'Uitroeien van de bacil'

Zoltan Zigedy (*)

In Amerika zijn er de afgelopen maanden een veelheid aan feestelijke eregroeten en huldeblijken aan, als wel commentaren op, de Bolsjewistische Revolutie van 1917 geweest. Grondig onderzoek en overdenkingen met commentaar werden ter overweging meegegeven aan velen om ons te herinneren aan zowel de opofferingen als wel de grote daden van de arbeiders van veel nationaliteiten die de eerste stabiele communistische staat, de Sovjet-Unie, hebben opgericht. Schrijvers en sprekers stipten veel aspecten aan van de Revolutie en haar rijke erfenis van het strijden voor socialisme en het beëindigen van het imperialisme.

Het spreekt voor zich dat weinig of helemaal niets van de overwinningen van het 20e-eeuwse socialisme die zijn voortgekomen uit de Russische Revolutie hun weg hebben gevonden naar de monopolistische media; het feest vanwege de Bolsjewistische Revolutie vond plaats op linkse websites, door kranten met een kleine oplage en in kleine zalencomplexen en locaties. Dit zal Vladimir Lenin niet verrast of verbaasd hebben: het roept zelfs herinneringen op van het moeilijke en koppige werk van de kleine maar vaak ruziënde Russische Sociaal Democratische Partij in de jaren voorafgaande aan de Revolutie van 1905 en 1917. Dit betekent uiteraard niet dat de kapitalistische mainstream media geen commentaar hadden op de Russische Revolutie. Dit hadden ze wel.

Het was ongenadig hard en altijd negatief. Er werden allesbehalve warme woorden gebruikt voor de Russische arbeiders van 1917 en hun doelen. In een jaar waarin de media en hun rijke en machtige collaborateurs besloten om de dreiging van het Sovjet-Rusland nieuw leven in te blazen door een nieuwe, hysterische anti-Rusland campagne, lanceerde de magnaten een hatelijke anticommunistische campagne zoals die niet meer is voorgekomen sinds de Koude Oorlog.

De krant The New York Times liet Bret Stephens, haar razende neo-McCarthyistische commentator (bekend van o.a het artikel Communism Through Rose-Colored Glasses) zijn venijn spuwen en liet hem ongenadig kritisch en ongegrond iedereen verketteren die hij in de verste verte kon verbinden met de Revolutie waaronder hen die Lenin- of Mao-t-shirts dragen of zelfs die met Lillian Hellman. Progressieven zoals Jeremy Corbyn, en zoals kon worden voorspeld ook Bernie Sanders, werden veroordeeld en werden beschouwd als onderdeel van de 'bacil' die 'uitgeroeid' moet worden, waarmee hij verwees naar zijn klungelige, vulgaire parafrasering van Winston Churchill. Zij, die zoals wie dan ook het belang van de Russische ervaring inzien, zijn 'gekken, fanatici of cynici'.

Er is dan ook nog gekke Masha Gessen - de favoriet van Scott Simon, de interne NPR slijmerd van rijke directeuren - die de Sovjet-ervaringen analyseert vanuit een vreemd brouwsel van mystiek en psychobabbel. Zelfs de recensent van de krant The Wall Street Journal die haar nieuwe boek getiteld 'The Future is History' recenseert, geeft toe dat zij "argumenten opwerpt die vol zijn van retoriek op basis van psychologische begrippen over 'energieën' en een gehele samenleving die bezwijkt onder een depressie." Hij stelt verder dat zij begint met de dubieuze bewering dat "één van de beslissende problemen van de samenleving van de Sovjet-Unie is af te leiden van het staatsverbod op sociologie en psychoanalyse hetgeen betekende dat het niet was toegestaan dat de samenleving zichzelf leerde kennen".

'Dubieuze' bewering? Of idiote stelling?

Gessen zal echter altijd worden herinnerd voor het omarmen van het begrip 'Homo Sovjeticus' (zie NRC boekbesprekingen op vrijdag 8 december 2017, nvdr) hetgeen een begrip is dat ongetwijfeld aantrekkelijk zal blijken te zijn voor hen die versuft actief zijn in het Twitter universum.

Als wederdienst voor het recenseren van Gessens boek kreeg het boek getiteld Stalin: Wachtend op Hitler 1929-1941 van de recensent Stephen Kotkin een zeer positieve recensie in de krant The Wall Street Journal. Joshua Rubenstein - zelf auteur van een andere catalogus van Stalins kwaad nl. The Last Days of Stalin - benut de gebruikelijke verbale dramatische uitingen zoals 'despotisme', 'gewelddadig en catastrofaal', 'meedogenloos en paranoia', 'draconisch', 'opmerkelijke wreedheid', 'desastreus', 'misdaden' en 'ideologisch fanatisme'. Deze en andere vileine beschrijvingen stapelen zich op in slechts tien paragrafen. Rubenstein toont zijn anti-Sovjet bias pas goed als hij de Sovjet-hulp aan de gekozen Spaanse antifascistische regering in 1936 beschrijft als een "interventie." De interveniënten waren de Italiaanse en de Duitse fascisten; in tegenstelling tot de westerse "democratieën", waren de Sovjets de enige tegenstanders van de interventie.

