Een sombere reflectie op het 'Trumpisme'

i-009-019.jpg
Grote anti-Trump-demonstratie in London op 20 februari jl. (Foto: ZLV)

Zoltan Zigedy

Terwijl de meerderheid in de Verenigde Staten zich bezighield met de 'post-verkiezingen gekte', zoals onder ieder bed kijken of er geen Russen verstopt zaten, en het om een of andere reden verlangen naar het hebben van vertrouwen in regeringsinstanties, verscheen er een merkwaardig artikel in de uitgave van 15 februari jl. van het invloedrijke conservatieve maandblad 'Commentary'.

Dit artikel, 'Our Miserable 21st Century' [1], geschreven door Nicholas Eberstadt [2], die stevig verankerd is in de intellectuele en politieke elite, schetst een somber portret van het economische en sociale leven in de VS sinds het begin van de 21e eeuw. Op het eerste gezicht lijkt het vreemd om zo'n vernietigende kritiek, zo'n negatieve beschrijving van de toestand van de VS tegen te komen die geschreven is door een fervent verdediger van het kapitalistische systeem.

De boodschap, de aanwijzing voor Eberstadts denkwijze, zit in de eerste zin van het artikel: "Op de ochtend van 9 november 2016, werd de Amerikaanse elite, de toonaangevende en heersende klasse, wakker in een land dat ze niet kende."

Eberstadt doelt daarmee uiteraard op de verkiezing van Trump tot president. De overwinning van Trump was een schok voor de "meest bevoorrechte en goed opgeleide Amerikanen" die in stedelijke centra wonen. De mensen die verantwoordelijk zijn voor de verkiezing van Trump zijn niet de mensen waar de elites "mee bekend zijn of ook maar iets van ze begrijpen." Kort gezegd: "de ontwikkelingen in Amerika zijn veel ingewikkelder dan jullie denken", benadrukt Eberstadt.

Natuurlijk staat Eberstadt niet alleen in de zoektocht naar wat er mis ging. Na het 'stangen van de Russen', is de nieuwe sport van het seizoen het ontleden van de geest van de ongrijpbare 'witte arbeidersklasse'. Herinnerend aan een vroeger tijdperk, waarin de elites probeerden te doorgronden wat de zwarten wilden, spuien de 'toonaangevende en heersende klassen' theorieën over de pathologieën die ertoe geleid hebben dat veel blanke werkers op Trump hebben gestemd. De bestseller auteur en veel gevraagd docent JD Vance is momenteel voor de elite de favoriete vertolker van de zeden en gewoontes van de werkende klasse [nvdr: betreft het boek 'Hillbilly Elegy: A Memoir of a Family and Culture in Crisis', juni 2016]. Hij verkoopt zijn 'van arm naar rijk' verhaal, over zijn ontsnapping aan een disfunctionele situatie, als een peepshow over het leven van de arbeidersklasse ter lering van de beter gesitueerden.

De liberalen zijn even, zo niet meer, schuldig aan deze genante theatershow, het startpunt van een reeks aanklachten waarmee vrijwel alle blanke arbeiders worden bestempeld als racisten, vrouwenhaters en krankzinnige nationalisten. Daarbij wordt voor het gemak voorbijgegaan aan het feit dat in voor de verkiezingen cruciale staten veel blanke arbeiders in 2008 en 2012 voor Obama hebben gestemd. Zou het zo kunnen zijn dat veel kiezers uit de blanke werkende klasse in de eerste plaats op zoek zijn naar serieuze verandering, die beide kandidaten [ndr: Trump en Sanders] beloofden? Zou het kunnen dat onderhuidse ongenoegens de basis vormden voor de populariteit van twee onconventionele kandidaten, die iets anders beloofden dan 'business-as-usual'? [Net als in Nederland de Wilders-stemmers, nvdr]

Maar de democraten zijn meer geïnteresseerd in het toedekken van hun eigen falen in 2016 dan in het zoeken naar de ontgoocheling van kiezers die achter hun sombere electorale gedrag schuilgaat.

Eberstadts missie is niet om dekking te bieden aan één van de twee dominante partijen en hun leiders. Integendeel, hij wil de verandering in het Amerikaanse economische leven blootleggen, die "bijna perfect was ontworpen om de weg te effenen voor een populistische storm." Vooruitkijkend begrijpt hij maar al te goed dat verdere economische tegenspoed alleen maar meer ontevredenheid genereert, meer wanhopige acties die de politieke stabiliteit bedreigen. Eberstadt, in tegenstelling tot de branieschoppers in de media, zoekt de oorzaken in plaats van rookgordijnen, zoekt verklaringen in plaats van entertainment. Hij begrijpt dat de lezers van Commentary behoefte hebben aan een diepere analyse dan de theatrale capriolen die de massa krijgt voorgeschoteld.

