MOOIE WOORDEN: Uitgesproken in de gemeenteraad op 25 mei 2016.

i-005-008.jpg i-005-009.jpg
Truke

Rinze Visser

Dit is een bijzonder Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs. Planning voor nieuwbouw, uitbreiding of renovatie van scholen staat niet voorop. Dit IHP is eerder een vergezicht, een beleidsstuk gericht op sluiting van scholen... In de inleiding wordt ook genoemd dat dit stuk vooral beleidsmatig is, maar er wordt wel geruststellend gezegd "dat dit voorstel nodig is, niet zozeer om scholen te sluiten, maar dat we in de tijd niet verrast zullen worden als er een school opgeheven moet worden..."

Laat ik het zó formuleren: er zal een concentratie van basisscholen plaatsvinden, meerdere scholen zullen daarvoor verdwijnen, zodat we niet voor verrassingen komen te staan, we zullen het aantal scholen met beleid, dus ordelijk afbouwen. Daar komt het volgens de NCPN op neer.

Ik kan mij de totstandkoming van de versoepelende schoolorganisaties nog goed herinneren. Openbare basisscholen regionaal onder één bestuur, op afstand van de gemeenten. Toen zag men de bevolkingskrimp al aankomen. Meer kleine gezinnen, dus minder schoolkinderen. Maar ook het actief lokken van gepensioneerden van elders heeft een duit in het zakje gedaan. Een belangrijk argument voor scholenkoepels was destijds dat dan kleine scholen beter tegen sluiting beschermd zouden kunnen worden. En wat zien we? Het zijn de koepels zelf, als het nieuwe bevoegd gezag over openbare scholen, maar ook die van christelijke huize die met sluitingsplannen komen. Nu zijn de gemeenten niet meer leidend, maar volgend. En onderdaan van hun eigen creaties geworden.

Nog niet zo lang geleden werd er een propagandacircus opgevoerd waar quasiwetenschappelijk moest worden aangetoond dat een school in een dorp niet van belang voor de leefbaarheid zou zijn. Opgetuigd met bijeenkomsten waar zij die daarvoor doorgeleerd hadden acte de présence gaven en verontruste ouders, leerkrachten en verenigingen van dorpsbelangen ervan moesten overtuigen dat het écht wel gezellig en gemeenschappelijk is zonder school. En dat er dan wel schoolbussen zullen gaan rijden... Ontmoetingsplekken zouden pas belangrijk voor de leefbaarheid zijn, zoals dorpshuizen. Die inmiddels ook al slachtoffers van de bezuinigingen zijn. Een vergezicht? Over het vervoer van en naar school in de toekomst geen woord.

Een aantal jaren geleden is bij het vaststellen van de woningcontingenten door de Provincie, uitgaande van prognoses, gebleken dat het oostelijk gedeelte van voorheen Lemsterland, samen met een deel van de gemeente Weststellingwerf, in elk geval voorlopig geen problemen met bevolkingskrimp zou hebben. Laat nu net voor dat gedeelte van de gemeente er een scenario zijn voor sluiting van scholen en een concentratie op één of twee plekken. Ook is er een dergelijk scenario voor het oostelijk deel van voorheen de gemeente Skarsterlán. Ook hier het ordelijk afbouwen van het aantal scholen.

De terugtredende overheid op het gebied van onderwijs heeft verstrekkende, ernstige gevolgen. Zij die zich zorgen maken over een tweedeling in het onderwijs hebben gelijk. Want deze tweedeling is al aan het ontstaan. De terugtredende beweging van het rijk, het met geld stimuleren van onderwijskoepels - begonnen in het openbaar onderwijs - heeft de gemeenten op verre afstand gezet. Nog maar even geleden is dat uitgebreid met het afstaan van het onderhoud van de schoolgebouwen aan de koepelorganisaties. Scholen,scholenkoepels worden bedrijven met winst en verliesrekeningen, die net als nu ook al ziekenhuizen, failliet kunnen gaan. Het financieel afknijpen door het rijk, de eigen broek moeten ophouden door schoolbesturen leidt tot nog verdere concentratie en dus tot sluiting van kleine scholen, vooral op het platteland. Ook scholen moeten rendabel zijn... De kwaliteit van de begroting en de jaarrekening is tegenwoordig belangrijker dan de kwaliteit van het onderwijs en van de leefbaarheid van de dorpen.

