Strijdbare vakbeweging of 'sociale partner'

i-004-012.jpg
Metaalarbeiders in actie in december 2015 in Groningen. (Foto: FNV)

Jan Ilsink

Bijna twintig jaar geleden vertrouwt Lodewijk de Waal, toenmalig voorzitter van de FNV, aan Het Financiële Dagblad toe (30 januari 1998) dat een organisatiegraad van vakbonden van 35 procent maximaal wenselijk is. De organisatiegraad was toen 26 procent. Boven de 35 zou, volgens De Waal, het "machtsevenwicht" in Nederland worden verstoord. Vakbonden zouden dan alle veranderingen kunnen tegenhouden.

Zo schetst De Waal heel duidelijk zijn opvatting over de vakbeweging: FNV als 'sociale partner'. Hij ontkent daarmee de fundamentele en onoplosbare belangentegenstelling tussen werkgevers en werknemers, tussen Kapitaal en Arbeid. Hij meent kennelijk dat de consequenties van 'veranderingen' in de productiekrachten (bijvoorbeeld: technologische ontwikkeling in de productie en administratie) en de productieverhoudingen (eigendomsverhoudingen in de productie door overnames en fusies) voor de werkers in 'goed overleg' kunnen worden geregeld. Terwijl de drijfveer voor deze veranderingen maximalisering van winst is, hoe dan ook ten koste van arbeidsvoorwaarden van werkers!

De Waal: 'evenwicht'

Het pikante is dat hij deze opvatting als voorzitter van de grootste vakcentrale in Nederland ventileert op een moment dat het 'neoliberale bewind' ook in Nederland al ruim tien jaar 'aan de macht' is. De kabinetten Lubbers en vervolgens de 'paarse' kabinetten Kok en later Balkenende en Rutte hebben, ondanks vakbondsverzet en strijd in verschillende sectoren, de arbeidsverhoudingen in Nederland fundamenteel gewijzigd. Hoezo machtsevenwicht? De weigering van de vakbondstop macht op te bouwen en centraal georganiseerde strijd te voeren resulteerde uiteindelijk in verslechtering van de arbeidsvoorwaarden: hoogte en duur ww-uitkering, ontslagbescherming, arbeidstijden, pensioenleeftijd, opbouw en uitkeringen, slechte arbeidsvoorwaarden in geprivatiseerde publieke dienstverlening en werken met behoud van uitkering. Allemaal maatregelen die in Frankrijk door Macron weer op de agenda zijn gezet. Daar heeft de vakbeweging tot nu toe weerstand geboden.

Jongerius: van 65 naar 67

De opvatting van de vakbeweging als 'sociale partner' en belangenbehartiging door vooral 'polderen' is natuurlijk niet beperkt tot de voorzitter van de vakbeweging. Deze is eerder regel dan uitzondering in de vakbondstop en bij veel kaderleden.

FNV-voorzitter Agnes Jongerius die in 2005 De Waal opvolgde, moest in 2012 het veld ruimen. Zij stelde haar rol als 'sociale partner' boven die van vertegenwoordiger en spreekbuis van de werknemers. Zij liet de in de vakbonden breed gedragen eis vast te houden aan de pensioenleeftijd van 65 (65=65) vallen zonder de achterban te mobiliseren en vakbondsmacht op te bouwen. Zij capituleerde voor de eis van de ondernemers en hun handlangers in de politiek om de pensioenleeftijd naar 67 te verhogen, ter wille van het 'machtsevenwicht'!

Ton Heerts volgde Jongerius op. Hij werd in de top van de inmiddels ongedeelde FNV (fusie van de grootste FNV-bonden) geparachuteerd door 'kwartiermaakster' Jetta Klijnsma (voormalig PvdA-wethouder in Den Haag en huidig staatssecretaris). Dat nadat 'wijze mannen' Han Nooten (PvdA-burgemeester in Dalfsen) en Herman Wijffels (CDA-coryfee, ex-bewindvoerder Wereldbank en voorzitter SER) de door Jongerius veroorzaakte brokken van FNV bijeen hadden geveegd.