Kotkins bewezen diensten aan de krant The Wall Street Journal en het anti-Sovjet-doel werden beloond met een lang opiniestuk in de laatstgenoemde krant in de sectie Opinies (November, 4-5, 2017). De Princeton en Stanford hoogleraar heeft het onderwerp, De Communistische eeuw, met verve aangepakt. Hij zet de toon met de dramatische claim dat "... communisme minstens 65 miljoen levens heeft gekost, volgens het gedetailleerde onderzoek van demografen."

Het slachtoffers-van-communisme getallenspel is uitgewerkt en gepopulariseerd door Robert Conquest, een schrijver wiens carrière meer dan eens samenviel met de Koude Oorlog propaganda-inspanningen van de Britse Informatie Onderzoeksdienst, Amerikaanse geheime dienst (CIA) en de publicerende dekmantels van de Amerikaanse geheime dienst (CIA). Conquest was het brein achter de schatting van 20 miljoen doden ten gevolge van de Sovjet-zuiveringen van de late jaren '30 van de 20e eeuw. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog trok geen enkele 'geleerde' van een topuniversiteit dit indrukwekkende getal in twijfel. Uiteraard 'kende' ieder schoolmeisje en schooljongen tijdens de krankzinnige en razende jaren '50 van de 20e eeuw de tientallen miljoenen slachtoffers van Stalins zuiveringen.

Helaas voor Conquest (hoewel hij het nooit heeft erkend) en de vele blind volgende academische deskundigen, blijkt uit de post-Sovjet-archieven dat zijn getal van de doden te hoog is. Het had feitelijk geen enkele relatie met de werkelijkheid van deze tragische periode.

Kotkins bewering van 65 miljoen doden ten gevolge van de wandaden door de communisten moet niet serieus worden genomen hoewel die wonderbaarlijk genoeg aanzienlijk lager is dan de gestaafde schatting van zijn mentor, Martin Malia. Malia, de auteur van de inleiding van het beruchte boek getiteld Black Book of Communism (Zwartboek van het communisme, nvdr) (1994) onderschreef de sensationele bewering van dit boek dat 94 miljoen levens verloren zijn gegaan ten gevolge van het communisme. Sommige co-auteurs van het boek hebben deze bewering herroepen aangezien tot het getal was gekomen op basis van een obsessie voor het bereiken van het magische getal van 100 miljoen slachtoffers. Zij zijn zodoende op een telling tussen de 65 en 93 miljoen uitgekomen of hebben deze bedacht. Dit is exemplarisch voor de grondigheid van de Sovjet-deskundigheid op topuniversiteiten.

Kotkin verraadt net als de meeste andere anticommunistische kruisvaardershet eindspel van de getallen nl. het doel om ontelbare doden aan het communisme toe te schrijven. Het is noodzakelijk voor de aartsvijanden van het communisme zoals Conquest en de co-auteurs van 'Black Book of Communism' dat het wordt beschouwd als even misdadig of zelfs misdadiger dan nazisme en fascisme. Deze aanklacht van morele gelijkstelling is gericht tot de liberalen die communisme zouden kunnen beschouwen als een goedaardige bondgenoot ter verdediging van de vrijzinnige waarden of sociale hervormingen. Niemand heeft meer gedaan om deze onterechte gelijkstelling te promoten dan de Yale-hoogleraar Timothy Snyder met zijn slordige, ideologisch gedreven boek getiteld 'Bloodlands'.

De krant 'The Washington Post' heeft uiteraard ook haar interne bewakers van het anti-Sovjet-dogma in de persoon van Marc Thiessen en de unieke Anne Applebaum. Applebaum heeft een snel carrièrepad bewandeld van masterstudent tot journalist schrijvend over Oost-Europese zaken en is uiteindelijk de door iedereen bevestigde leider van de anti-Sovjet-heksenjacht geworden. Haar huwelijk met een gelijkwaardige anticommunistische Poolse journalist die politicus is geworden, heeft haar rol als de hardste beschuldigende professional van de beschuldigende anticommunistische professionals versterkt. Haar consequente werk om alles wat te maken heeft met Rusland te verketteren, heeft haar een zetel in de Council of Foreign Relations (Amerikaanse tegenhanger van de Europese Raad voor Buitenlandse Zaken) van de heersende klasse en de National Endowment for Democracy (Amerikaanse Nationale organisatie gericht op bevordering van democratie) opgeleverd als wel een rol in doelgerichte campagnes van de CIA.

Zij 'vierde' de Bolsjewistische Revolutie van 6 november met een essay in de krant The Washington Post getiteld '100 years later, Bolshevism is back. And we should be worried' van enkele duizenden woorden waarin alarm werd geslagen voor de terugkeer van het bolsjewisme. Applebaum herhaalt een favoriet thema van de nieuwe generatie van venijnige anticommunisten, nl. dat de gebeurtenissen van november 1917 een staatsgreep waren en niet een revolutie. Deze bewering is uiteraard moeilijk te rijmen met een ander favoriet thema nl. het aantal bolsjewieken verhield zich als twee tot tien duizend volgers. Hoe kun je met elkaar verenigen dat een dergelijk kleine groep de regering 'omver werpt' en ook nog de veiligheidstroepen van de vierde meest bevolkte staat in de wereld?

