De moord op JFK

i-001-000.jpg
Nikita Chroetsjov (links) en John F. Kennedy
i-009-018.jpg
De begravenis van de vermoorde president J.F.Kennedy op 25 november 1963. (Foto: WikiCommons/Public Domain)

Zoltan Zigedy

Ik heb vier goede redenen om nog eens aandacht te besteden aan de moord op John F. Kennedy.

Op de eerste plaats heb ik onlangs 'Trained to Kill' gelezen, de memoires van Antonio Veciana die dit jaar verschenen. Gaeton Fonzi, een van de meest diepgravende en betrouwbare onderzoekers van de moord op JFK heeft altijd volgehouden dat deze Veciana, een Cubaanse anti-Fidel CIA-agent en Silvia Odio, eveneens lid van een anticommunistische organisatie de sleutel vormden waardoor de CIA het verband kon leggen tussen Lee Harvey Oswald en de moord.

Ten tweede zijn er sterke parallellen tussen het corrigeren van de Amerikaanse buitenlandse politiek door de inlichtingendiensten in 1963 en hun betrokkenheid hierbij in 2017.

Op de derde plaats hebben de Nationale Archieven het eerste deel van tot dusver geheime dossiers over de moord op JFK vrijgegeven. Het restant moet op 26 oktober openbaar zijn gemaakt.

Tenslotte, een van mijn lezers stelde dat de meeste marxisten het nagelaten hebben om de Warren-Commissie (de regeringscommissie die de moord onderzocht) te bekritiseren, en dat ze maar weinig belangstelling hadden voor alternatieve lezingen. Misschien heeft hij gelijk over de meeste 'marxisten' maar mijn antwoord luidde: "Het is als marxist zelfs onmogelijk om geloof te hechten aan de Commissie-Warren, die met haar onderzoek een politieke coup wilde verdoezelen."

Veciana en de inlichtingendiensten

Jarenlang probeerde Gaeton Fonzi, een voormalig onderzoeker van het House Select Committee on Assassinations (HSCA), Antonio Veciana te laten bevestigen dat zijn contactpersoon bij de CIA met de schuilnaam 'Maurice Bishop' in werkelijkheid de hooggeplaatste CIA-medewerker David Attlee Phillips was. Veel later heeft Veciana dit inderdaad toegegeven, maar toen was Phillips allang dood. Had hij dit al ten tijde van het onderzoek gedaan, dan hadden de ondervragers een effectief breekijzer gehad om de luiken waarachter de connecties tussen de CIA en Lee Harvey Oswald verborgen gingen open te wrikken.

Als zelfverklaard terrorist (Veciana beroemt zich op verschillende bomaanslagen, brandstichtingen en pogingen tot moord voordat hij Cuba verliet), vertelt Veciana over een ontmoeting met Philips in Dallas in 1963, waarbij ook Oswald aanwezig was. Volgens een onafhankelijke getuige vond deze ontmoeting op 7 september plaats. Veciana onderhield vriendschappelijke banden met de CIA, en was een prominent leider van een gemeenschap die diep teleurgesteld was in Kennedy. Daarom is er weinig reden om aan te nemen dat hij zou liegen over de ontmoeting met Oswald. Integendeel: in die hoedanigheid zou Veciana alle reden gehad hebben om een verband te leggen tussen Oswald en de zo gehate 'Fidelistas', en niet zijn CIA-opdrachtgevers. Op een vergelijkbare manier zou Silvia Odio's bewering, dat Oswald haar samen met twee anticommunistische activisten had bezocht, haar politieke metgezellen alleen maar in diskrediet brengen. De anti-Fidel-beweging kon er alleen baat bij hebben als Oswald als communist neergezet zou worden. Niettemin heeft ze altijd vastgehouden aan haar verhaal over de ontmoeting met Oswald.

In zijn boek doet Veciana een aantal interessante observaties die ook voor het heden relevant zijn, observaties over de manier van bestuur in de Verenigde Staten en andere imperialistische landen ('imperiums'):

"Het idee dat er binnen de imperiums een parallelle macht werkzaam is kwam in me op, een macht die haar eigen regels stelt voor haar eigen doeleinden. Bishop (Phillips) liet me inzien dat er buiten de traditionele en zichtbare autoriteit een onzichtbare macht is, die in de schaduw opereert en de gebeurtenissen regisseert. De werkelijke macht is in handen van een verborgen consortium dat fungeert als een onzichtbare opperheer, die wikt en beschikt over de toekomst van de beschaving. Dit 'onzichtbare directoraat', deze 'schaduwregering' heeft een enorme politieke, economische en militaire macht, die van generatie op generatie overgedragen wordt. Ze blijft verborgen maar houdt de touwtjes altijd in handen.'