In 1987 al gooide een lid van een adviesgroep van het CDA een knuppel in het hoenderhok. Ook toen al waren mondigheid en zelfredzaamheid steekwoorden. "Een bijzondere school hoeft niet per se een protestants-christeljke of katholieke te zijn. Bijzondere scholen kunnen ook neutrale scholen zijn." Dat werd gezegd. In 1987. Bijna dertig jaar geleden. Verder: "De overheid moet niet meer verantwoordelijk zijn voor het onderwijs. Die moet naar de ouders. Te beginnen met een 10 procent bijdrage van de ouders voor de instandhouding van een school" 1987! Ja, ook sponsoring door het 'bedrijfsleven', subsidies van menslievende stichtingen. 1987! Ook dat was toen een vergezicht... En wat heb ik vorig jaar - ook in deze zaal - gehoord? Ook sponsoring. Nutsbedrijven werden genoemd. En ook het inzetten van pakes en beppes (opa's en oma's).

In 2011. De toenmalige directeur van scholenkoepel De Gearhing zette in het openbaar de nieuwbouw van een openbare basisschool (brede school) op losse schroeven en stelde zelfs het bestaansrecht van die school ter discussie, ongeacht de leerlingennorm. Ook 2011. Ook een vergezicht. Een school met minder dan 145 leerlingen is niet rendabel en dus niet levensvatbaar. Met eigen ogen aanschouwd, met eigen oren gehoord. Vanuit besturen van drie koepels naar voren gebracht.

Bij het afwegingskader staat dat bij minder dan 80 leerlingen, met een vooruitzicht van 15 jaar zullen er geen aanvragen voor nieuwbouw of renovatie gehonoreerd worden. Als we zo'n afweging zouden hanteren en ons ook zorgen maken over de plattelandsscholen, dan is zo'n afweging uit den boze. Dit kan echt niet! Deze afweging is de facto een extra opheffingsnorm. In voorkomende gevallen komen scholen in problemen doordat zij met niet te betalen onderhoudskosten komen te zitten. Het wordt dan de keus: doorgaan in een verkrottend schoolgebouw of sluiten. Ik ga hierover, door de PvdA en de ChristenUnie mede ondertekend, een amendement indienen.

Het Zuiderzee College voor voortgezet onderwijs heeft voor 2017 een voorbereidingskrediet aangevraagd. Deze aanvraag is niet in het Integraal Huisvestingsplan opgenomen. Pas in 2023 - over 7 jaar! - zou er een gesprek plaatsvinden over de toekomst van het Zuiderzee College. Dat klinkt eerder onheilspellend dan hoopgevend. Deze school kan niet voldoen aan de eisen van deze tijd en is meer dan 50 jaar oud. Misschien kan een interne verbouwing een oplossing zijn. Er moet echt meer onderwijsruimte komen. Die zou er kunnen komen door verkleining van de wel zeer ruim bemeten 'wandelgangen'. Dat zou ook de uitkomst kunnen zijn van een onderzoek op korte termijn. Daar is een voorbereidingskrediet voor nodig. Er kan echt niet gewacht worden tot na 2023.

Het Integraal Huisvestingsplan spreekt van prioriteit van het basisonderwijs. Mag ik erop wijzen dat er geen waardeverschil kan zijn tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Het is uitermate belangrijk voor het basisonderwijs in de gemeente als daar ook goed voortgezet onderwijs is. Met goede, adequate schoolgebouwen. Andersom geldt dat ook. De NCPN vindt om die en ook om andere redenen dat het voorbereidingskrediet voor 2017 in het IHP opgenomen wordt. Daartoe zal ik een amendement indienen.

Tot slot: openbaar en bijzonder onderwijs. Ik begrijp dat ouders van bijzondere, christelijke scholen zich over dit beleidsstuk zorgen maken. Er wordt immers ontegenzeggelijk druk uitgeoefend richting fusies tussen openbare en bijzondere scholen. Naderende krimp is hierbij het drukmiddel. Als het erom gaat dat niet het onderwijs uit een dorp verdwijnt, dan kan zo'n fusie de oplossing zijn. Maar voorstanders van openbaar onderwijs moeten zich eveneens zorgen maken. Veelal worden zulke gefuseerde scholen bijzonder-neutrale scholen, geen openbare scholen, waardoor het aantal openbare scholen terugloopt. Dan krijgen we de situatie die de CDA-man in 1987 schetste: bijzondere scholen kunnen ook neutrale scholen zijn en steeds meer basisscholen zijn dan ook geen openbare scholen meer. Dus als de huidige ontwikkeling zich doorzet dan komen er steeds meer bijzondere scholen ten koste van het openbaar onderwijs. Maar ook steeds minder scholen met een levensbeschouwelijk karakter.

Als alles bijzonder is, dan is er niets meer bijzonder. Als het openbaar onderwijs het onderspit delft, dan gaat dat ook ten koste van wat wij nu nog bijzonder onderwijs noemen. Denk ook aan de Grondwet. Aan de gelijkberechtiging, aan de gelijkbekostiging. Dat alles komt op het spel te staan bij het nog verder terugtreden van het openbaar onderwijs door de overheid. De inhoud van dat beleidsstuk draagt daaraan bij. Onderwijs hoort een publieke zaak te zijn.