KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) Sadler noemde in het Lagerhuis toen de landarbeiders white slaves, witte slaven, en in het Hogerhuis werd deze betiteling door één der bisschoppen herhaald. De belangrijkste econoom uit die tijd, E.G. Wakefield, schrijft: "De landarbeider uit Zuid-Engeland is geen slaaf, hij is geen vrij mens, hij is een pauper". Aan de vooravond van de intrekking van de graanwetten werd een nieuw licht geworpen op de situatie der landarbeiders. Aan de ene kant was het in het belang van de burgerlijke agitatoren te bewijzen hoe weinig deze beschermende wetten de werkelijke graanproducenten beschermden. Aan de andere kant schuimbekte de industriële bourgeoisie van woede over de door de grondaristocraten gedane onthullingen inzake de toestanden in de fabriek, over het geaffecteerde medeleven van deze door en door slechte, harteloze en deftige nietsdoeners aan het lijden van de fabrieksarbeider en over hun 'diplomatieke ijver' voor de fabriekswetgeving. Volgens een oud Engels spreekwoord wint een eerlijk mens er altijd bij wanneer twee dieven het met elkaar aan de stok krijgen. En inderdaad, de luidruchtige hartstochtelijke ruzie tussen de twee delen van de heersende klasse over de vraag welk van beide de arbeider het meest schaamteloos uitbuitte, hielp aan alle kanten de waarheid aan het licht te brengen.(...)"

Uit: Het Kapitaal, Karl Marx, 1867.