MOOIE WOORDEN

1 april

i-005-006.jpg i-005-007.jpg
TRUKE

Rinze Visser

Op 30 maart van dit jaar besloot de gemeenteraad van De Fryske Marren, waarin schrijver dezes namens de NCPN volksvertegenwoordiger is, tot het instellen van een gedragscode voor raads- en commissieleden. Als voorbeeld diende een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgestelde model-gedragscode. Het besluit werd genomen met één onthouding. Die onthouding - u raadt het al - was ik. En waarom?

Eén onderdeel van de gedragscode was dat er geen (juridisch) advies door een raadslid mag worden gegeven aan mensen die het niet eens zijn met een beslissing van B en W. Bezwaarschriftenprocedures daarbij inbegrepen. Al in de voorbereidende commissievergadering had ik al de NCPN-bezwaren tegen dit onderdeel aangekondigd en gezegd er op de plenaire raadszitting op terug te zullen komen.

Mijn vermoeden dat er door de andere fracties was afgesproken over dit onderwerp tijdens de raadsvergadering niet te zullen spreken werd bewaarheid. De NCPN was dan ook de enige die het woord vroeg en het gewraakte onderdeel besprak. Voorbeelden van de voormalige gemeente Lemsterland werden genoemd. Voorbeelden waaruit bleek dat door de gemeente genomen beslissingen met hulp van de NCPN, in het voordeel van de bezwaarmakers, moesten worden gecorrigeerd. Voorbeelden werden er gegeven van twee onderzoeken naar de werkwijze van het NCPN-raadslid of deze wel of niet volgens de gemeentewet inwoners bij bezwaar tegen B en W-beslissingen mag bijstaan. Onderzoeken met als uitslag dat genoemde hulp aan inwoners niet in strijd is met de wet, maar hoort bij de functie van volksvertegenwoordiger.

De voorzitter van de raadsvergadering - de burgemeester - vond, halverwege mijn betoog, dat ik nu wel genoeg gezegd had en mijn 'punt wel gemaakt had'. Waarop werd tegengeworpen dat niet hij dat uitmaakt. Tot slot van mijn betoog heb ik de raadsleden, die besloten hadden er het zwijgen toe te doen, gevraagd of er onder hen ook waren die zich op enigerlei wijze in het naar voren gebrachte herkend hadden. Zo niet, dat het er dan wel erg op zou lijken dat het gewraakte onderdeel er speciaal voor de NCPN was ingezet.

Een aantal dagen later werd er aan de deur gebeld. Een vrouw met haar dochter. Zij liet mij een op 1 april gedateerde B en W-beschikking lezen waarin haar bijstandsuitkering met een flink bedrag gekort werd en het inmiddels teveel ontvangen bedrag teruggevorderd zou worden. De reden was dat de dochter bij haar moeder was gaan wonen - overigens keurig bij de gemeentelijke instantie gemeld - en dat daarom de kostendelersnorm gold. De uitzonderingsregel - student zijn en studiefinanciering krijgen - was hier, zoals in de beschikking was te lezen, niet van toepassing.

Uiteraard kan men binnen zes weken bezwaar maken. Nu wil het geval dat de dochter studeert en dit nu juist een reden is om de korting op de uitkering van de moeder niet toe te passen. Het NCPN-raadslid zal deze mensen moeten bijstaan bij het bezwaar maken. Andere partijen staan hiervoor niet in de rij. Bovendien hadden die zonder veel woorden een gedragscode aangenomen, waar dat, onder het kopje 'integriteit' niet zou mogen.

Afgesproken werd dat schrijver dezes een brief naar B en W zal schrijven met het verzoek het besluit, dat op onjuiste gronden was genomen, in te trekken. Genoemd werden de financiële gevolgen voor betaling aan nutsbedrijven, van huur en premies voor de zorgverzekering en het voorkomen van een tijdrovende bezwaarschriftenprocedure. Enkele dagen later ging de telefoon. De dochter meldde dat er een brief was gekomen waarin verzocht werd een bewijs op de sturen, waaruit het recht op studiefinanciering moet blijken. Bewijs opgestuurd.