Dit is een nogal opmerkelijk commentaar, afkomstig van een man wiens politieke inzichten vooral bepaald werden door zijn hartgrondige haat jegens Fidel Castro. Hij is overtuigd van het bestaan van een 'diepe staat', een idee dat nu in de mode is en zo vaak verkondigd wordt.

Een adequatere karakterisering van krachten die onder de oppervlakte, in de schaduw, opereren is het klassieke marxistische concept van de 'heersende klasse'. Volgens marxisten is elke maatschappij sinds de oudheid gebaseerd op sociale klassen, waarbij een klasse de andere domineert. Tot het moment waarop de klassen afgeschaft worden zal dit zo blijven. Volgens de marxistische theorie zit er achter elke regeringsvorm een heersende klasse, openlijk of in de schaduw. In het moderne kapitalisme opereert die heersende klasse vanachter het gordijn van de bourgeoisiedemocratie. Ze trekt een parlementaire façade op, maar verzekert zich er tegelijkertijd van dat de besluitvorming samenvalt met de belangen van die heersende klasse.

De term 'diepe staat' roept het idee van een 'geheime regering' op, maar maakt niet ondubbelzinnig duidelijk dat verborgen machten gewoon de norm van het kapitalisme vormen. Veciana's 'verborgen consortium' wijst op een afwijking van het gebruikelijke kapitalistische patroon, een 'samenzwering', en niet op een structureel kenmerk van de kapitalistische maatschappij.

Voor progressieven die menen dat het kapitalisme hervormd kan worden, komt het idee van de 'diepe staat' uitstekend van pas. Het veronderstelt een wereld waarin het 'samenzweringsapparaat' - de CIA en andere inlichtingendiensten - ingetoomd kan worden door de 'democratische' bovenbouw van het hedendaagse kapitalisme. In werkelijkheid echter zijn de inlichtingendiensten, hoe heimelijk ze ook te werk gaan, nu juist de betrouwbare werktuigen van de heersende klasse in de VS. Vanuit marxistisch oogpunt kwamen de inlichtingendiensten tegen Kennedy in actie omdat de heersende klasse erop uit was om de koers van zijn beleid te wijzigen. Op zijn minst was een belangrijk deel van de heersende klasse hierop uit. De pleitbezorgers van deze koerswijziging waren geen klassieke schurken.

Ook de huidige stortvloed aan lekken over de relatie met Rusland, die wordt toegeschreven aan anonieme bronnen in het veiligheidsapparaat, is erop gericht om het buitenlands beleid van de regering Trump weer in overeenstemming te brengen met de consensus onder de heersende klasse. Er zijn insinuaties en zijdelingse beschuldigingen, maar hard bewijs wordt er niet geleverd. Men vertrouwt op het geloof van de bevolking in het bestaan van 'de goeden en de slechten'. De veiligheidsdiensten hervormen Trumps buitenlandse agenda met succes, zonder dat ze hun toevlucht moeten zoeken tot de gewelddadige oplossingen van hun voorgangers.

De Nationale Archieven

Het zou naïef zijn om te geloven dat de Nationale Archieven in de komende drie maanden schokkende documenten openbaar zullen maken. Dit neemt niet weg dat zorgvuldige onderzoekers er best interessante aanknopingspunten in kunnen ontdekken, die twijfel oproepen over het officiële verslag. Maar we kunnen er zeker van zijn dat de CIA, de FBI en andere overheidsdiensten alle documenten die hen in verband brengen met Oswald, of met bepaalde details over de gebeurtenissen in Dallas, achterhouden of al vernietigd hebben.

Toch hebben onderzoekers van de moord met behulp van het beperkte bewijsmateriaal al opvallende vooruitgang geboekt in het vinden van tekortkomingen en tegenstrijdigheden in het overheersende verhaal. Dit is des te opmerkelijker omdat de onderzoekers, behalve die van het Church Committee, het Garrison-onderzoek, en het HSCA maar over weinig materiaal beschikten. Daarnaast was hun expertise beperkt en ondervonden zij amper steun. De regering deed natuurlijk niets om hen te helpen, maar alles om hen te beletten dieper te graven.

