KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) In werkelijkheid toont de ervaring dat het onvoldoende is veertig procent van de aandelen te bezitten, om het in de zaken van een naamloze vennootschap voor het zeggen te hebben, want een bepaald deel van de verspreide kleine aandeelhouders heeft in de praktijk niet de geringste mogelijkheid aan de algemene vergadering deel te nemen, enz. De 'democratisering' van het aandelenbezit, waarvan de burgerlijke sofisten en de opportunistische 'ook-sociaaldemocraten' de 'democratisering' van het kapitaal en de versterking van de rol en de betekenis van het kleinbedrijf enz. verwachten (of beweren te verwachten), is inderdaad slechts een van de middelen tot versterking van de macht der financiersoligarchie. Daarom staat o.m. ook de wetgeving in de meer vooraanstaande of oudere, meer 'ervaren' kapitalistische landen kleinere aandelen toe. In Duitsland staat de wet geen aandelen van minder dan duizend mark toe en de Duitse financiersmagnaten kijken afgunstig naar Engeland, waar de wet reeds aandelen van één pond sterling - 20 mark, ongeveer 10 roebel, toelaat. Siemens, één van de grootste industriëlen en 'financierskoningen' van Duitsland, verklaarde in de Rijksdag op 7 juni 1900 'dat de aandelen van een pond sterling de grondslag van het Britse imperialisme zijn'. (...)"

Uit: Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme, Lenin, 1914.