Flex drukt de lonen, winst voor het kapitaal

i-007-011.jpg
Een van de Deliveroo-bezorgers, die allemaal gedwongen zzp'er moesten worden, kortgeleden, op de Dam in Amsterdam. De tarieven die Deliveroo betaalt liggen maar een fractie boven het uurloon, zodat het bedrijfer met de winst vandoor gaat. (Eugenulty/Flickr/cc/by-nc)

Maarten Muis

Twee onderzoekers van De Nederlandse Bank (DNB) publiceerden op 1 februari jl. een onderzoek naar de economische ontwikkeling sinds 1995, en met name naar die van de lonen en de arbeidsinkomensquote (aiq). De resultaten daarvan ondersteunen wat we in Manifest al jaren schrijven: zzp'ers zijn niet enkel een teken van emancipatie van arbeid (de gelukkige en goed verdiende freelancer die eigen baas is), maar de grote hoeveelheid zzp'ers is vooral het gevolg van een doelgericht beleid om de winstgevendheid op te krikken.

In deze studie onderzochten zij de mate aan flexibilisering in acht bedrijfstakken, waaronder industrie, de bouw, de horeca en zakelijke dienstverlening. Uit de berekeningen kwam een verband tevoorschijn dat hoe sterker de groei van de inzet van zzp'ers in de sector, hoe kleiner het deel dat naar arbeid gaat.

Wat we al wel weten uit individuele verhalen is: hoe zzp'ers werden (en nog steeds, weliswaar in mindere mate worden) ingezet in bijvoorbeeld de bouw, waarin duidelijk naar voren komt dat zij veel goedkoper zijn dan vast personeel in loondienst, wordt in dit onderzoek ook macro-economisch zichtbaar. Kortom: de groei van het aantal zzp'ers drukt sinds 1995 de lonen.

Sinds 1995 zijn er 424.000 zzp'ers bijgekomen en zijn 477.000 vaste banen verdwenen. In die periode is ook de arbeidsinkomensquote, het aandeel van arbeid in het totaal verdiende inkomen in de marktsector, van 81 procent naar 72,4 procent gedaald. Steeds meer economen stellen, verwijzend naar deze verhouding, dat de lonen in Nederland ver achter lopen bij de economische groei. Door de verzwakking van de vakbond, enerzijds vanwege de politiek van klassenvrede sinds Wim Kok, anderzijds doordat maar 10 procent van de zzp'ers lid is van een vakbond, wordt al decennia onvoldoende van de economische koek voor de werkende klasse opgeëist.

De onderhandelingspositie van zzp'ers voor de beloning van hun arbeid is zwak. Er is meestal wel een andere zzp'er die door paniek en angst voor te weinig opdrachten onder het tarief gaat zitten dat zzp'ers met meer realiteitszin vragen. De opdrachtgever heeft te kiezen uit een grote poel van zzp'ers die zo dringend inkomen nodig heeft, dat hij of zij de voorwaarden kan dicteren.

In de bouw waren bijvoorbeeld Oost-Europese collega's die voor ongekende druk op de tarieven zorgden. Er was te weinig onderlinge controle en te veel concurrentie. In nu gepubliceerd onderzoek van DNB zijn de gevolgen daarvan goed zichtbaar.

Nu de druk op de lonen duidelijk een veroorzaker heeft, kunnen ook eisen geformuleerd worden waarmee de scheve verhouding tussen kapitaal en arbeid bestreden kan worden. Belangrijk is dat, zoals we al vaker hier in de krant formuleerde, dat de voorwaarden waaronder zzp'ers werken de verantwoordelijkheid is van de gehele werkende bevolking van Nederland.

Wachten tot zzp'ers weer de wind in de rug hebben van een krappe arbeidsmarkt is niet voldoende. De vakbeweging en linkse partijen moeten regelgeving en cao-voorwaarden formuleren die de onderhandelingspositie van zzp'ers versterkt, en er werk van maken dat die realiteit worden. Daar is iedereen mee gediend.