Het tijdstip waarop de eerste reeks documenten openbaar wordt, is interessant, evenals de aard ervan en de reactie van de media. Onder de vrijgegeven documenten zitten onder meer de stukken over Joeri Nosenko, niet meer dan een curieus aanhangsel binnen het hele dossier. Vooral de CIA-spionnenjager James Jesus Angleton, die zo weggelopen leek uit de film 'Dr. Strangelove' was hierdoor volkomen geobsedeerd. Angleton wilde de schuld voor de moord koste wat het kost in de schoenen van de Sovjets schuiven. En nu happen de media gewillig in het aas dat de Nationale Archieven hen voorhouden. Ze voegen de affaire Nosenko gewoon toe aan de belasterende geruchten en beschuldigingen richting Rusland. De volgende koppen in de media zijn typerend:

'Zojuist vrijgegeven strikt geheime documenten kunnen bewijzen dat Rusland achter de moord op JFK zat (aol.com)'

'Vermoorde Rusland een Amerikaanse president? Nieuwe CIA-documenten onthullen spionnentheorie over de dood van JFK (Newsweek)'.

Ook de toonaangevende nieuwssite Politico deed op 3 augustus een doorzichtige poging om op basis van de onlangs vrijgegeven documenten de aandacht af te leiden van de betrokkenheid van de CIA.

We moeten niet denken dat deze allang ontkrachte beschuldigingen bij toeval opnieuw komen bovendrijven, precies op het moment dat er een totale mediacampagne gaande is om Rusland te demoniseren en om een nieuwe Koude Oorlog aan te wakkeren. Het zorgvuldig uitgekiende tijdstip waarop de documenten openbaar worden komt de waarheid over de moord op JFK niet ten goede, en toont nog maar eens de medeplichtigheid van de overheid aan de demonisering van Rusland aan.

Marxisten en de moord op Kennedy

Je hebt 'marxisten' en je hebt 'marxisten'. Michael Parenti is een onvervalste marxist die consequent betoogde dat Kennedy vermoord werd door de lange arm van de heersende klasse, de inlichtingendiensten.

Hij zegt:

"De staat is het instrument dat in alle samenlevingen door de kleine hoeveelheid rijken gebruikt wordt om de massa's arm te houden en te bedwingen.Naast het uitvoeren van collectieve taken die in elke samenleving nodig zijn, heeft de staat de bijzondere opdracht om het proces van accumulatie van rijkdom voor die weinige rijken te beschermen. Zo nu en dan doet zich een incident voor dat de schurkachtige aard van de staat op een ongewoon levendige manier onthult, zoals de moord op president John Kennedy in november 1963. Wie de waarheid over de moord op John Kennedy achterhaalt raakt onherroepelijk aan het veiligheidssysteem van de staat, en de hele politiek-economische orde die door dit systeem beschermd wordt. Daarom worden de vele onthullingen door onafhankelijke onderzoekers al meer dan dertig jaar onder de pet gehouden of weggehoond door de voornaamste media en veel politieke leiders."

Het is duidelijk dat Parenti de verantwoordelijken voor de moord op Kennedy aanduidt als "instrumenten van de weinige rijken" (de heersende klasse). Hij gebruikt de kleurrijke term 'schurkenstaat'. Die is bijzonder toepasselijk, zeker als je even terugkijkt op de periode voorafgaand aan de moord. Parenti is zich terdege bewust van de misleiding, de manipulatie en het openlijk geweld waaraan de CIA zich in de eerste jaren van zijn bestaan schuldig maakte: Iran (Mossadeq), Guatemala (Arbenz) en natuurlijk Cuba (Fidel). Met een zodanig schurkachtige staat van dienst in het willen afzetten van regeringsleiders zou de CIA de eerste, en niet de laatste steen moeten zijn die omgedraaid wordt, om de verantwoordelijken voor de moord op Kennedy te vinden.

Voor wie maar een klein beetje kennis heeft van de geschiedenis, is de manier waarop de media en politici de FBI en de CIA nu bewieroken - vanwege hun beweringen over Russische beïnvloeding van de verkiezingen - volkomen absurd. Waarom vertikken de media het zo hardnekkig om achterom te kijken, en de leugens en het bedrog van de CIA en de FBI te zien?

