies en het imperialisme. Hij staat in het teken van de strijd voor een omkering van de machtsverhoudingen op sociaal en politiek gebied. Deze strategische alliantie heeft economische en politieke omverwerpingen tot doel.

(*) lid van het PB van het CC van de KKE, 1 juli 2014, vertaling Frans Willems.