Wat hebben de afgelopen 17 jaar opgeleverd volgens Eberstadt?

" (...) eind 2016 was het bruto binnenlands product (bbp) per capita (per hoofd van de bevolking) slechts 4 procent hoger dan eind 2007, negen jaar eerder. Met deze berekening ziet het ernaar uit dat de Amerikaanse economie te lijden heeft gehad van wat erg lijkt op een verloren decennium."

" (...) tussen 2000 en 2016 was de groei per hoofd van de bevolking in Amerika gemiddeld minder dan 1 procent per jaar. Om het duidelijk te stellen: met de naoorlogse, vóór-21e-eeuwse tarieven toegepast op de jaren 2000-2016, zou het bbp per hoofd van de bevolking in Amerika meer dan 20 procent hoger zijn geweest dan nu het geval is."

" (...) het percentage 'potentiële groei' voor de Amerikaanse economie, berekend bij een volledige inzet van de productiefactoren, is inmiddels gedaald tot onder de 1,7 procent per jaar. Dat impliceert voor Amerika een jaarlijks groeipercentage per hoofd van de bevolking van ruim onder de 1 procent voor een langdurige periode."

"Het werkgelegenheidspercentage is gigantisch gekelderd sinds het jaar 2000 en bevindt zich op dit moment op het laagste niveau sinds decennia. Tussen begin 2000 en eind 2016 is het totale werkgelegenheidspercentage voor Amerikanen van 20 jaar en ouder drastisch gedaald, met vijf procentpunten. Tenzij je een arbeidsmarkteconoom bent besef je misschien niet hoe ernstig een daling van de werkgelegenheid van deze omvang is. In het naoorlogse Amerika heeft zich nog geen daarmee vergelijkbare situatie voorgedaan."

"Op Wall Street en in sommige delen van Washington wordt beweerd dat er in Amerika weer 'bijna volledige werkgelegenheid' is. Voor Amerikanen buiten de luchtbel moet dergelijke praat onzinnig klinken", "voor elke werkloze Amerikaanse man tussen de 25 en de 55 jaar zijn er nog eens drie die noch werken noch op zoek zijn naar werk (...)"

" (...) het aantal betaalde werkuren per volwassen burger is gedaald met een schokkende 12 procent, in de eerste periode van de 21e eeuw."

"Welke 'Koude-Oorlog-baby's' onder ons zouden hebben kunnen voorspellen dat we de dag zouden meemaken dat de levensverwachting in Oost-Duitsland hoger was dan in de Verenigde Staten heden ten dage?"

" (...) voor het eerst in tientallen jaren is de levensverwachting bij de geboorte in de VS heel licht gedaald (...)" (2014 met 2015 vergeleken).

"Voorafgaand aan deze lichte daling nam de gemiddelde levensverwachting toe met één enkele dag in de periode van 2012 tot 2014."

"In 2013 stierven er in Amerika meer mensen aan een overdosis drugs dan door verkeersongelukken of geweren."

"Zeer ruwe berekeningen suggereren dat de Amerikaanse populatie van niet- geïnstitutionaliseerde volwassenen met een veroordeling voor een misdrijf, ergens in hun verleden, eind 2016 vrijwel zeker een omvang had bereikt van meer dan 20 miljoen." (inclusief ongeveer 2 miljoen gedetineerden op dat moment). "Dat komt neer op één op de acht volwassen mannen in Amerika vandaag de dag."

" (...) de omvang van de geografische mobiliteit daalt al drie decennia lang en in 2016 was het jaargemiddelde van huishoudens die van de ene locatie naar de volgende verhuisden volgens onderzoek het laagst sinds het begin van de naoorlogse periode."

" (...)de 'arbeidsmarkt-vloeibaarheid', het regelmatig veranderen van baan, dat naast andere zaken mensen in staat stelt om vooruit te komen, neemt al decennialang af op de Amerikaanse arbeidsmarkt..."

" (...) de kans dat een 30-jarige meer verdient dan zijn ouders op dezelfde leeftijd is momenteel slechts 51 procent, een flinke daling ten opzichte van 86 procent 40 jaar geleden."

