Een op de zeven brandt op door werkstress

i-003-005.jpg

Maarten Muis

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en onderzoeksinstituut TNO kwamen op 16 november met het persbericht dat één op de zeven werknemers last heeft van burn-outklachten. Daaronder wordt verstaan dat minstens een paar keer per maand de werkenden zich leeg voelen aan het eind van de werkdag, emotioneel uitgeput zijn door het werk of al moe zijn bij het opstaan als ze worden geconfronteerd met hun werk.

Burn-out is de eerste fase waarbij werkstress laat zien dat het tot gezondheidsklachten leidt. Zoals eerder in Manifest besproken, is stress niet enkel een psychische gesteldheid waartegen een andere 'mind-set' helpt, maar een langdurige blootstelling aan teveel stresshormonen leidt tot blijvende lichamelijke schade. Het heeft dan ook geen zin om de werknemer te trainen in ontspanningstechnieken of beter plannen, als de kern van het probleem: de opjaagcultuur, de deadlines, de onderbezetting blijven zorgen dat werk niet meer in gezonde omstandigheden gedaan kan worden.

Het luiden van de noodklok over werkstress gebeurt de laatste twintig jaar regelmatig. Het is goed om je ook eens af te vragen waarom burn-out in die laatste twintig jaar zo explosief is gestegen. Het is een teken dat werken ongezonder is geworden. Dat heeft weer alles te maken met dat er bewust vanuit de neoliberale ideologie is gewerkt om de druk die de winstmaximalisatie uitoefent op het bedrijf door te laten dringen tot ieder plekje op de werkvloer.

Er is bijna nergens meer ruimte om als individu een eigen manier te vinden om een klus kwalitatief in een gezond tempo te klaren. De werkomstandigheden zijn mede door ICT-technieken steeds verder gestandaardiseerd en de lat van de output is opgetrokken naar de meest fitte werknemer. Het werktempo is dus binnen veel bedrijven schadelijk voor de gezondheid van een grote minderheid. Nog niet is meegenomen dat er al een hele grote groep mensen in een uitkering is geplaatst, omdat zij in de verste verte niet voldoen aan de minimumeisen aan inzetbaarheid die gelden op de huidige arbeidsmarkt.

Burn-outklachten komen in alle leeftijdscategorieën ongeveer evenveel voor. Het is dus een verschijnsel dat een externe bron heeft: de werksituatie. En zeker niet te verklaren door te wijzen naar starheid en te weinig innovatieve houding van de oudere werknemers, zoals sommige werkgevers graag doen. Anders gaan werken is niet de oplossing. Dat let de werkgever en rechtse medici niet om de schuld van burn-out toch bij de individuele werknemer te leggen, om discussies als deze te vermijden. In een enkel geval wijzen deze ontkenners naar iets van druk vanuit het management, maar nooit naar de werkelijke bron van burn-outklachten.

De druk die uitgeoefend wordt op werknemers is namelijk niet enkel en alleen een managementvraagstuk. Alsof managers die meer 'mensenmens' zijn, een beter werkklimaat kunnen regelen binnen de heersende op winst gerichte werkelijkheid. Het gaat niet om meer vergaderen en brainstormen over hoe anders te werken, het gaat er om dat de werkvloer de werkelijke boosdoeners van werkstress ontmaskeren. En die liggen niet alleen in de organisatie, maar in hoe het kapitalistisch systeem als systeem functioneert.

Er gaan steeds meer stemmen op voor een 'menselijke maat'. Dat heeft deels te maken met de ICT-technieken die steeds meer ingezet worden. Het is goed te strijden voor meer ruimte om zelf de goede manier van werken te mogenontdekken. Maar de ICT-techniek op zich is niet de oorzaak, noch de oplossing. Want hoe je werk ook probeert te organiseren in Nederland: het kapitalisme dwingt bedrijven en organisaties om de uitbuiting op te voeren. Anders is het bedrijf, en de daarmee gemoeide banen, binnen de kortste keren weggeconcurreerd. Niet alleen omdat managers willen dat er harder wordt gewerkt is er stress, maar omdat uitbuiting de kern van het kapitalistisch systeem is waar alles om draait.

Structureel wat doen aan burn-out en de oorzaak ervan, werkstress, kan alleen als we vertrekken vanuit het besef dat kapitaal en arbeid de twee eenheden vormen die nooit een gezonde relatie kunnen vormen. Kapitaal groeit alleen op de uitbuiting van arbeid en zal die uitbuiting opjagen altijd voorbij waar werken nog langer gezond is. De veertien procent werkenden in Nederland die nu burn-outklachten hebben zijn dus slachtoffer van het kapitalisme, met zijn steeds terugkerende crisissen. Laten we die boosdoener bij zijn naam noemen en het alternatief, het socialisme, als doel omarmen. Dat opent de weg naar een gezonde manier van werken.