Het is verstandig om Parenti's aanbeveling in de oren te knopen:

Anders dan in detectiveverhalen is er in het echte leven vaak geen sprake van een 'smoking gun'. Historici werken aan de hand van voortschrijdend inzicht, ze leggen de puzzelstukjes aaneen tot er een beeld ontstaat. In het geval van de moord op Kennedy vormen de puzzelstukjes samen een indrukwekkend beeld. Een 'smoking gun' is er niet, maar er is wel een spervuur aan onmogelijkheden: de baan van de kogels, de aard van de verwondingen, genegeerde ooggetuigenverslagen, de plotselinge en met raadsels omgeven dood van getuigen, het verdwijnen en opzettelijk vernietigen van bewijsmateriaal, en de doofpotstrategie van de autoriteiten die ondanks het vrijgeven van documenten tot op de dag van vandaag voortduurt.

Voor iedereen in de VS die het communisme een warm hart toedraagt, of die enige kennis heeft van het communisme in de VS, zijn de officiële verslagen, van de Commissie-Warren tot dat van Gerald Postner allesbehalve geloofwaardig. In de periode dat Lee Harvey Oswald werkte aan zijn reputatie als marxist (bij het Korps Mariniers!), overliep naar de Sovjet-Unie, terugkwam en zichzelf presenteerde als "vriend" van Cuba, gingen communisten nog steeds gebukt onder de repressie van het McCarthyisme. In 1958 werd Junius Scales krachtens de Smith Act vanwege zijn communisme tot gevangenisstraf veroordeeld. En dan zouden wij moeten geloven dat een openlijke marxist, 'Oswaldkovitsj' in die tijd actief was bij het Korps Mariniers, dat hij een veiligheidsonderzoek doorstaan had, en dat hij uitgezonden was naar een geheime basis met U-2-spionagevliegtuigen in het Japanse Atsugi. Terwijl twee vooraanstaande leiders van de Communistische Partij hun straf uitzaten, alleen maar omdat ze communisten waren! Voor geen enkele communist of marinier kan deze versie ook maar in de buurt van de waarheid komen.

Volgens de officiële tijdlijn droeg Oswald zijn marxisme uit in een periode dat het antimarxisme in de VS hysterische proporties aannam, en J. Edgar Hoovers FBI beschikte over een lijst met communisten die meer dan 200.000 namen besloeg. De familie, vrienden en collega's van tienduizenden communisten kregen in deze jaren een bezoekje van de FBI. Er zijn echter weinig meldingen van bezoekjes aan mensen in de kring rond Oswald. Blijkbaar had de FBI maar weinig belangstelling voor hem.

Ook nadat de overloper terugkeerde leek hij maar weinig aandacht te krijgen van de inlichtingendiensten, die intussen wel elke brief die vanuit de Sovjet-Unie naar de VS gestuurd werd lazen. Blijkbaar interesseerde de CIA zich meer voor brieven dan voor teruggekeerde overlopers (meer dan voor deze in elk geval). De FBI was al bijzonder wantrouwend ten opzichte van mensen die alleen maar een toeristisch uitstapje naar de Sovjet-Unie gemaakt hadden. Rabiate anticommunisten uit die tijd zouden het gebrek van belangstelling voor iemand als Oswald dan ook schokkend moeten vinden.

En het idee dat iemand die overliep naar de Sovjet-Unie vervolgens voetstoots in rechtse kringen geaccepteerd werd, tart elke geloofwaardigheid.

En hoe is het mogelijk dat Oswalds incarnatie als eenzame linkse pro-Cuba-strijder zo weinig reactie, in de vorm van intimidatie en geweld teweegbracht bij de inlichtingendiensten en andere vijanden van links, naar aanleiding van een of ander vooropgezet incident desnoods? Zijn zij die de Commissie-Warren de hand boven het hoofd houden het gebruikelijke moorddadig geweld tegen andersdenkenden en burgerrechtenactivisten (vaak gelijkgesteld aan communisten) vergeten? Is het aannemelijk dat de 'communist' Lee Harvey Oswald zo onverdroten en ongehinderd zijn gang kon gaan in het racistische en anticommunistische Zuiden, terwijl zo'n beetje iedereen links van het midden destijds, en in het volgende decennium, zijn leven op het spel zette?