Zaak opgelost? Dat dacht u. Het is 2016, het inmiddels zoveelste jaar waarin mensen met een uitkering a priori als fraudeurs worden gezien. Later. Weer een brief van de gemeente. Zaak opgelost? Weer mis. Meer bewijzen verlangd, ook van de voorgaande maanden. Weer opgestuurd. Betaaldag 29 april nadert. En ja hoor! ondanks tweemaal bewijzen, uitkering gekort.

Weer NCPN-brief naar B en W: maak haast met intrekking kortingsbesluit: tweemaal bewijs geleverd, toch gekort; betalingsproblemen komen eraan; meer dan twee derde bezwaartermijn al verstreken; zal, in weerwil van gedragscode mevrouw helpen met bezwaar; nogmaals spoed. Aantal dagen later, mailbericht van gemeentesecretaris: B en W zijn voornemens besluit te herzien. Antwoord raadslid: wees snel, bezwaarschrift in de maak. Aantal dagen later komt de verlossende brief bij mevrouw. Beschikking ingetrokken, korting ongedaan gemaakt. Zo, dat is klaar. Dacht u dat?

Twee weken later. Dezelfde vrouw aan de deur. Met brief. Van de afdeling Fraude/Terugvordering van de gemeente. Weer een beschikking van B en W. Op basis van de beschikking van 1 april gaan wij nu het door u teveel ontvangen bedrag terugvorderen; als u dat wenst kunt u een betalingsregeling overeenkomen. Bezwaar binnen zes weken. Hoe kan dat? Een beschikking op basis van een eerdere beschikking van 1 april die inmiddels ingetrokken is? En inmiddels het op haar gekorte bedrag door de gemeente is terugbetaald? Weer een brief van het NCPN-raadslid naar B en W: dit moet een vergissing zijn; maak het snel in orde, anders bezwaarschrift met NCPN-hulp.

Aantal dagen later een mailtje van een medewerkster van de afdeling Sociale Zaken; u had gelijk, mevrouw heeft inmiddels bericht, met excuses, gehad. Klaarblijkelijk hebben de twee brieven - van 3 mei en 18 mei - elkaar gekruist. Dat moet dan wel een zeer langzame kruising zijn geweest...

1 april. De dag van de grappen, de dag waarop men volgens de traditie elkaar erin laat stinken. Maar de B en W-beschikking van 1 april was geen grap, hoewel het zeker denkbeeldig is dat mensen erin gaan stinken. Stelt men zich voor: mevrouw was niet bij de NCPN gekomen, had zelf een bezwaarschrift in elkaar geflanst of helemaal niet. Wat waren de gevolgen geweest?

Afsluiting van gas en licht? Of huisuitzetting vanwege het niet betalen van de huur? Of uit de zorgverzekering gezet? Ellende! Waardoor? Omdat men er elke dag - ook 1 april - vanuit gaat dat mensen die de overheid nodig hebben fraudeurs, oplichters, zijn. Hoeveel inwoners, van wie wij niets weten, maken dit ook mee? En zitten daardoor hun hele verdere leven in de ellende! Immers, de vrouw die bij de NCPN aanbelt is zeker niet de enige. En dan is er een gedragscode voor raadsleden, waarin opgenomen dat je dan deze mensen niet zou mogen helpen en als je dat dan wel doet, je niet integer bent...

De raadsleden hadden afgesproken daar in de vergadering niets over te zeggen. Er was er eentje die zich daar niet echt aan hield. Die sprak in de richting van schrijver dezes uit dat de gedragscode er nu juist is om raadsleden te beschermen. Waarop maar één reactie mogelijk was: het NCPNraadslid hoeft niet beschermd te worden; het zijn de inwoners die tegen de overheid - in dit geval de gemeente - beschermd moeten worden...