De bolsjewieken hebben gelogen. Lenin was een leugenaar. Trotsky was een leugenaar. De bolsjewieken hebben gelogen over het verleden en ze hebben ook gelogen over de toekomst. Gedurende de lente en de zomer van 1917 hebben Trotsky en Lenin beloftes gedaan die ze niet konden nakomen. Bovendien paste Lenins trawanten "de tactieken van psychologische oorlogsvoering" toe die later hun handelsmerk zouden worden om de bevolking te hypnotiseren. Dezelfde makkelijk te verleiden bevolking die later zou strijden voor socialisme tegen contrarevolutionaire binnenlandse reacties en buitenlandse interventies tijdens een bloederige vijfjarige oorlog (1917-1922) was dezelfde makkelijk te foppen bevolking die haar wapens neerlegde en weigerde te vechten voor de Tsaar of zijn 'democratische' opvolgers. Dit welvoeglijke beeld van trouweloosheid legt zonder meer een geloof in zowel bovenmenselijke, mystieke krachten bezeten door Lenin als wel een totale minachting van de integriteit en intelligentie van de Russische menigtes bloot.

Maar het zijn niet de historische bolsjewieken die het doelwit van Applebaum zijn, maar de hedendaagse 'neo-bolsjewieken'.

En wie zijn dan deze 'neo-bolsjewieken'?

Mw. Applebaum rekent iedereen die valt buiten haar politieke comfortabele, geïsoleerde wereld van goede manieren en het conservatisme van de boven-middenklasse hiertoe. Op de eerste plaats kiest ze ervoor om de sociaaldemocraten in Spanje en Griekenland alswel Jeremy Corbyn die de "terugkeer van nationalisatie" overwegen, zwart te maken. Analoog hieraan worden hun Amerikaanse tegenhangers "in de marges van de Democratische Partij" (Bernie Sanders!) veroordeeld omdat zij "een donkere, negatieve versie van de Amerikaanse geschiedenis" omarmen , "basaal patriottisme afkeuren en opponenten van Amerika in Rusland of het Midden Oosten steunen." (Helaas zullen mijn democratische vrienden waarschijnlijk niet toelaten dat dit geraaskal hun vertrouwen in Applebaums even inhoudsloze uitspraken over communisme zal laten wankelen.)

Maar de 'neo-bolsjewieken' zijn ook te vinden in de rechtse politieke partijen!! Zij identificeert hen als rechts politieke aanhangers die "de christelijke democratie minachten die zijn politieke basis heeft in de kerk en ernaar streeft de moraliteit in de politiek terug te brengen...", en "Als een deel van wat deze extremisten [binnen de rechtse politiek] zeggen serieus moet worden genomen dan is hun eindspel - de vernietiging van de bestaande politieke orde en mogelijk zelfs inclusief de Amerikaanse grondwet - iets wat de bolsjewieken wel zullen hebben begrepen." In Applebaums bizarre wereld zijn er bolsjewieken in het linkse en het rechtse politieke spectrum die onder ons bed schuilen! Veiligheid kan slechts worden ervaren in de boezem van de (joods-, nvdr) christelijke democratie, een naoorlogs artefact die in elkaar is geflanst door de westerse machten om de parlementaire opkomst van het communisme tegen te gaan.

De anticommunistische graffiti-artiesten, de professionele vernietigers van het Sovjet-erfgoed, zijn er in veelvoud. Boeken en commentaren door anderen zoals Victor Sebestyen, Serhii Plokhy, Douglas Smith, Svetlana Alexievich, Amy Knight en Catherine Merridale kunnen worden toegevoegd aan de auteurs die reeds besproken zijn als het gaat om de productie van nieuw materiaal voor de anticommunistische, anti-Sovjet-fabriek.

Nu veel Sovjet-bronnen beschikbaar zijn, is de praktijk van Koude Oorlog-laster een risicovolle zaak geworden en een onderneming die de onbetamelijkste fantasten mogelijk in verlegenheid kan brengen. Bijgevolg hebben de vooruitstrevendste van de nieuwe generatie van Koude Oorlog-strijders een nieuwe weg ingeslagen: de hongersnoden in de jaren '30 van de 20e eeuw in de voormalige Sovjet-Oekraïne. Met een beperkt risico op ontmaskering en enthousiaste medewerking van de kwaadaardige anticommunistische, extreme nationalisten die nu geïnstalleerd zijn om Oekraïne te regeren, zijn zij een nieuwe slachtoffers-getallen-race begonnen met het doel, het anticommunisme nieuw leven in te blazen met een nieuw verhaal over rode slechtheid.

Applebaum heeft gelijk wat betreft één punt. Er zit kwaad in de lucht.

Maar het is de ziekelijke laster over alles wat rood is, in het bijzonder het erfgoed van de Sovjet-Unie.

(*) Greg Godels (Zoltan Zigedy) zzsblogml@gmail.com.

Vertaling David Hidajattoellah.