Waarschijnlijk is er niets dat Oswalds geloofwaardigheid als marxistisch revolutionair meer belachelijk maakt als de bekende foto van hem in zijn achtertuin, waarop hij de trotskistische 'Militant' en de communistische 'Worker' in de ene hand houdt en een geweer in de andere. Doorgewinterde linkse activisten stonden er versteld van dat zelfs iemand die maar zijdelings betrokken was bij linkse politiek deze drie voorwerpen in huis zou hebben, laat staan dat hij ze tegelijk in zijn handen zou nemen. De enige bedoeling hiervan kon zijn het zwartmaken van links.

Marxisten beschikken niet over specialistische technische kennis van de baan van kogels, de analyse van kogelwonden, of de kunst van het scherpschieten maar ze kunnen wel constateren dat ook erkende onderzoekers van de moord twijfelen aan veel details in de officiële versie. En zelfs een nieuwkomer in de linkse beweging van destijds zou Oswald herkend hebben als een provocateur. Oswalds opdrachtgevers konden dan ook geen enkel bewijsmateriaal leveren waarop Oswald daadwerkelijk te zien was in gezelschap van iemand die ook maar een beetje betrokken was bij de marxistische beweging in de VS. Oswald bezocht nooit een hoofdkwartier, een kantoor of een bijeenkomst. Hij had maar zijdelings contact met de linkse beweging. Als hij al eens buitenlandse marxisten benaderde (uit de Sovjet-Unie of Cuba) gingen die uiterst terughoudend met hem om. Oswald was een linkse poseur die een andere meester diende.

Verder lezen:

Voor een geloofwaardig verhaal dat de Commissie-Warren tegenspreekt raad ik aan: 'JFK: The Cuba Files' van Fabian Escalante. Escalante stond aan het hoofd van de Cubaanse inlichtingendienst, en was tientallen jaren het meesterbrein achter het verijdelen van moordaanslagen op Fidel Castro. Waarschijnlijk is er niemand die meer weet over de intriges van de CIA. Ook maakt hij gebruik van Cubaanse bronnen.

'The Last Investigation' van de inmiddels overleden speurder van het HSCA Gaeton Fonzi is het onmisbaar relaas van zijn hardnekkige streven de waarheid aan het licht te brengen, terwijl de regering haar betrokkenheid en misleidende activiteiten hardnekkig wil verdoezelen. Vincent Salandria was een van de eerste en voornaamste critici van de Commissie-Warren. In zijn 'False Mystery' fileert hij het officiële verslag en legt hij tegenstrijdigheden aan het licht die een nieuwe generatie onderzoekers nog steeds bezighouden.

Twee jongere onderzoekers, David Talbot en Jefferson Morley, bekijken de moord elk vanuit een ander perspectief, maar ze komen tot nieuwe en bruikbare conclusies die een nieuw licht werpen op de moord. 'History Will Not Absolve Me' van E. Martin Schotz is een handige bloemlezing waarin een aantal aanverwante kwesties aan de orde komen, waaronder de uiteenlopende reacties op de moord en het verslag van de Commissie-Warren.

Een uiterst boeiende allegorie van de moord is te lezen in Michael Parenti's 'The Assassination of Julius Caesar: A People's History of Ancient Rome'.

Er zijn natuurlijk ontelbare verhandelingen over de moord op JFK. Deze zijn veelal goedbedoeld en hoewel een aantal ervan bruikbare feiten en interpretaties bevatten werd het merendeel geschreven door amateurdetectives. Veel studies bevatten daarom fouten, verkeerde interpretaties en losse eindjes. Toch is er veel zinvol werk gedaan. Tussen de auteurs zitten ook sensatiebeluste charlatans én agenten die doelbewust mist creëren over de serieuze studies naar de moord. De schuldigen, hun vrienden en bondgenoten beschikken over uitgebreide hulpmiddelen, en die gebruiken ze met veel succes.

Al bij al was er sprake van een coup. We blijven leven met angst, onzekerheid en met machthebbers die onbelemmerd hun gang blijven gaan totdat zij ontmaskerd worden. De moord op Kennedy laat nog steeds zien hoe de wereld van vandaag vormgegeven is.

Bron: ZZ's blog, 5 augustus 2017, vertaling Frans Willems.