Eberstadt slaat dus alarm over de klasse-ontevredenheid. Maar de loyaliteit aan zijn eigen klasse zorgt ervoor dat hij het nog grotere leed van de arbeidersklasse over het hoofd ziet. Hij begint zijn artikel met de presentatie van een raadselachtig feit: "Tussen begin 2000 en eind 2016 is de geschatte waarde van de Amerikaanse huishoudens en non-profitinstellingen meer dan verdubbeld..." Maar hoe kan het Amerikanen zo slecht vergaan als hun rijkdom verdubbelt?

Het dringt niet door dat er echt 'twee Amerika's' zijn: een Amerika waarvan de rijkdom meer dan verdubbeld is door de inflatie van rijkdom, onder meer in de waarde van onroerend goed en financiële instrumenten, en een ander Amerika dat weinig groei van de rijkdom ervaart en buitensporig veel te lijden heeft van het rijtje misstanden die Eberstadt benoemt.

Eberstadt doet de eigenaardige uitspraak: "De abstractie 'ongelijkheid' betekent weinig voor gewone Amerikanen. De realiteit van de economische onzekerheid wel. De "Grote Amerikaanse Roltrap" is kapot en moet hoognodig gemaakt worden." Natuurlijk betekent ongelijkheid wel iets voor mensen. Daarom zijn zij vervreemd van de conventionele politici. Daarom hebben zij zo'n lage dunk van bijna alle VS-instituties. Daarom hebben zovelen op Trump gestemd.

Wat betreft die 'roltrap': die is niet kapot omdat de groei afneemt of omdat werknemers te veel verworvenheden hebben gekregen (Eberstadt schreef een boek over dit 'probleem'), maar omdat de ene klasse systematisch rijkdom steelt van de andere klasse en de intentie heeft om die diefstal voort te zetten.

In tegenstelling tot degenen die debatteren over Russische inmenging of linkse samenzweringen als oorzaak van de overwinning van Trump, wijst Eberstadt op echte, objectieve factoren die ertoe hebben geleid dat veel kiezers zich afkeren van het script van de elite. Trump (en Sanders) dankt zijn populariteit aan de massale ontevredenheid over de conventionele politiek.

Met Trump hebben de kiezers gekozen voor de mistige, vervormde mythische herinnering aan een naoorlogse gouden periode, toen banen er in overvloed leken te zijn, de lonen meestegen met de productiviteit en er relatief veel verworvenheden waren. Eigenwoningbezit, consumptie en vrije tijd leken er onbeperkt te zijn. Helaas associëren velen die tijd ook met blanke overheersing, mannelijke dominantie en nationale trots. Maar ondanks de beloften van Trump, die tijd was geen 'gouden' periode en we kunnen er ook niet naar terug. Die tijd is voorbij. De compromissen van de Koude Oorlog staan niet meer op de agenda.

En de 'Sanders-kiezers' hebben, vergelijkbaar, hun stem uitgebracht voor een ingebeelde sociaaldemocratie, geassocieerd met hun beeld van Europa: welzijn, uitgebreide gezondheidszorg, betaalbaar onderwijs, enzovoort. Maar de geschiedenis van de laatste decennia toont aan dat het kapitalisme vandaag de dag niet kan en niet naast elkaar zal bestaan met zelfs maar de halfslachtige programma's van centrum-links. Het 'glorieuze' tijdperk van de Europese sociaaldemocratie is ook slechts een hersenschim, uitsluitend nog terug te halen als herinnering. Ook dat project is een overblijfsel van een vervlogen tijd, waarin de 'dreiging' van het communisme een vriendelijker, zachtaardiger kapitalisme tijdelijk noodzakelijk maakte.

Gezien de geboden keuzes is het geen verrassing dat een woedend electoraat zich wendt tot demagogie en idealisme. Maar de volgende stap is het creëren van een nieuwe reeks van instituten die de in diskrediet geraakte instituten vervangt, een nieuwe reeks van instellingen die de bevolking werkelijk dient. Maar een nepdemocratie en het monopoliekapitaal staan dit nog in de weg.

Voetnoten:

[1] Dit artikel in Commentary is online te vinden via deze link: https://www.commentarymagazine.com/articles/our-miserable-21st-century
[2] Nicholas Eberstadt (1955) is een Amerikaanse econoom. Hij heeft een belangrijke plaats in het American Enterprise Institute (AEI), een politiek conservatieve denktank. Hij is ook senior adviseur van het Nationaal Bureau van Aziatisch Research (NBR), lid van de visitatiecommissie aan de Harvard School of Public Health en lid van de Global Leadership Council op het World Economic Forum. Hij is de auteur van vele boeken.

Bron: ZZ's blog, 13 maart 2017, vertaling J. Bernaven.