Heerts: Niet drie maar twee miljard

Heerts werd bekend omdat hij de stekker trok uit de zeer succesvolle campagne 'Red de Zorg'. Deze had in amper een halfjaar bijna een miljoen handtekeningen bijeengehaald, met als eisen: géén gedwongen ontslagen, geld voor zorg naar de zorg (en niet naar exorbitante salarissen en bonussen voor bestuurders en management) en stoppen van marktwerking! De grote respons onder medewerkers in de zorg en het publiek (zorgbehoevenden en hun verwanten) dreigde het 'machtsevenwicht' te verstoren. Dus werd de campagne gestopt met als excuus een 'akkoord' met staatssecretaris Van Rijn: geen drie maar twee miljard bezuinigen op de thuiszorg en enkele vrijblijvende toezeggingen over kwaliteit in de zorg en personeelsnorm! Bezuinigingen in de jeugdzorg, verpleegtehuizen, gezondheidszorg en kinderopvang kwamen in 'het akkoord' niet eens aan bod! Vele vrijwilligers die de handtekeningen hadden opgehaald en zij die tekenden, bleven gefrustreerd achter. De zorg was in het geheel niet gered. De strijd van medewerkers en belangenbehartigers van cliënten tegen bonussen en afbraak en voor goede zorg gaat onverminderd voort.

En Busker?

Na het vertrek van Heerts, omdat volgens hem de klus van de fusie was geklaard, werd Han Busker uit de 'hoge hoed' getoverd en zonder 'goedgekeurde' tegenkandidaat als voorzitter FNV geïnstalleerd. Bij zijn aantreden werd hij geconfronteerd met vergevorderde plannen van het kabinet om het pensioenstelsel te herzien, zogenaamd om het toekomstbestendig te maken. Ook Busker blijkt een onvervalste 'polderaar'. Zijn verdedigingsstrategie voor behoud van het solidaire en collectieve pensioenstelsel ligt niet in het opbouwen van vakbondsmacht, maar in onderhandelingen als 'sociale partner' in de SER. Uit de 'werkorganisatie' van FNV komen plannen met vergaande concessies aan de wensen van werkgevers tot beperking loonkosten (pensioenpremie komt uit de 'loonruimte') en hun neoliberale kabinet. Net als bij Jongerius roert de achterban in FNV zich stevig en krijgt steun van verschillende prominenten uit de academische en pensioenwereld. Zij wagen, voorlopig zonder steun van de FNV-top, een poging de achterban te mobiliseren en vakbondsmacht op te bouwen voor behoud en versterking van het collectieve en solidaire pensioenstelsel.

Toekomstperspectief FNV

Elke dag weer wordt de bittere noodzaak van een strijdbare vakbeweging bevestigd. De aanvallen op de rechtspositie, verworven rechten in de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden gaan door. Aangedreven door de moordende concurrentiestrijd op wereldschaal tussen grote ondernemingen en met hen verbonden kapitaalgroepen en gefaciliteerd door 'de politiek'.

Met de vaststelling van de 'race to the bottom' lijkt de FNV dit in te zien.

Hoewel de organisatiegraad inmiddels is teruggelopen tot 20 procent (van de ondernemers 90%!), blijft de tegenstand van FNV steken in gepolder. Zij weigert nog steeds de weg op te gaan van machtsvorming. Een weg die perspectief biedt en de werknemers, de leden, in de strijd voor betere arbeidsverhoudingen een actieve rol geeft. Een weg naar behoud van rechten en verbetering van arbeidsvoorwaarden, ingebed in een eigen visie op de economische en maatschappelijke werkelijkheid. Een visie, ontwikkeld vanuit de positie van de werkers, nog steeds de enigen die waarde scheppen in het economische proces!

In FNV zijn er aanzetten tot zulke visies. Door 'de haven' worden al jaren de ontwikkelingen in het transport over zee gevolgd en geanalyseerd. Regelmatig zijn er seminars om de consequenties voor de werkers te onderkennen en eisen te formuleren. Door de sector Zorg & Welzijn is in 2015 een visie vastgesteld, waarin bijvoorbeeld wordt verlangd de 'marktwerking' uit de zorg te bannen! Een eis waarmee niet alleen de vele werkers in de zorg gebaat zouden zijn, maar ook cliënten, patiënten en hun naasten. Om deze eis daadwerkelijk binnen te halen zou de FNV zich niet alleen als vakbondsmacht, maar uitdrukkelijk ook als maatschappelijke kracht kunnen en moeten profileren. De campagne 'Red de Zorg' heeft laten zien welke steun daarvoor bij de bevolking leeft.

De nieuwe, in mei aangetreden FNV-bestuurders, lijken niet allemaal Busker te volgen als 'sociaal partner'. FNV-bestuurder Kitty de Jong, met 'Zorg' in haar portefeuille, lijkt de draad weer op te pakken om de wantoestanden in de zorg aan de kaak te stellen en een alternatief te bieden. Binnen de FNV is een geactualiseerde visie op de zorg in de maak die bovendien voorzien zal zijn van een uitvoeringsstrategie. Deze mogelijke kentering in het FNV-beleid zal alleen kans van slagen hebben als die steunt op actief optreden bij de werkers gericht op machtsvorming!